Deze maand is het 100 jaar geleden dat de eerste wedstrijden in de KNSB-competitie werden gespeeld. De bond was toen natuurlijk nog niet koninklijk en heette NSB, wat in die tijd nog geen beladen afkorting was. Geschiedenisverhalen komen vaak heel toevallig tot stand. Het is niet zo dat onze redactie er enthousiast op afstevende, nee, we kregen vorige week zomaar een tip van Co Buysman, schaker bij Caïssa-Eenhoorn in Hoorn. Hij verdiept zich allang in de Nederlandse schaakgeschiedenis.
Het eerste competitieseizoen was 1920-21, op de site van de KNSB is een lijst van kampioenen te zien. Je zou dus zeggen dat de competitie is begonnen rond september 1920, maar in een gedegen verhaal van wijlen Ton Sibbing, een nauwgezette geschiedschrijver, had ik al gezien dat het in februari begon. Co Buysman ontdekte dat er in de eerste jaren van de twintigste eeuw al initiatieven werden genomen en ook wedstrijden werden gespeeld.
Als je Timman, Van Wely, Sokolov en Van der Wiel in een team zet met buitenlandse wereldtoppers als Lautier, Goerevitsj en Vaganjan erbij, dan heb je wel kans dat je kampioen van Nederland wordt. Panfox Breda in 1998., (Foto: Johan Hut)
Zoals ik in 2011 al schreef in de Canon van het Nederlandse schaken, op deze site, ontmoetten clubs elkaar voor 1920 wel in vriendschappelijke massakampen. De eerste officiële competitie was elitair, alleen vijf clubs uit de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht mochten eraan deelnemen.
Lees meer >