Columns

De speling van het lot

Soms gebeuren er dingen in het leven die door een merkwaardig toeval wonderwel samenvallen.

De serie ‘Das Boot’ wordt momenteel op TV uitgezonden. Spannend en levensecht. De acteurs en de mise en scene geven je het gevoel dat het zo geweest moet zijn. Mannen in de kracht van hun leven, hutje mutje samengepakt in een U-Boot, een doodskist onder water. Sommigen met overtuiging, anderen vol twijfel, maar de speling van het lot had ze samen gebracht en daar was geen ontsnappen aan.

Lees meer >

Avonturen in Jekaterinenburg

Links toernooidirecteur van het Tata Steel Chess Tournament, Jeroen van den Berg (foto Lennart Ootes)

Bij het doorzoeken van clubbladen, beter gezegd het bekijken van clubwebsites, kwamen we een bijzonder aardig artikel tegen van niemand minder dan Jeroen van den Berg uit Amsterdam.

Jeroen is onder meer de toernooidirecteur van het Tata Steel Chess Tournament maar dat is één van de vele toernooien waar hij ooit bij betrokken is of is geweest. Dat een directeur de nodige dingen meemaakt, is een eufemisme, maar meestal blijven die binnenskamers. Daarom is het natuurlijk extra leuk als er een tipje van de sluier wordt opgelicht bij het gebeuren in een groot toernooi. Van den Berg was één van de officials bij het laatste Kandidatentoernooi in Jekaterinenburg (Rusland) dat toevallig na één cyclus heel onverwacht werd afgebroken door de uitbraak van het corona-virus.

Wat er op dat moment allemaal gebeurde, leest u in het hier volgende verslag dat Jeroen schreef voor het clubblad (Patten geheten) van zijn vereniging SV Amsterdam West. Dat blad wordt al tijden in elkaar gesleuteld door de onvolprezen Dirk Goes. Hoewel het al even geleden is, leek het de redactie aardig om dit verhaal, met instemming van Jeroen, aan de bezoekers van Schaaksite te presenteren.

 

Donderdag 26 maart begon voor mij als een dag als alle andere tijdens het kandidatentoernooi in Jekaterinenburg. Rond 9.00 uur op stond ik op, ging naar de ontbijtzaal en was ondertussen benieuwd wat de tweede toernooihelft ons zou brengen. Ik ging vóór mijn dagelijkse bezoek aan de dokter (zowel organisatoren als alle spelers en hun secondanten werden verplicht tweemaal per dag gecheckt op symptomen van Covid-19) nog even naar het fitnesscentrum in het hotel om wat aan mijn conditie te werken.

Zittend in de toernooizaal, Jeroen van den Berg (foto Lennart Ootes)

Nog maar net terug op de hotelkamer kreeg ik rond 11.40 uur een WhatsApp-bericht uit Israël van Emil Sutovsky (algemeen directeur FIDE), die mij vertelde dat het toernooi voorbij was: het Russische luchtruim zou die dag om 24.00 uur worden gesloten, nu Covid-19 ook Rusland meer in de greep kreeg. Nog geen vijf minuten later kreeg ik een nieuw bericht van een van de lokale organisatoren, dat ik om 12.00 uur in de speelzaal werd verwacht voor een spoedbijeenkomst.

Het toernooi was dus echt voorbij. Twaalf dagen eerder was ik, samen met toernooifotograaf Lennart Ootes, vertrokken uit Amsterdam om via Moskou naar Jekaterinenburg af te reizen. Dat was op zichzelf al een avontuur, want zowel Lennart als ik sloten niet uit dat we bij de overstap in Moskou problemen zouden kunnen krijgen met het virus. Weliswaar was de coronasituatie toen nog niet zo erg als dat het een of twee weken later zou worden (en zeker niet in Rusland!), maar verschillende indianenverhalen deden al de ronde: als je lichaamstemperatuur hoger was dan 37 graden, zou je twee weken in quarantaine moeten. En er werd op de luchthaven van Moskou streng gemeten, zei men. Ook zouden mensen met een Spaans, Duits of Italiaans paspoort sowieso niet worden toegelaten. De problemen waren echter van geheel andere aard: een plotselinge sneeuwstorm in Moskou zorgde ervoor dat we met twee uur vertraging in Moskou landden, waardoor we onze aansluitende vlucht naar Jekaterinenburg misten.

