Analyses/Partijen

Motylev Europees Kampioen en een uitstekende Benjamin Bok

In Yerevan, Armenië, is vrijdag het Het Europees Kampioenschap beëindigd. De Rus Alexander Motylev bleek ongenaakbaar. Hij bleef ongeslagen en scoorde 9 punten uit 11 partijen. Daarmee bleef hij een groep van maar liefst acht achtervolgers een vol punt voor.

Van de twee aanwezige Nederlanders maakte Benjamin Bok grote indruk. Hij eindigde met 7 punten op de 32ste plaats met een TPR van 2640. Jorgen Henseler scoorde 3 punten; zijn TPR was nog dik boven zijn rating, dus hij zal ook tevreden terugblikken.

Dat Motylev een sterke schaker is, heeft hij het in het verleden bewezen. Maar dat hij in dit gezelschap zo gemakkelijk kampioen zou worden, had hij wellicht ook niet verwacht. Zeker niet na zijn eerste-ronde partij, want daar moest hij een half punt afstaan aan iemand met heel wat elopunten minder. Daarna begon echter de machinerie op volle toeren te lopen. Hij reeg achtereenvolgens vijf tegenstanders aan zijn zegekar, voordat hij zijn tweede remise moest afgeven. Daarna won hij zijn twee resterende witpartijen en hield hij de twee zwartpartijen remise. Een uitgekiend toernooi dus.

Zelf heb ik het ‘genoegen’ mogen hebben om tegen deze geweldenaar te spelen. Dat was in Hoogeveen 2003 waarin hij mij met een paar prachtige offers om de oren sloeg. En passant ontving hij hiervoor de schoonheidsprijs.

Toen ik de eindstand bekeek van dit Europees Kampioenschap ging ik ervan uit dat Benjamin Bok de enige in de top zou zijn met ‘slechts’ de IM-titel voor zijn naam. Er bleek een andere IM te zijn die het nog beter deed dan de Nederlander. De Rus Vladislav Artemiev (rating 2621!) eindigde zelfs op de 13de plaats. Je kunt je afvragen hoe het kan dat iemand met zo’n hoge rating nog niet de grootmeestertitel bezit. Maar Bok met 2575 zal na het volgende Fide-congres ook de titel mogen voeren.

Lees meer >

Schaken met liefde voor Karpov op Valentijnsdag

Valentijnsdag 2014 was een bijzondere vrijdagavond voor mij! Mijn vriendin en ik hebben Valentijnsdag genegeerd – Valentijnsdag vinden we commerciële onzin (wat ben ik toch blij met haar) – met uitzondering van een plaatje van een man met een rugvacht waarin hij een hartje had geschoren dat zij mij toestuurde, en een in het muziekgenre Metal gecoverde versie van My Heart Will Go On (Titanic) dat ik haar toestuurde,

maar er was wel gewoon clubavond bij Zukertort Amstelveen.

Bij toeval had ik donderdag op YouTube een filmpje van een halfuur gevonden waar Karpov-Kasparov, partij 9 uit hun match uit 1988 werd nagespeeld en becommentariëerd door “Kingcrusher.” Vrijdag overdag bekeek ik voor de lol de partij, die Karpov won, omdat ik anders niks te doen zou hebben tijdens het boterhammen eten. Ik dank Karpov voor het op deze manier combineren van voorspellende gaven, altruïsme en een beetje schaaktechniek.

’s Avonds moest ik met wit schaken tegen Waldemar, en hij koos dezelfde opening! Dat is lief. Maar het was dan ook Valentijnsdag. Vaak doe ik iets raars, zodat mijn tegenstanders hoeveelheid openingskennis wordt gereduceerd tot mijn eigen hoeveelheid, namelijk nul, maar nu vond ik het wel grappig om Karpov-Kasparov te volgen. Met een andere zetvolgorde hebben we dezelfde eerste elf zetten gedaan. Wat een toeval! Ik week uiteindelijk per ongeluk af, maar dat had ik niet door, waardoor ik met zelfvertrouwen speelde. Dat helpt. Het werd een boeiende partij. Veel leuker dan grootmeesterpartijen, want dan weet je als het +3 is gewoon dat het ook 1-0 wordt. Hier weet je dat niet.

