Boek over Berry Withuis
Naast de topschakers zelf mag je Berry Withuis een van de belangrijkste personen noemen in de Nederlandse schaakgeschiedenis.
Decennialang was hij niet alleen perschef van alle belangrijke toernooien in ons land, maar regelde hij eigenlijk ook het deelnemersveld. Tegenwoordig zou je hem toernooidirecteur noemen, maar daar wilde hij niets van weten. Hij liet zich voor zijn werk ook niet betalen, zijn geld kreeg hij uit zijn journalistieke werk. Withuis was overtuigd communist en wilde ook niets weten van onderscheidingen. Anders zou hij zeker tot erelid van de KNSB zijn benoemd. In de Canon hier op Schaaksite is meer over hem te lezen. Bij zijn overlijden in 2009 stond op zijn rouwkaart: “Nog steeds vloekend op de fascisten maar overigens goed geluimd, en woordrijk en geestig als altijd.”
Raadselvader
Volgende week verschijnt een boek over Withuis, onder de titel Raadselvader. Het is geschreven door zijn dochter Jolande, een bekende geschiedschrijfster. Berry’s overtuigde communisme staat centraal in het boek. Jolande groeide op met haar vaders politieke overtuiging, maar ontwikkelde zich tot een vermaard critica van het communisme. De uitgever: “Die breuk met haar afkomst opende voor Withuis de weg naar het schrijverschap en de wetenschap, maar leidde tegelijkertijd tot een verwijdering tussen haar en haar vader. Na zijn dood kon ze zich er niet bij neerleggen dat de man die zij als kind had vereerd, zich als persoon nauwelijks had laten kennen. Met behulp van onder meer zijn BVD-dossier reconstrueert ze in Raadselvader zijn levensgeschiedenis. Withuis’ scherpe en ontroerende ontleding van de verhouding tot haar vader weerspiegelt onze recente wereldgeschiedenis en biedt de lezer een blik van binnenuit op de Koude Oorlog: ‘Ik was vijf en wist: wij zijn de vijand.’”
Lees meer >
Een dergelijke uitspraak moet je altijd checken. Daarbij doel ik niet op het moderne fenomeen ‘nepnieuws’, maar op iets vriendelijkers. Er zijn nogal wat families waarin opa bekendstaat als meester of zelfs grootmeester, op basis van kleine lokale successen. Baudet blijkt echter in zoverre gelijk te hebben, dat zijn overgrootvader een van de sterkste Nederlandse schakers van zijn tijd was. De claim over Lasker en Capablanca acht ik nog niet bewezen.
Afgelopen zaterdag kwam landskampioen Kennemer Combinatie op bezoek bij ons in Apeldoorn. Voor de wedstrijd begon hadden we een eerste tegenvaller: Armen Hachijan was ziek geworden. Voor hem in de plaats kwam ons geheime wapen, waarover straks meer.
Bij nader onderzoek bleek dat het ging om Ben Meyers, een student Ontwerpkunde, die samen met zijn vader een uniek schaakbord had ontworpen in de vorm van een wereldbol. Voor de bol en de bijbehorende (magnetische) schaakstukken hadden ze speciaal hout gebruikt (walnoten, esdoorn en Jatoba). Esdoorn gebruikten ze voor de lichte velden en walnoot voor de donkere velden. Ben was het idee al eerder tegengekomen maar vond dat het beter uitgevoerd kon worden. Samen met zijn vader heeft hij het spel in vijf weken gemaakt. De keuze voor hout was niet zo moeilijk want hobby en werk van zijn vader was houtbewerking. Op zevenjarige leeftijd leerde hij al van zijn vader hoe hij hout kon bewerken. De schaakstukken zijn met veel aandacht voor detail gemaakt. Er kwam veel wiskunde aan te pas om het goed in bolvorm te kunnen maken. (Educatief: schaken en wiskunde!)
De Bundesliga. Vroeger keek ik er vaak naar, Zaterdags om 18:00 uur op een van de Duitse zenders. Wat me er vooral van is bijgebleven is dat er toen, in de jaren ’80, altijd van die lelijke spitsen rondliepen. Dieter Hoeness bij Bayern München en Rudi Völler bij Werder Bremen bijvoorbeeld. Het meest tot de verbeelding sprak echter Horst Hrubesch, de spits van HSV uit Hamburg. Waar wij in Nederland gewend raakten aan sierlijke spitsen zoals Marco van Basten,