Lees meer >

Memorial

Overal waar geschaakt wordt en de schaaktraditie in ere wordt gehouden zijn er memorials. Schaaktoernooien ter nagedachtenis van een kampioen, een lokale matador of een organisator die grote verdiensten heeft gehad voor het schaakleven van zijn land, club of bond. Vrijwel ieder land heeft dergelijke memorials.

Het zijn er opmerkelijk veel en ik vraag me af of dit soms typisch iets van de schaakwereld is. Het zou best kunnen.

Lees meer >

Kijksport

“Was je het vergeten?”, vroeg Jaap van den Herik nadat hij me uitbundig geprezen had voor het in memoriam over Leo Kerkhoff dat ik geschreven had.

Het is jaren geleden dat hij me dat vroeg, maar ik herinner me die vraag pijnlijk genoeg tot op de dag van vandaag. Ik had Leo en Jaap tekort gedaan.

Doorgeefschaak, een variant van het schaken waar het ware tactische talent niet verborgen blijft,

Lees meer >

Het keerpunt van Hans Ree

Het Nieuw Archief voor Wiskunde is het tijdschrift voor de leden van het Koninklijk Wiskundig Genootschap, de vakvereniging van Nederlandse wiskundigen in de breedste zin van het woord. Het genootschap is in 1778 opgericht onder het motto “Een onvermoeide arbeid komt alles te boven”, en is ‘s werelds oudste nationale wiskundevereniging. Daan Mulder schrijft mooie artikelen voor dit tijdschrift in zijn serie ‘Het keerpunt van …’. Het gaat over Nederlandse wiskundigen die een andere afslag in hun carrière namen.

Deze week herlas ik zijn interview uit december 2018 dat ging over Het keerpunt van Hans Ree en dit riep bij mij de herinnering op aan mijn ontmoeting met Hans Ree, nu al weer tien jaar geleden. Dit was ter gelegenheid van het verschijnen van Mijn Schaken. Een mooi boek met een bijzondere actie op onze site. Ik hoopte toen dat er rond de 75ste verjaardag van Hans weer een nieuw boek van hem zou zijn. Met iedere week een mooie schaakrubriek op onze site, en dit al ruim tien jaar lang, mogen we natuurlijk niet klagen.

Geniet van het interessante interview dat Daan Mulder had met Hans Ree. Beiden bedankt voor de spontane medewerking!

 

Daan Mulder

mulderdaan@live.nl

 

 

Het keerpunt van Hans Ree

‘Ik beschouw wiskunde wel als een hoger iets dan schaken, aanzienlijk hoger’

Lees meer >

“Viktor Kupreichik, de man uit Minsk” door Hans Meijer

Van de schaker waar Hans over vertelt in zijn column heb ik weliswaar gehoord, maar partijen van hem ken ik niet. Dus ook ikzelf ga genieten van deze column.

“Kijk, daar loopt grootmeester Kupreichik!” hoorde ik Bernard Bannink enthousiast zeggen. Ik keek in de richting die Bernard met zijn ogen aanwees en vroeg mij af wie Kupreichik was. Later die dag zag ik, in de speelzaal van het Oberwart Open 2001, Kupreichik opnieuw. Een kleine gedrongen man die een overhemd aan had waarop een grote zwarte inktvlek zichtbaar was. Zijn vulpen lekte. In Oberwart zat er na afloop van het toernooi voor hem niet meer in dan een klein prijsje. Ik betwijfel of het genoeg was voor een nieuw overhemd. Een jaar later zou hij in Moskou de B-groep van het Aeroflot Open 2002 winnen. De geldprijs die daaraan verbonden was bedroeg tienduizend dollar. Dat was meer dan genoeg geld om in Minsk in Wit-Rusland, de stad waar hij vandaan kwam, enkele fraaie moderne overhemden van te kunnen kopen.