Lees meer >

Dimitri op Tata (2)

Het is voor spelers met ten minste een beetje ambitie gebruikelijk om voor een toernooi een doel te hebben. Dat doel kan taakgericht (of procesgericht) zijn: bijvoorbeeld het vermijden van tijdnood (of, als je het positief wilt formuleren, een goede tijdsverdeling). Trainers worden blij als pupillen dat soort doelen stellen. Uiteindelijk gaat het bijna altijd wel om het resultaat natuurlijk, met 0 uit 9 en een voorbeeldig tijdverbruik lijkt er toch iets misgegaan te zijn. Een bepaald resultaat als doel is ook gebruikelijk: zo liet Ivan Sokolov bij het afgelopen NK duidelijk weten dat hij vond dat hij (als speler met de hoogste rating) kampioen zou horen te worden. Dat werd hij (gelukkig) niet, hoewel hij volgens zijn rating scoorde. Of het eenzijdige doel goed werkte voor hem weet ik niet: het kan een motivatie geweest zijn om hard te werken, het kan ook demotiverend gewerkt hebben, of geen van beiden, maar de teleurstelling na afloop zal niet fijn geweest zijn.

Zelf ben ik meestal bescheidener met mijn doelen. Meestal valt het in drie woorden te formuleren: een goed (of redelijk, afhankelijk van mijn zelfvertrouwen) toernooi spelen. Op het afgelopen NK was mijn doel nog bescheidener: beter presteren dan het jaar ervoor (dat lukte). Bij Tata was ik zevende geplaatst van de veertien, een plaats in de middenmoot leek me dus redelijk, iets erboven goed (resultaatdoel). Als ik dan ook nog wat goede/leuke partijen zou spelen (taakdoel) zou ik tevreden kunnen zijn. Uiteindelijk is mijn resultaat goed, met het niveau van mijn partijen ben ik niet zo heel tevreden, met de vermaakfactor wel, slechts twee remises en veel lange partijen. Om eerlijk te zijn geef ik de voorkeur aan een solide ongeslagen toernooi, het is gewoon beter voor de gemoedsrust. Voor mijn reputatie is zo’n scorelijst vol met enen en nullen waarschijnlijk wel weer beter: dat is tenslotte wat het publiek en toernooiorganisaties graag ziet. Zelf had ik het idee dat het toeval is, al valt me nu op dat ik in de laatste 42 partijen maar 7 remises heb gespeeld (8 nederlagen, 27 overwinningen). Maar er zijn ook periodes geweest waarin het aantal remises een stuk hoger lag.

Verder met het toernooi. Ik was met 2.5 uit 5 begonnen, er had meer in gezeten, maar 50%, middenmoot, volgens mijn doelstelling was dat ok. Ik zou echter naar min 1 gaan zakken door mijn partijen tegen Bok en Timman, en dat was toch niet de bedoeling.

Ronde 6: wit tegen Benjamin Bok

Tegen Benjamin kwam ik twee pionnen voor, maar ik had nog wel wat problemen te overwinnen. Dat deed ik niet helemaal goed, maar uiteindelijk wist ik een toreneindspel met een pluspion te bereiken dat op een gegeven moment wel gewonnen voor mij was. Mijn techniek faalde echter.

Lees meer >

Dimitri op Tata (1)

Zo ongeveer driekwart jaar geleden schoot Jeroen van den Berg (de toernooidirecteur van het Tata Steel schaaktoernooi) me aan. Ik was dat jaar niet uitgenodigd voor Wijk aan Zee, maar hij wilde zeggen dat ik nog steeds in beeld was, en ook dat hij het op prijs stelde als ik niet luid klaagde. En inderdaad, als mensen mij tijdens het toernooi vroegen "Hoe komt het dat jij niet meedoet?" legde ik uit dat er in Nederland meer grootmeesters dan plekken zijn en er dus mensen teleurgesteld moesten worden. (En ook dat Erwin l’Ami in 2012 een half punt boven me eindigde door een verloren eindspel tegen mij te keepen en vervolgens in 2013 de A-groep mocht spelen en dat het soms dus om kleine dingen gaat…)

Op dat moment wist ik nog niet dat er voor de editie van 2014 flink bezuinigd moest worden. De C-groep werd geschrapt, de twee promovendi (allebei Nederlanders) werden voor de B-groep uitgenodigd, dat betekent dat er maar hoogstens drie plekken nog over waren voor andere Nederlanders. Maar ik deed wat ik moest doen en werd Nederlands kampioen, en werd als enige speler van dat toernooi uitgenodigd. Uiteindelijk had Jeroen overigens een gelukkige hand van uitnodigen, want zowel Benjamin, Jan als ik (die de drie plekken vulden) speelden een erg goed toernooi.

