“ Je stinkt weer naar de dood” (deel 1)
Op de vlucht voor randstedelijke herrie en waanzin en neergestreken daar waar das, kiekendief, boomklever en stinkende kortschildkever (ook de natuur kent haar eigen ongemakken, om een beetje on topic te blijven) de waan van de dag bepalen sla ik zojuist de zaterdageditie van de NRC open (ja lieve lezeressen, laat het een waarschuwing zijn; neem op reis geen kranten, laptops, iPads en andere new-media apparaten mee want een vakantie wil het dan niet meer worden!) en constateer tot mijn schrik en ook wel een klein beetje vreugde dat ik geciteerd ben door mijn favoriete schaakcolumnist, Hans Ree. Daar de bewuste quote de lading van het artikel (Fide pakt kledinggrens aan bij vrouwen) slechts deels dekt, via deze weg een korte reactie van mijn kant (deel 2 na het KNSB weekend van 31-3).
Hoe zat het ook al weer?
Ik overdrijf niet door te stellen dat ongeveer 15 à 20 jaar KNSB- en toernooischaak mij een behoorlijke duit (aardige middenklasser met elektrisch schuifdak) aan nieuwe kleding en schoeisel heeft gekost, helemaal als je nagaat dat ik als klein kind steunzolen heb gehad en sinds die tijd het duurste schoeisel moet dragen omdat goedkoop schoeisel na een dag of twee volledig uitgezakt is en weer de zuid-Afrika-kliko in kan. En u weet hoe dat gaat met zeldzaam leer: een ‘fris schakerswindje’ erover en het leer trekt zuchtend een spoor van gaten en doffe plekken ter hoogte van de neuzen. Daarnaast krijgt ook een nieuw overhemd nooit meer die vrolijke lentekleuren terug na een bezoek aan bijvoorbeeld de schaakzaal van BSG of Apeldoorn, nee zelfs niet na een dubbele wasbeurt van mijn goede vriendje Robijn. Dit alles tot grote ergernis van mijn bankpasjes en het humeur van mijn vrouw na thuiskomst van weer een schaakdag, “ je stinkt weer naar de dood, scheer je weg naar de badkamer”.
Lees meer >