Eindspelfinesses 26: Toren en pion tegen toren 2

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
Twee weken geleden heb ik een begin gemaakt met het ‘standaardtoreneindspel’ van toren plus pion tegen toren. Ik reikte u een belangrijke basisstelling aan, te weten:
De winstmethode staat ook wel bekend onder het ‘bruggetje bouwen’. Voor deze techniek verwijs ik u naar het vorige artikel.
De tweede basisstelling waar elke schaker vroeg of laat mee te maken krijgt is de Stelling van Philidor.
![]() |
Deze stelling is al in 1777 onderzocht door François-André Danican Philidor Philidor. Zwart houdt remise door ‘niets te doen’. Ofwel: hij doet wachtzetten met de toren over de zesde rij, totdat wit de pion te ver (naar d6) heeft opgespeeld. Dan ‘duikt’ de toren naar beneden om de witte koning in de rug aan te vallen. De remise is nu een feit.
1… Tb6 2. Tg7 Ta6 3. d5 Tb6 4. Ta7 Th6 5. d6 Th1! 6. Ke6 Te1+ 7. Kd5 Td1+
De ‘regen’ van schaakjes is een feit en remise onontkoombaar.
½ – ½
We kennen nu twee basisstellingen:
- De stelling van Philidor
- De stelling van Lucena