Mijn teamgenoten Jan Smeets en Erwin l’Ami, die beiden ervaring in de A-groep hebben, werden voor dit jaar helemaal niet uitgenodigd. Om te spelen althans, want voor Erwin was er een leuk alternatief: hij was het hele toernooi aanwezig en gaf veelvuldig commentaar, vooral bij de dit jaar geïntroduceerde livestream. Dat lijkt mij ook wel wat, al ben ik me ervan bewust dat ik niet zo’n goede prater ben als bijvoorbeeld Yasser Seirawan. Maar voor de vlotte babbel kan er vast een co-commentator komen.

Er werd niet alleen op het aantal grootmeestergroepen bezuinigd, ook het prijzengeld was dit jaar flink minder. Maar iedereen had daar geloof ik wel begrip voor en uit het deelnemersveld bleek wel dat het nog steeds een aantrekkelijk toernooi is. Hoewel, eigenlijk was het op papier een riskant toernooi voor mij om te spelen, ratingsgewijs gezien. Veel jonge spelers, Timman die het laatste half jaar goed in vorm is (en tijdens het toernooi ook), Wojtaszek die rond de jaarwisseling twee toernooien won, waar zou ik de punten moeten halen? Tegen de promovendi wellicht, maar die versla je ook niet zomaar. En dan trok ik ook nog een hoog nummer bij de loting. Dat vinden schakers nooit leuk, maar de loting had nog een vervelende consequentie voor me. Of dat dacht ik.

Ronde 1: Zwart tegen Radoslav Wojtaszek

Ik wist dat de hoogste ratinghouder van onze groep goed bezig was geweest in Zwitserland, maar in de voorbereiding werd ik nog extra met de neus op de feiten gedrukt: hij had de laatste acht partijen met wit gewonnen. En dan niet alleen tegen pannenkoeken, ook 2600+ spelers gingen er gewoon aan. Lekker om tegen zo’n man te moeten beginnen, not…

Ik had echter een sluw plan bedacht, en dat kwam gewoon uit! Ik kreeg via een slimme zetvolgorde precies de gunstige versie van de Stonewall waarop ik gehoopt had. Toch zag ik dat ik nog wel wat moeilijkheden op te lossen had. Hij offert een pion, die pak ik maar, ik zie dat hij compensatie krijgt, maar dat ik het kan keepen. Een onhandige zet van hem, en opeens een eindspel met een pion meer. Wel remise, maar ik kan het proberen. Een fout van hem, en ik win een tweede pion! Nu zou ik toch wel moeten kunnen winnen? Het wordt echter toch nog lastig. Maar uiteindelijk krijg ik paard plus a- en b-pion tegen paard. Goed blijven opletten, dan moet het winnen. En dat gebeurde. Ik had de nummer 34 van de wereld met zwart verslagen!

Lees meer >

Nieuws over de match Paul van der Sterren – Hing Ting Lai

Op zaterdag 1 februari jl. is de eerste partij gespeeld. Met wit bouwde Hing Ting aan een klein plusje, dat zo rond de 30e zet vaste vorm begon aan te nemen. Even later miste hij een veelbelovende voortzetting:

Lees meer >

Bespiegelingen in het toreneindspel Yu-Goudriaan

Naar aanleiding van mijn verslag van ronde 7 in de B-groep kwam er een reactie van een schaakliefhebber op het toreneindspel tussen Yu en Goudriaan.

Yu Yangyi – Goudriaan, E.

Vanuit de uitgangsstelling (zie diagram) waarin ik mijn analyse was begonnen, gaf hij de volgende reactie:

Ik heb twee vragen over het eindspel bij Goudriaan.

45. … f5, Dat alternatief dat je geeft is zeer lastig, en dan ook nog moeten inschatten dat daar op het eind f4 niet wint. Zo makkelijk is dat niet in de praktijk, of vergis ik me?

Dan nog een vraag over de stelling na zet 48 van wit. Zwart speelt Kb6, jij geeft Kd6. Ik dacht daar aan Td8 (koning afhouden van de pionnen) om dan na a7 met Ta8 te blokken. Na een wachtzet van wit kan Kb7 en met een torenschaak kan zwart zijn koning op a8 zetten. Voor wit niet zo makkelijk om daar iets van te maken. Ik was benieuwd naar je mening daarover.

