Schaakhistorie

Een simultaan in Uitgeest (?) rond 1938.

Lezer Gerrit Prakken stuurde ons deze foto op. Hij is waarschijnlijk vlak voor de oorlog genomen. Een van de spelers was toen lid van Uitgeester Schaakvereniging Lasker. Hij vermoedt dat de simultaangever Jacques Davidson is, maar weet het niet zeker. Weet iemand van de lezers de simultaangever wel met zekerheid te herkennen?

FIDE – the early years

FIDE – the early years

In de 19e eeuw werden schaaktoernooien nog slechts sporadisch georganiseerd. Dat veranderde langzaam maar zeker in het begin van de 20e eeuw. Het spel werd populair en de toernooien schoten als paddenstoelen uit de grond, waarbij overigens de spelregels van land tot land verschilden. De roep om een internationaal orgaan dat een en ander in goede banen zou leiden werd almaar luider, en op de slotdag van het toernooi van München (1900) werd daartoe een eerste aanzet gegeven. Tijdens een door de Britse meester Amos Burn georganiseerde vergadering presenteerde hij proviso-rische statuten en reglementen van een nieuw op te richten internationale bond. Doel was het toezien op de naleving van uniforme spelregels en de oprichting van een fonds voor nooddruftige schakers. Burn bepleitte tevens regulering van de vraag wie er wel en wie niet de meestertitel mocht dragen, bedoeld om inflatie van de titel tegen te gaan.

Het initiatief kreeg de steun van Berger, Cohn, Janowski, Lasker, Marco, Maroczy, Mieses, Pillsbury, Schlechter en Showalter. Berger (wiens naam voortleeft in het indelingssysteem Sonneborn-Berger) werd gekozen tot voorzitter en Marco tot secretaris. Berger en Marco waren redacteur van respectievelijk de Deutsche Schachzeitung en de Wiener Schachzeitung, en de hoop was dat zij met publicaties in deze periodieken zouden kunnen bijdragen aan de populariteit van de zojuist opgerichte bond. In de praktijk kwam daar echter niet veel van terecht en de bond leidde jarenlang een slapend bestaan.

Lees meer >

Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 1: oorsprong schaakspel

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.

Dit is het eerste deel dat handelt over de oorsprong van het schaken.

Het schaakspel is ontstaan in Indië in de loop van vele eeuwen. Het is tot op de dag van vandaag onduidelijk wanneer het precies is ontstaan. Het uitgangspunt was het nabootsen van een veldslag tussen twee Indische legers en het doel was het tonen van een gevecht dat afwisseling bood en waarbij elk fysiek geweld vreemd was. Dit spel sluit aan bij de boeddhistische denkwijze en werd vooral door de monniken gespeeld. De stukken waren gevormd naar analogie van het Indische leger, dat was ingedeeld in voetvolk, ruiterij, olifanten en strijdwagens.

Illustratie is van Shatranj piece in Thomas Hyde’s book (Mandragorias, seu, Historia shahiludii, 1694)
Lees meer >

Zondagmiddag documentaire Karpov vs Kasparov op TV

Voor schakers die morgenmiddag niet de sprint tussen Kittel en Greipel hoeven te zien zendt Canvas een interessante documentaire uit: Anatoli Karpov vs. Garry Kasparov – Two Kings, One Crown. "Documentaire van Sergueï Kostine en Jean-Charles Deniau over de rivaliteit tussen de Russische schaakgrootmeesters Anatoli Karpov en Garry Kasparov tegen de achtergrond van de ontbinding en de val van de Sovjet Unie." Het programma is zover ik zie niet ergens op het net te zien,

Lees meer >

Jeugdschaak in 1948

Een mooie oude foto

Lees meer >

Wie zijn deze mannen?

Een mooie oude foto

Lees meer >

Danlontoernooi

Historie Danlontoernooi

Lees meer >

IN DE STOEL VAN BOBBY FISCHER

IN DE STOEL VAN BOBBY FISCHER

Op pelgrimage in IJsland

Utrecht

Als 16-jarige mag ik in 1956 een schaakrubriek beginnen in de schoolkrant van mijn gymnasium in Utrecht. Ons schaakteam was sterk, haalde de finale van het officiële landskampioenschap schoolschaak. De nipte nederlaag (2½-3½) tegen het Coornhert Lyceum uit Haarlem was – nog altijd tot mijn opluchting – niet aan mij te wijten: aan het 4e bord zorgde ik voor onze enige winstpartij. Vijftig jaar later kom ik mijn tegenstander van toen verrassenderwijs weer tegen aan een vergadertafel: we blijken allebei te zitten in een landelijke commissie over orgelaangelegenheden. Hij heeft het gebracht tot hoogleraar belastingrecht, ik tot het domineeschap.

In 1958 schrijf ik in ‘mijn’ rubriek voor het eerst over de dan 15-jarige Bobby Fischer.‘Zijn prestaties zijn gewoonweg sensationeel’. ‘Ondanks zijn gebrek aan ervaring wist hij zich meteen [Interzone Toernooi Bad Portoroz] te plaatsen onder de kandidaten voor Botwinnik’s titel! Een uniek feit in de schaakgeschiedenis: een 15-jarige grootmeester’.

Onvergetelijk hoogtepunt voor heel mijn generatie (niet alleen de schakers) is de ‘Match van de Eeuw’: Fischer – Spassky, Reykjavik 1972. Haalde alle voorpagina’s en TV journaals. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog neemt een jonge Amerikaan het in zijn eentje op tegen de regerend wereldkampioen, ervaren representant van de miljoenen tellende Sovjet schaakschool. Larsen en Taimanov waren in de voorrondes met korfbalcijfers weggevaagd: twee maal 6-0. Niet eens een remise werd hun gegund. Daarna ging oud-wereldkampioen Tigran Petrosjan (de ‘Tijger’) eraan. Spassky moet in Reykjavik zijn titel overdragen aan Fischer, die wint met 12½-8½.

Lees meer >

De match McDonnell – De La Bourdonnais

Uitgebreid verslag over schaaklanden

Lees meer >

Oude doos (28): Sterven achter het bord

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >