29 juni 2012 5:31 Herman Grooten
Ooit verbleef ik tijdens het Hoogovens Schaaktoernooi in Wijk aan Zee in Hotel Sonnevanck. Het was in de jaren tachtig en er bestond wel een grootmeestergroep A, maar geen grootmeestergroepen B en C. Er was wel een sterk bezette meestergroep. Het toernooi heet inmiddels Tata Steel Chess Tournament, het hotel staat er nog altijd.
Samen zat ik met schaakmakker Gerard Welling aan het ontbijt toen de aimabele hotelhouder van toen, Bert Kisjes, met ons een praatje kwam maken. Ja, hij had het goed gezien, wij waren schakers. En wij waren ambitieuze subtopspelers van Nederland die ons via de tienkampen probeerden te kwalificeren voor de aantrekkelijke meestergroep. Want dat was een gesloten toernooi waarin een internationale meesternorm behaald kon worden. Het was destijds een eis van de Fide om een van de drie benodigde normen in een gesloten toernooi te behalen. We deden al jaren mee en het viel niet mee om je te plaatsen; er waren ook zoveel goede spelers. ”Waarom zoek je je heil dan niet elders”, vroeg Kisjes. We antwoordden dat het allemaal niet zo eenvoudig was als hij dacht. Er waren in het Westen veel open toernooien, maar gesloten kampen waren er nauwelijks. Daarvoor moest je naar het Oostblok.
Lees meer >