Column 50: Capriolen in een obscuur eindspel
Voor een vijftigste column leek het me gepast om met een bijzonder verhaal te komen. Het speelt zich af in 1985 te Boekarest, de hoofdstad van Roemenië. Nadat de Eindhovense schaakvereniging in zijn hoogtijdagen als amateurvereniging zomaar landskampioen was geworden, had de club zich het recht verworven om aan Europa Cup wedstrijden deel te nemen. Dat ging er heel anders aan toe dan tegenwoordig het geval is.
Er werd volgens het knock-outsysteem gespeeld waarin er geloot werd wie de tegenstander werd en ook waar er twee wedstrijden op zes borden gespeeld zouden worden. In de eerste ronde werd de Eindhovense Schaakvereniging gekoppeld aan IT Bucaresti in Roemenië. Met zo’n man of tien werd het vliegtuig naar Roemenië geboekt voor een – naar wat later bleek – een fantastisch avontuur zou worden.
Het was in de tijd dat de Roemeense dictator Nicolae Ceacescu (zie foto bron onbekend) aan de macht was. Met de bus op weg naar de speelzaal werden we door militair machtsvertoon tegengehouden omdat de dictator er eerst langs moest met zijn gevolg. Verder viel ons op dat op de menukaart tomaten de boventoon voerden in dit straatarme land.
We speelden tegen een ploeg van louter titelhouders, met grootmeester Gheorghiu (sub-wereldtop destijds) aan het eerste bord en verder alleen maar IM’s. Wij moesten het stellen met twee IM’s (Peter Scheeren en Frans Kuijpers) en met vijf de zogenaamde ‘jonge 2300-honden’ (Rudy Douven, Frans Cuijpers, Johan van Mil, Gerard Welling en ondergetekende).
Na de eerste match was Eindhoven op verrassende wijze aan een kleine voorsprong gekomen, maar het werd al spoedig duidelijk dat het in de tweede partij “alle hens aan dek” voor ons zou worden. De partijen werd gespeeld in de tijd dat partijen nog afgebroken konden worden. In de tweede ronde kreeg onze man op het eerste bord, IM Peter Scheeren, een bijzonder onaangenaam dame-eindspel met een pion minder dat hij tegen GM Gheorghiu moest gaan verdedigen. Een tweede afgebroken partij stond voor ons aantoonbaar verloren en de derde afgebroken partij was die van mij tegen de Roemeense professional Julius Armas (zie foto stichting SSIJ). Nu kennen we deze bijzonder aimable man van de succesvolle Franse schaakcamping die hij met zijn vrouw runt.
Bij winst op mijn bord zouden de andere twee mogen verliezen omdat het eindtotaal in het voordeel van Eindhoven zou uitvallen. Zou ik echter niet winnen, dan kon Scheeren wel eens een zeer zware pijp te roken krijgen….
Het was duidelijk dat het gehele team zich die avond stortte op de afgebroken stelling uit mijn partij die er zo uit zag:
Dat moest die avond (en nacht) gebeuren omdat de volgende ochtend verder gespeeld zou worden. Er werden – op Russische leest geschoeid – verschillende teams geformeerd die de diverse varianten zouden uitzoeken. De analyse, die ik hieronder zal weergeven, kwam tot stand door een gemeenschappelijk krachtsinspanning van de gehele ploeg.
Omdat de winst op slechts één – in mijn ogen zeer kunstzinnige manier – afgedwongen kan worden, was de conclusie gerechtvaardigd: een partijstelling wordt daadwerkelijk tot eindspelstudie verheven!
Het oorspronkelijke optimisme over een goede afloop sloeg snel om in een negatieve stemming toen iemand een verdediging voor de tegenstander vond, die op het oog niet eenvoudig te kraken leek. Met een klein magnetisch schaak¬bordje werd tijdens het eten gelukkig een prachtige vondst gedaan, zodat de stemming weer opperbest werd. Zelfs de nodige alcoholische versnaperingen werden te voorschijn gehaald. Na het diner werden de krachten gebundeld en leken alle varianten de goede richting in te wijzen. Het aanvankelijke enthousiasme dat alles op fraaie wijze zou winnen, werd toen getemperd door het feit dat in één variant geen winst gevonden kon worden. Maar deze verdediging, die gevonden werd door Gerard Welling (48. Kg4!!), was zo verborgen dat het team redelijk optimistisch bleef over de afloop. “Zou de tegenstander ook zo goed geanalyseerd hebben als wij?”, was de terechte vraag waarmee ik rond twee uur ’s nachts naar bed werd gestuurd.
