Is ze het of is ze het niet?
Wie is de vrouw op deze foto?
Lees meer >Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit vierde artikel handelt over Howard Staunton (1810 – 1874).
Na de legendarische tweekamp tussen La Bourdonnais en Macdonnell die door de Engelsman werd verloren, nam de Brit Staunton revanche. Hij versloeg in het hol van de leeuw, het Café de la Régence de Franse meester Saint-Amant. Nadat hij in Londen was gaan wonen, werd hij uitgever van het blad ‘The Chessplayer’s Cronicle’. In 1848 zorgde hij voor een baanbrekende verandering binnen het schaken waarin hij een nieuwe uitvoering van de schaakstukken introduceerde, die tot op de dag van vandaag bekend staat als stukken van het ‘Stauntonformaat’. Het werd een nieuwe standaard die gebruikt wordt voor het wedstrijdschaak.
Ook stond Staunton aan de wieg van het eerste officiële schaaktoernooi dat in 1851 in Londen werd gehouden; Staunton was de belangrijkste initiatiefnemer en organisator hiervan.
Aan het schaakbord werd de Brit een bekendheid die publiceerde over de opening die begint met 1. c2-c4 en mede door zijn bijdragen bekend is geworden als de Engelse opening. Het gambiet om het Hollands te bestrijden, heeft zijn naam meegekregen.
Lees meer >
Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit derde deel handelt over de legendarische tweekamp tussen De Labourdonnais en Macdonnell.
Dit is het derde deel uit een serie die gaat over de schaakgeschiedenis. Dit derde artikel handelt over Na de dood van Philidor, de eerste (officieuze) wereldkampioen, waren het vooral Fransen en Engelsen die zich op het schaakspel stortten. Terwijl in Parijs Deschapelles zich aanvankelijk aandiende als beste speler, zorgden in Londen Sarratt, Lewis en Walker ervoor dat het schaakspel in de publieke belangstelling kwam te staan. Een ontmoeting tussen beide schaaklanden kon niet lang uitblijven. De Franse eer werd hooggehouden door Louis de Labourdonnais (die Deschappel had weten te verslaan), terwijl in Engeland Alexander Mcdonnell algemeen werd beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van het meestergilde. In de zomer van 1834 reisde De la Bourdonnais naar Londen om een tweekamp te spelen met Mcdonnell die tot ver in de herfst duurde. Beide spelers zaten zwijgend tegenover elkaar (ze konden elkaar niet verstaan) en volgens sommige bronnen werden er niet minder dan 85 partijen tussen beide spelers gespeeld. De tweekamp werd overtuigend door de Fransman gewonnen, die in maar liefst 44 partijen wist te zegevieren tegen 28 van de Engelsman. Hieronder een karakteristiek partijtje.
Lees meer >Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit tweede artikel handelt over de eerste (officieuze) wereldkampioen, François André Philidor.
Philidor werd geboren in 1726 en bleek over uitzonderlijke muzikale talenten te beschikken. Als elfjarige componeerde hij al zijn eerste muziekstuk. Al vrij snel ontdekte men ook zijn aanleg voor het schaakspel. In Parijs kreeg hij schaakles van M. Légal, die echter binnen korte tijd door zijn eigen leerling werd overvleugeld.
Al gauw werd hij gezien als een van de sterkste spelers van Frankrijk, vooral toen hij in 1746 een match won van de Engelse meester Sir Abraham Janssens, die als de sterkste schaker van Engeland werd gezien. Toen hij de zeer begaafde Philipp Stamma met 8,5-1,5 versloeg werd hij algemeen als beste speler ter wereld beschouwd.
Philidor schreef in Nederland zijn beroemde leerboek “L’Analyze du Jeu des Échecs”.
Een van zijn uitgangspunten werd zeer bekend. Philidor ging uit van het principe dat het gebruik van de pionnen in het schaakspel van cruciaal belang is. “Pionnen zijn de ziel van het schaakspel”, schreef hij. Ook zijn onderzoekingen in het eindspel zijn tot op de dag van vandaag zeer waardevol. Er is zelfs een eindspelstelling die zijn naam heeft meegekregen.
Lees meer >
Lezer Gerrit Prakken stuurde ons deze foto op. Hij is waarschijnlijk vlak voor de oorlog genomen. Een van de spelers was toen lid van Uitgeester Schaakvereniging Lasker. Hij vermoedt dat de simultaangever Jacques Davidson is, maar weet het niet zeker. Weet iemand van de lezers de simultaangever wel met zekerheid te herkennen?
In de 19e eeuw werden schaaktoernooien nog slechts sporadisch georganiseerd. Dat veranderde langzaam maar zeker in het begin van de 20e eeuw. Het spel werd populair en de toernooien schoten als paddenstoelen uit de grond, waarbij overigens de spelregels van land tot land verschilden. De roep om een internationaal orgaan dat een en ander in goede banen zou leiden werd almaar luider, en op de slotdag van het toernooi van München (1900) werd daartoe een eerste aanzet gegeven. Tijdens een door de Britse meester Amos Burn georganiseerde vergadering presenteerde hij proviso-rische statuten en reglementen van een nieuw op te richten internationale bond. Doel was het toezien op de naleving van uniforme spelregels en de oprichting van een fonds voor nooddruftige schakers. Burn bepleitte tevens regulering van de vraag wie er wel en wie niet de meestertitel mocht dragen, bedoeld om inflatie van de titel tegen te gaan.
Het initiatief kreeg de steun van Berger, Cohn, Janowski, Lasker, Marco, Maroczy, Mieses, Pillsbury, Schlechter en Showalter. Berger (wiens naam voortleeft in het indelingssysteem Sonneborn-Berger) werd gekozen tot voorzitter en Marco tot secretaris. Berger en Marco waren redacteur van respectievelijk de Deutsche Schachzeitung en de Wiener Schachzeitung, en de hoop was dat zij met publicaties in deze periodieken zouden kunnen bijdragen aan de populariteit van de zojuist opgerichte bond. In de praktijk kwam daar echter niet veel van terecht en de bond leidde jarenlang een slapend bestaan.
Lees meer >Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit is het eerste deel dat handelt over de oorsprong van het schaken.
Het schaakspel is ontstaan in Indië in de loop van vele eeuwen. Het is tot op de dag van vandaag onduidelijk wanneer het precies is ontstaan. Het uitgangspunt was het nabootsen van een veldslag tussen twee Indische legers en het doel was het tonen van een gevecht dat afwisseling bood en waarbij elk fysiek geweld vreemd was. Dit spel sluit aan bij de boeddhistische denkwijze en werd vooral door de monniken gespeeld. De stukken waren gevormd naar analogie van het Indische leger, dat was ingedeeld in voetvolk, ruiterij, olifanten en strijdwagens.
Voor schakers die morgenmiddag niet de sprint tussen Kittel en Greipel hoeven te zien zendt Canvas een interessante documentaire uit: Anatoli Karpov vs. Garry Kasparov – Two Kings, One Crown. "Documentaire van Sergueï Kostine en Jean-Charles Deniau over de rivaliteit tussen de Russische schaakgrootmeesters Anatoli Karpov en Garry Kasparov tegen de achtergrond van de ontbinding en de val van de Sovjet Unie." Het programma is zover ik zie niet ergens op het net te zien,
Lees meer >