Gespot 59: ‘Het witveldige Beest’
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Ik weet dat er schakers zijn die een enorme voorkeur hebben voor een bepaalde kleur velden. Spelers die het Konings-Indisch spelen met zwart houden heel erg van de zwarte velden. In Nederland loopt een grootmeester rond, waarvan mij is opgevallen dat hij een zekere voorliefde heeft voor de witte velden.
Het is Sergey Tiviakov, die vooral zijn openingsrepertoire lijkt te hebben opgebouwd rondom de witveldige loper. Zo speelt hij na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 een systeem waarin hij zeer zorgvuldig is op bovengenoemde loper. De meest agressieve aanpak laat aan zich voorbij gaan. Nee, hij bergt die loper na 3… Lc5 4. c3 Pf6 5. d3 d6 met 6. Lb3 liefst zo snel mogelijk op.
In de hoop dat hij die witte velden later in de partij kan openbreken om de loper een hoofdrol te laten spelen. Stiekem is in dit type Italiaanse stellingen ook veld f5 (niet toevallig ook een wit veld!) een mooi streven om daar een paard te nestelen.
In een andere opening, de Caro Kann, heeft Tiviakov ook een systeempje in petto dat wel bij hem past. Zelf moest ik door schade en schande ondervinden hoe sterk die witveldige loper kan worden in de variant na 1. e4 c6 2. d4 d5 3. Pd2 dxe4 4. Pxe4 Lf5 5. Pg3 Lg6 6. Ph3 e6 7. Lc4. Een blik in de database levert op dat ik niet zijn enige slachtoffer ben geweest in deze variant. Niemand minder dan Jan Timman en Robin van Kampen gingen er tegen hem onderdoor. En niet geheel toevallig speelde ook die witte loper een hoofdrol.
Vandaar dat ik die loper na deze inleiding maar even een bijnaam zal geven: ‘Het witveldige Beest’.
Lees meer >