Nadat iedereen, op een clubgenoot na, diep in de nacht het bed had opgezocht, was alleen Johan van Mil doorgegaan met zijn zoek¬tocht. Hij was er niet gerust op dat de tegenpartij de verdediging niet zou vinden en hij besloot om zijn nachtrust geen prioriteit te verlenen. Tegen de ochtenduren deed hij een wonderbaarlijke ontdekking, die de sleutel tot succes vormde en waarvoor hij mij ’s morgens om 8 uur het bed uit schopte. Terwijl ik de slaap uit mijn ogen wreef, keek ik naar het schaakbord waarmee hij de hotelkamer was binnengekomen en waarop hij het winnende concept had uitgevoerd. In de stelling na 48. … Kd4 (met een paard op d6) was hij tot de ontdekking gekomen dat deze stelling ook te bereiken was met een paard op d8.
Vondst van Gerard Welling |
Vondst van Johan van Mil |
Verderop zult begrijpen waar dit allemaal over gaat. Als speler die lang op de stelling had zitten puzzelen, besefte ik wel onmiddellijk wat hij bedoelde, want met het paard op d8 was al eerder op de avond een winst gevonden. Deze droge constatering zette de kroon op het werk. De studie was nu een waar kunstwerk geworden, tenminste naar mijn bescheiden mening. Nog even repeteerde ik alle varianten voordat ik de speelzaal in gedirigeerd werd. De partij ging als volgt verder:
Zwart had de zet 41. … Kd7 onder couvert afgegeven. Omdat ik schaaktrainer ben, heb ik ervoor gekozen om de varianten te larderen met de nodige uitleg. Ik hoop dat de lezer hetzelfde plezier beleeft aan de wonderbaarlijke capriolen die het zwarte paard moet uithalen om de winst af te dwingen, als de spelers van de schaakvereniging Eindhoven, die nacht in een donker hotel in Boekarest, ten tijde van het nog donkerder bewind van Ceacescu.
41. … Kd7 42. Kf4 Kc6 43. Ke5 Kc5!
Ik had nu aanvankelijk gedacht dat zwart na 43. … Pb5 44. b7? Kxb7 45. Kd5 Kb6 46. Kc4 Kc6 47. Kb4 Pc3 48. Kc4 Pe2 eenvoudig zou winnen. Maar al snel werd mijn optimisme getemperd door Peter Scheeren, die liet zien dat wit met 44. Ke4! een afwachtende houding moet innemen. Na 44. … Kxb6 45. Kd5 is zwart in tempodwang en hij kan zijn stelling niet verbeteren.
44. Ke6 Pb7 45. Ke5 Pd8
Dreigt met schaak de pion te dekken zodat de zwarte koning op b6 kan nemen. Maar hoe verder na
46. Ke4
want dan zal zwart terug moeten met het paard, of…
46. … Pf7!!
Een vondst van Peter Scheeren onder het eten. Het idee achter deze zet is om velden van de witte koning te ontnemen om hem weg te drijven van de witte pion, zodat zwart tijd krijgt om de lastige b pion onschadelijk te maken.
47. Kf5
De enige zet die in aanmerking komt, want opnieuw heeft zwart geen tijd om de pion te slaan, want 47. b7?? faalt uiteraard op 47. … Pd6+ met winst.
47. … Kd5!
Een paradoxale zet, want de zwarte koning raakt nu ook verwijderd van de b pion die hij onschadelijk moet maken. Maar wit wordt nu voor het blok gezet welke zet hij moet doen. Zo levert 47. … Kxb6? niets op na 48. Ke6! Pd8+ 49. Kd5 Pc6 50. Kc4 gevolgd door c2 c3 en de laatste pion wordt afgeruild.
