Eindspelstudies 28 – Anticipatie
Tweewekelijkse eindspelstudie
Lees meer >
website
E-mail:
Hierbij de 27ste eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
In aflevering 24 liet ik u een aantal “nieuwe” klassiekers zien. Daarvan was er één incorrect:
Sovjetskaja Rossija 31-3-1957
De bedoeling was: 1.Pb5 d2 2.Kc8 Tf5 3.Pc7+ Ka7 4.Lb4 d1D 5.Lc5+ Txc5 pat! Maar 4…d1L! en zwart wint volgens de databases.
Lees meer >
website
E-mail:
Hierbij de 26ste eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
De schaakcomponisten zijn verenigd in de World Federation for Chess Composition (WFCC), een frisse nieuwe naam in plaats van de Permanent Commission of Chess Composition (PCCC), een commissie van de FIDE die nog net haar 50e verjaardag kon vieren. De reden van deze verandering is ongetwijfeld politiek getint, de perikelen waren in elk geval minder fris dan de nieuwe naam. Gelukkig weet ik de details niet, en wil dat graag zou houden.
Wat belangrijker is dat de vereniging zeer actieve leden heeft in allerlei commissies. Jaarlijks is er een congres (in 2011 in Jesi, Italië). Daarnaast wordt er regelmatig een wereldkampioenschap voor landenteams georganiseerd. Dat is een thematoernooi in diverse genres, waaronder studies.
Lees meer >
website
E-mail:
Hierbij de 25ste eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
Een categorie eindspelstudies die mij zeer bevalt staat bekend onder de naam logische studies. Daarin is er sprake van een zogenaamde thematische verleiding. Dat is een schijnbare oplossing die liefst zo veel mogelijk lijkt op de echte oplossing, maar dus faalt op een liefst zo subtiel mogelijk verschil.
De Rus Nikolai Ryabinin (1958) is wel een van de uitblinkers in dit genre. Hij probeert blijkbaar ook nog om dat verschil zo ver mogelijk van het keuzemoment af te leggen.
Lees meer >
website
E-mail:
Hierbij de 24e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
Vroeger, toen alles beter was (…), had elk zich respecterende krant een schaakrubriek waarin naast het algemene schaaknieuws ook gretig schaakproblemen en eindspelstudies werden gepubliceerd. Vooral de betere studies kwamen dan wel in boeken met de verzamelde eindspelstudies van een componist, regio, land, etc. terecht. Maar veel van de studies werden nooit meer gereproduceerd. Tegenwoordig komen steeds meer kranten on-line digitaal beschikbaar hetgeen de verzamelaar de mogelijkheid biedt om op z’n gemak achter de computer de kranten door te bladeren. Het is wel monnikenwerk, want uit eigen ervaring kan ik u vertellen dat het vele uren tijd kost om soms wel 40 jaargangen van één krant systematisch te controleren, zeker als de rubriek onregelmatig verschijnt. Rekent u even mee: in het meest gunstige geval als de rubriek mooi elke week op een vaste dag verschijnt (heel soms ook nog op een vaste pagina), gaat het om 40 jaar x 52 weken, dus 2.080 kranten. In de praktijk levert zo’n zoekactie dan hoogstens een handvol “nieuwe” studies op.
Lees meer >
website
E-mail:
Hierbij de 23e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.
In de schaakwereld zijn niet veel kwesties waarover vrijwel iedereen het eens is. Maar dat het boek Chess Studies or Endings of Games van Kling en Horwitz uit 1851 het begin van de eindspelstudiecompositie markeert, is algemeen aanvaard. De nog veel oudere boeken van bijv. Philidor, Stamma, onze graaf Van Zuylen van Nyevelt, of de incunabel van Lucena (1497), of zelfs meer dan 1000 jaar oude manuscripten van de schakende Arabieren bevatten ook wel stellingen die heel goed als studies kunnen doorgaan, maar dat waren vaak toch meer algemene schaakleerboeken of een soort puzzelboeken (wedspelen). Alhoewel ze dat niet expliciet benoemden, werkten Kling en Horwitz vanuit een artistieke visie. Dat zij zich toch niet helemaal aan de tijdsgeest konden ontworstelen blijkt uit het feit dat hun boek ook een bijlage bevat waarin de heren claimen het Muzio-gambiet te hebben weerlegd.
Lees meer >