Lees meer >

De klassieke vergeetcurve is geen illusie

In dit artikel:

  • de vergeetcurve van H. Ebbinghaus (1850-1909)
  • de illusie van H. Ebbinghaus
  • de illusie van E.H. Adelson
  • de illusies van M.C. Escher (1898 -1972)
  • de Illusie van een topschaker bij een Corus-toernooi
  • de IJmuidense illusie (met een afscheidsvideo van Theo Henrar)
  • de illusie van Wijk aan Zee

De vergeetcurve van Hermann Ebbinghaus (1850-1909)

Als je pas nieuwe dingen hebt geleerd kun je het vlak daarna weergeven, maar naarmate de tijd verstrijkt lukt dit steeds minder. Hermann Ebbinghaus, professor in de leerpsychologie, ontdekte ook dat zijn vergeetcurve uiteindelijk afvlakte tot een constante. Toen al wist hij dat slim herhalen van de stof een belangrijk hulpmiddel was om beter te leren leren. Alles wat we onthouden en leren doorloopt drie stadia: codificatie, opslaan en terugroepen. Vergeten is het proces waardoor informatie in ons geheugen verloren gaat. Naarmate iets langer geleden is vergeten we meer en meer. Dat laat Ebbinghaus zien met zijn vergeetcurve.

Lees meer >

Logboek van een clubschaker in coronatijd

September 2019, mijn geboortemaand. Dit jaar begint het seizoen 2019-2020. Het jaar van het Varken volgens de Chinese Kalender. Dit seizoen is voor mij. Ik ben namelijk in het jaar van het Varken geboren. Wegens persoonlijke omstandigheden heb ik dit seizoen nu meer tijd om me met wedstrijdschaak bezig te houden. Yes, here I are come.

Ik doe weer mee met de interne competitie op de club, ergens in Rotterdam.

Lees meer >

“Schakersvoyeurisme” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie

In deze dagen zijn wij massaal op onszelf teruggeworpen. Wij schakers kunnen online nog wel wat spelen, maar de geneugten van het aanschouwen van een puffende, lijdende tegenstander aan het bord zijn ons ontzegd. Hoelang nog? Ik werp een blik op mijn boekenkast, een ware vriend in deze dagen. Ik doe een bestandsopname en neem een boekje ter hand dat ik al onnoemelijk lang niet meer ingekeken heb: “Multatuli en het spel der koningen”.

Lees meer >

Frits Böttcher wordt lid van R.S.C. Wilhelm Steinitz

Aflevering 2, lees ook aflevering 1

Ontstaan van R.S.C Wilhelm Steinitz

Het schaakvirus waarde rond in Rotterdam op de H.B.S. aan de Bergsingel en die aan de ’s Gravendijkwal. Op beide scholen besloten de jongelui in de hoogste klassen een schaakclub op te richten. Hierbij speelde een rol dat de jongens in de ‘korte broeken’ vaak niet welkom waren op de verenigingen van de elite. Ja, schaken was toen nog een elitesport. Aan de ’s Gravendijkwal kreeg de schaakvereniging de naam Greco. Gioacchino Greco was een Italiaanse schaakmeester van Griekse afkomst uit de zeventiende eeuw. In die tijd kon je schaken leren uit het boek van de Spaanse priester Ruy López de Segura. Schakers kennen de schaakopening Ruy Lopez, die naar deze priester werd genoemd.

Aan de Bergsingel werd de naam Rotterdamse Schaakclub (R.S.C.) Wilhelm Steinitz. Niet bekend is hoe de jongelui op deze naam gekomen waren. Mijn vermoeden was het volgende. Wilhelm Steinitz was de eerste wereldkampioen. In de periode van oprichting, 1927-1928, was er veel aandacht voor het boek van Steinitz getiteld Leerboek voor het schaakspel, bewerkt door W.A.T. Schelfhout. Steinitz legde een wetenschappelijke basis onder het schaakspel. Deze basis werd later verder uitgewerkt door de wereldkampioenen Emanuel Lasker en Max Euwe, beiden ook wiskundigen.

Prominente Steinitzianen van het eerste uur

De initiatiefnemers voor de oprichting van een schaakvereniging aan de Bergsingel zaten in de hoogste klassen van de H.B.S. Bekende namen van het eerste uur waren Ivo Samkalden en zijn tweelingbroer Jaap, Pim Muhring en zijn broer Karel, Chris Vlagsma en Rocus van Yperen.

Lees meer >