48. Kg6
Twee andere pogingen zijn:
- 1) 48. Kf6? Pd6! Een nieuwe pointe in het zwarte concept. Belangrijk is dat nu 49. Ke7 niet gaat vanwege 49. … Pc8+ en de pion sneuvelt. Omdat het paard de velden f5 en f7 onder controle heeft, moet de witte koning naar de g lijn, waar hij net iets te ver staat. 49. Kg5 Kc6 50. Kf4 Kxb6 51. Ke5 Kc5 en zwart is precies op tijd terug, terwijl hij ondertussen de b pion heeft geconsumeerd;
- 2) 48. Kg4! Gesuggereerd door Gerard Welling: "Als 48. Kg6 niet werkt dan moet je 48. Kg4 natuurlijk proberen, want de witte koning is even ver van de zwarte pion verwijderd. Deze zet kostte het gehele team de meeste hoofdbrekens.
2a) 48. … Kc6? 49. Kf5 Kxb6 50. Ke6 Pd8+ 51. Kd5 Pc6 52. Kc4 en wit maakt remise;
2b) 48. … Pd8? 49. Kf4! Pb7 50. Kf5 Pd6+ 51. Kf6 en een bekende stelling is ontstaan met de ‘verkeerde’ kleur aan zet;
2c) 48. … Pd6!! 49. Kf4 Kc5! De pointe van het geheel. Door het paard op d6 moet de koning naar het fatale veld e5: 50. Ke5 (zie analysediagram)
Na een hele nacht analyseren ontdekt door Johan van Mil. "Als het paard op d6 staat, staat het ook op d8!", zo zei hij. En dus kun je in deze stelling met schaak op c6 komen en de pion op b6 van het bord halen. Het paard gaat dus nu een blokje om… 50. … Pb7 51. Ke4 Pd8 52. Ke5 Pc6+ (met schaak!!) 53. Ke4 Kxb6 54. Kd5 Kb5 en zwart wint.
48. … Pd8!
De enige juiste zet, zoals zal blijken. Niet 48. … Pd6 49. Kf6 want nu is het de zwartspeler die in tempodwang is en geen vorderingen kan maken. Onder het eten werden voorlopig even geen nieuwe mogelijkheden gevonden, totdat ikzelf met dit idee op de proppen kwam.
49. Kf5
Nu gaat 49. Kf6? niet wegens 49. … Kc5!! 50. Ke5 [of 50. Ke7 Pc6+ (met schaak!) 51. Kd7 Kxb6 52. Kd6 Pb4 53. Ke5 Pxc2.] 50. … Pc6+ (weer met schaak!) 51. Ke4 Kxb6 52. Kd5 Kb5 en zwart heeft een bekende winststelling bereikt.
49. … Pb7 50. Kf4
Gedwongen, want we hadden al gezien dat 50. Kf6 faalt op de tempo¬dwang na 50. … Pd6. De witte koning moet altijd zo snel mogelijk bij de zwarte pion kunnen komen.
50. … Pd6
51. Kf3
Wit ziet in dat hij de partij niet zal kunnen redden en hij berust in zijn lot. Na 51. Kg5 Kc6 52. Kf6 Kxb6 53. Ke5 Kc5 verliest hij ook.
51. … Kc6 52. Ke2 Kxb6 53. Kd2 Pb5 54. Kc1 Kc5 55. Kb1 Kb4 56. Kb2 Pa3 57. c4 dxc3 e.p.+
0 1
De klap kwam hard aan bij de Roemenen. Ze hadden er volstrekt geen rekening mee gehouden om door een team met ‘losbollen’ uitgeschakeld te worden. Voor hen was de Europa Cup van een ander gewicht als voor ons. Voor mensen die het in het dagelijks leven zwaar hebben, was het een manier om naar het buitenland te kunnen. Het weerhield ons er echter niet van om die avond flink dronken te worden…
Deze varianten via de viewer:
Inderdaad een wonderbaarlijk geheel!
Overigens kan het paard in de variant van Johan van Mil ook via a5 naar c6. Als wit na 50 … Pb7 51. Ke6 speelt ipv Ke4 is dat zelfs de enige zet die wint.
Mooie stelling inderdaad, en een goede toevoeging van Tjaart!
Beste Tjaart. De toegevoegde variant klopt inderdaad als een bus. Inderdaad blijft het een wonderlijk geheel.