Lees meer >

Giri rukt op naar tweede plek

Wederom werden de toeschouwers deze ronde getrakteerd op een hoop spektakel. In de A-groep viel maar één remise, maar dat was er wel één om je vingers bij af te likken. Karjakin vlocht aardige combinaties in de stelling, maar Nakamura wist het hoofd koel te houden. Omdat veel moois helaas niet op het bord verschijnt, hierbij een voorbeeld:

Nakamura, Hikaru – Karjakin, Sergey

Wit speelde 15. b4, maar wat volgt er bijvoorbeeld op 15. h3?

15…Pd4+! 16. exd4 Pg3#

Lees meer >

Heroïsch gevecht tussen Bok en Timman

Hoewel de heren van de A-groep, zoals we hem maar gemakshalve noemen, opnieuw mochten genieten van een vrije dag na hun vermoeienissen in het Amsterdams Rijks museum, vlogen de spelers uit de B-groep elkaar flink naar de keel. Het Tata Steel Tournament lijkt met deze vernieuwingen toch een interessante formule. Want de zaal is niet leeg, er valt van alles te genieten.

Benjamin Bok
Jan Timman

De Nederlandse ogen waren ondertussen gericht om de verrichtingen tussen Benjamin Bok en Jan Timman te volgen. Hier was duidelijk sprake van een generatiekloof. Daar zit zo’n slordige 44 jaar tussen. Bok is de hemelbestormer die graag snel grootmeester wil worden en de voor hem magische grens van 2600 wil slechten. Timman is de voormalige nummer twee van de wereld, de man die in Nederland zoveel mensen voor onze geliefde schaaksport heeft gewonnen.

Het werd een fascinerend gevecht.

Lees meer >

Tata Steel A4: Giri niet voorbij So

Het Catalaans is een solide opening die door veel witspelers gebruikt wordt om een klein voordeeltje te bereiken zonder zelf veel gevaar te lopen. Onze landgenoten Anish Giri en Loek van Wely haalden beide deze opening van stal, met het doel So en Harikrishna het eens flink lastig te maken. Loek slaagde daarin niet echt. Harikrishna speelde de opening nauwkeurig en Loek had niet echt een goed antwoord op het zeldzame 9..Pc6!?. Loek besloot niet al te veel risico te nemen en de partij eindigde spoedig in remise.

Vandaag speelden ze in het Rijksmuseum in Amsterdam.

De partij van Anish ging meer volgens plan. Hij veroverde het loperpaar maar kon daar nog niet veel vanwege het gesloten karakter van de stelling. Misschien speelde hij iets te langzaam na de opening, maar uiteindelijk kon hij al zijn stukken ontwikkelen en druk op de damevleugel uitoefenen. Hij veroverde zelfs een pion op a7, maar moest hier de c-lijn voor opgeven. Zwart verkreeg veel tegenspel en toen hij de stelling iets te laat openbrak kreeg So teveel tegenspel. Na een korte analyse leek het erop dat zet 35 een beter moment was om de stelling te openen met e4, al zou dan de winst ook nog ver zijn geweest.

Lees meer >

Tata Steel Challengers ronde 4: remises zijn uit!

De kop die boven het verslag van ronde 3 op Newsaboutchess staat, zou ook nu erg toepasselijk geweest zijn. Terwijl de deelnemers van de Tata Steel Masters van een rustdag aan het genieten waren, legden de deelnemers van de Tata Steel Challengers elkaar het vuur aan de schenen. De vierde ronde was er één die enkel winnaars en verliezers kende.

Twee Nederlanders zaten aan de goede kant van de score, te weten Jan Timman en Dimitri Reinderman. Lang zag het er niet naar uit dat de heren een vol punt naar zich toe zouden trekken. Timman kwam niet heel comfortabel uit de opening, maar wist de kansen in het verre middenspel toch nog te keren:

Timman, Jan H – Brunello, Sabino

1. e4 c6 2. d4 d5 3. e5 Lf5 4. Pf3 e6 5. Le2 Pe7 6. O-O c5 7. c4 Pbc6 8. dxc5 d4 9. Db3 Dd7 10. Td1 Pg6 11. Pc3 Pgxe5 12. Pxe5 Pxe5 13. Lf4 Pg6 14. Lg3 Lxc5 15. Lf3 O-O 16. Pa4 Le7

Lees meer >