In oktober 2005 vergezelde ik de leden van het KPN schaakteam naar de schaakolympiade voor bedrijven bij het Kadaster in Apeldoorn. Begin dat jaar was ik bij KPN na de zoveelste reorganisatie met een gouden handdruk vertrokken zodat ik zelf niet meespeelde. Ik beperkte mij die dag tot toekijken en het spelen van enkele simultaanpartijtjes tegen IM Sipke Ernst..lees de hele column in PDF.
Dit jaar hoop ik, ijs en weder dienende, 64 jaar te worden (alvast bedankt). Naar mijn smaak voor een schaker de mooist denkbare leeftijd. Ik mag er dan ook, als het een beetje meezit, een jaar van genieten. De grootste schaker aller tijden stierf op deze leeftijd. Het had zo moeten zijn, al hoop ik wel wat ouder te worden. Mijn schaakheld Michael Tal is helaas maar 55 jaar geworden mede door zijn ongezonde levensstijl.
Voor de oorlog maakte mijn oom deel uit van Goes I dat toen in de KNSB-competitie uitkwam. Een goeie schaker dus, maar gek genoeg wilde hij nooit tegen me spelen.
Het risico dat hij van die snotjongen zou verliezen, wilde hij waarschijnlijk niet lopen.
Toen hij benoemd werd tot directeur van de Wereldbank verhuisde hij van Brussel naar Washington en kocht hij een pied-à-terre in Zuid-Frankrijk. Een huisje in het departement Gard, het westelijke deel van de Provence, niet ver van het historische stadje Uzès.
Jarenlang mochten wij daar onze zomervakantie vieren.
Ik moest daaraan terugdenken toen ik het verhaal van Foppe-Jan las en bedacht dat we te laat bevriend zijn geraakt. Anders had ik vast een keer mee kunnen doen aan zo’n vriendentoernooitje waar vele bekende en minder bekende schakers aan hebben deelgenomen. Tenslotte was het maar 1 uur en 41 minuten rijden van het vakantiehuisje in Méjannes-le-Clap naar Mollans-sur-Ouvèze.
“Forever young”, wenst Bob Dylan zijn publiek toe.
“Voor altijd jong”, speldt Matthijs van Nieuwkerk de gasten van zijn muziekshow op de mouw. De meesten laten zich de vleierij aanleunen, een enkeling sputtert tegen. Eeuwige jeugd, het mocht wat.
Het is mogelijk, altijd jong blijven, zingt Alphaville. Als je maar jong sterft of als je maar op jonge leeftijd iets doet waardoor je als jong genie voor eeuwig voortleeft.
Voor ons, gewone schakende stervelingen, is zo’n eeuwige jeugd wenselijk noch haalbaar. Zolang we maar tot op hoge leeftijd van het spel kunnen blijven genieten. Dat is meer dan genoeg. De krachten zullen afnemen, maar als het meezit zullen er momenten zijn waarop het vroegere elan zich voor even weer in volle glorie toont en het jonge grut aan de andere kant van het bord ten onder gaat aan overmoed en onderschatting. En een enkele keer weet je misschien iets te bereiken waarvan je niet wist dat je het in je had. Remisekoning!
Enfin, lees het mooie verhaal van Foppe-Jan Montsma. Maar lees ook hoe fragiel alles is als de gezondheid je in de steek laat. Zoals bij die vriend van mijn allereerste schaakuur, Rob Witt.
Het duurt nog even voordat hij er is maar dan heb je ook wat: de quantumcomputer. De superrekenmachine met q-bits i.p.v. bits. Oftewel niet rekenen met 1 of 0 maar rekenen met 1 of 0 of 1 en 0. Een revolutie in het computertijdperk die zijn weerga niet kent. Huidige snelle computers worden gedegradeerd tot trage telramen.
Is een dergelijke revolutie ook mogelijk bij het schaak?
Mijn vader stierf aan een longbloeding, voor mijn moeder die er bij was een afgrijselijke ervaring. Toen arts en begrafenisondernemer langs waren geweest en zij een moment rust had, hoorde zij hoe buiten de slagersjongen die de bestellingen rondbracht op zijn fiets – in de jaren vijftig geen ongewoon beeld – een allervrolijkst deuntje aan het fluiten was. Zij vertelde mij vele jaren later hoe volstrekt idioot dit op haar overkwam,
Aan het eind van mijn laatste werkdag wendde mijn directeur zich tot me met de woorden: “Besef je wel dat je de laatste levensfase ingaat?”
Jarenlang had ik prettig met hem samengewerkt en ik was allengs gewend geraakt aan zijn typische gevoel voor humor, maar deze woorden vielen toch enigszins rauw op mijn dak.
Een paar jaar later speelde ik mijn eerste individuele toernooi voor senioren. Het toernooi had een lange traditie en vond jaarlijks plaats in een sprookjesachtig stadje in het oosten van Duitsland totdat corona een streep door de rekening haalde. Een contingent Nederlandse schakers streek daar ieder jaar neer, veelal oude bekenden van me, en ik werd dan ook direct opgenomen in de gezellige club van ‘Schlachtenbummler’.
Het toernooi werd gehouden in een fraaie congreshal en alles wees erop dat ik een plezierige tijd tegemoet zou gaan. De openingsceremonie verliep in een aangename sfeer totdat de toernooidirecteur het woord nam. Wat volgde was een opsomming van een lange rij namen van schakers die jaarlijks het toernooi bezochten, maar er helaas nu niet meer bij konden zijn omdat ze ‘ons’ in het afgelopen jaar waren ontvallen. De woorden van mijn directeur schoten door mijn hoofd en ineens had ik niet meer het gevoel dat ik me in een toernooi bevond maar voor de poort van de schakershemel.
Wat doet een schaakverzamelaar met een goed gevulde beurs? Hij of zij logt in bij het veilinghuis Sotheby’s en koopt daar een van de vele schaak gerelateerde kavels die er aangeboden worden. Lees de hele column in PDF.
Deze en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.
Net als 98% van de wereld (die 2% is dan de bevolking van Rusland en die van Belarus) zat ik de afgelopen twee weken ademloos te kijken naar wat onze “vriend” Vladimir P. in het Kremlin in de Oekraïne aan het aanrichten is. Lees de hele column in PDF.
Deze en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.
De Stones komen naar Nederland! Als eerbetoon een stukje uit de oude doos.
Dirk’s ABC.
Wie wel eens een bruiloft of jubileumfeest bezocht heeft kent het wel: het ABC. Een levensschets van de bruid, bruidegom of jubilaris aan de hand van het alfabet. Nu ben ik niet zo gek op feestjes dus dan maar een alternatief bedacht voor voorzitter Dirk Schild die na 30 (!) jaar trouwe dienst zijn hamer door geeft.