Rubrieken

“De afwezige Giri?!” door Jan Willem Duijzer. Column van Schaakvereniging Promotie.

Herinnert u zich nog 27 april 2017? De NOS berichtte: “Giri klopt l’Ami en pakt eindzege in Reykjavik”. Zeven overwinningen, drie remises. Een geweldig toernooi. Genieten!
Om met de deur in huis te vallen: ik ben een enorme fan van Giri. Zelfs als hij twintig ‘saaie’ remises achter elkaar speelt. Voor mij is duidelijk dat hij over een uniek talent beschikt en ook over zijn inzet en ambitie heb ik geen twijfels.

Lees meer >

Ode aan de Garde, de schaakklok van het volk die alles zag

Bij de herdenking van de val van de Berlijnse Muur denken we aan de voormalige DDR. Er zijn mensen die de Trabant een belangrijk symbool daarvan vinden. Wim van der Wijk denkt echter vooral aan de Garde-klok. Bij toernooien in Hongarije kocht hij voor slechts 35 gulden per stuk altijd klokken van Oost-Duitsers die hun koffers ermee hadden volgestopt, in de hoop in Hongarije aan westerse valuta te komen.

Een Garde-klok in de tuin van Wim van der Wijk.

Van der Wijk gaf ze door aan de penningmeester van zijn club HSG, die nu nog steeds opvallend veel Garde-klokken heeft. Ter gelegenheid van het jubileum van de val van de Muur deed Van der Wijk onderzoek naar de geschiedenis van de Garde-klok. Hij komt met een doorwrocht verhaal. Garde heeft overigens ook digitale klokken! Die vindt Van der Wijk minder mooi.

(Inleiding: Johan Hut. Hieronder het verhaal van Wim van der Wijk.)

 

Gisteren, zaterdag 9 november 2019, precies dertig jaar na de val van de Muur, stonden de kranten vol met historische terugblikken op de DDR, de Duitse Democratische Republiek, Oost-Duitsland. Hebben wij schakers iets met de DDR? Jawel, tenminste als je open staat voor wat nostalgie of Ostalgie.

In de meeste verhalen, voor zover die over het dagelijks leven destijds aan gene zijde van de Muur gaan, komt de Trabant voorbij als het meest iconische product van de DDR. Wij schakers kennen ook een bijzonder object van Duitse makelij dat vanachter het IJzeren Gordijn vandaan komt: de Garde schaakklok, waarmee veel oudere schakers onder ons spelenderwijs zijn opgegroeid. En zeker bij HSG, dat een opvallend grote collectie Garde-klokken had, waarover later meer.

De Garde is een mooie schaakklok met een behuizing van beukenhout, sober en functioneel uitgevoerd. Heel transparant voor zo’n geniepige samenleving als de DDR was. Je hebt aan een blik van ruime afstand voldoende om te weten hoe het er voor staat met het tijdverbruik van de spelers.

Lees meer >

Belevenissen van een arbiter: Viva Cuba libre!

“Ik ben blij dat iedereen op tijd zijn visum heeft kunnen regelen!” zegt Frans tegen mij op de avond van 13 september, voor het vertrek op zaterdag naar Cuba. Plotseling verstijf ik, mijn ademhaling stokt en benauwd klinkt het uit mijn mond: “Maar Frans, ik dacht dat jij ze voor ons allemaal besteld had, ik heb nog geen visum!” Je ziet Frans schrikken en het is even angstvallig stil. Een groot probleem komt aan de oppervlakte drijven. Op de normale manieren is niet meer op tijd aan een visum te komen. En zonder visum kom je Cuba niet in. Sterker nog, je komt al niet het KLM-vliegtuig in. Wat nu?

Een half jaar eerder laat Frans Vreugdenhil, alstroemeriakweker en schaakfanaat uit het Westland, het weten: “We gaan weer!” Dit betekent dat hij als grote sponsor en organisator weer een toernooi gaat houden in Cuba.

In 2012 deed hij dat voor de eerste keer met Hollanders erbij: het Alstroemeria Open 2012 in Camajuani. Het lukte toen niet er een Fide-toernooi van te maken maar nu in 2019, zeven jaar later, is dat anders. Door het succes van toen is er bij de Cubaanse schaakbond vertrouwen ontstaan zodat het toernooi nu door hen bij de Fide geregistreerd is. Dit keer is de schaakzaal in Santa Clara het strijdtoneel voor naar verwachting zo’n 30 spelers. Buiten Frans en mijzelf zijn ook Robert Ris, Tom Bottema en Andre Duijvesteijn weer van de partij. Nieuwkomers zijn Harmen Jonkman en Manuel Bosboom, wat het totale reisgezelschap dit keer op zeven personen brengt.

Lees meer >

Hoe oud moet je zijn voor een biografie?

Er is een biografie verschenen over de 22-jarige voetballer Frenkie de Jong. Het boek telt maar liefst 320 pagina’s. Is 22  niet erg jong voor een dikke biografie? Toen ik de aankondiging zag, dacht ik aan de eerste biografie van Magnus Carlsen. Die verscheen in 2004, toen Carlsen dertien jaar was. Het boek werd geschreven door Simen Agdestein, de trainer van Carlsen, en in de Nederlandse vertaling uitgegeven door New in Chess. Ik pakte het boek erbij en zag dat ik er een uitgeprinte column had ingestopt die Gert Ligterink had geschreven op de site van Tata Steel Chess.

Ligterink schrijft dat het eerste boek over Bobby Fischer verscheen in 1966, toen hij 23 jaar was. Garry Kasparov kreeg op z’n 18e een eerste klein boekje. Beiden hadden toen al een grote staat van dienst. Carlsen had in 2004 net de C-groep in Wijk aan Zee gewonnen. Van wereldtop was nog geen sprake, dat kan ook niet voor een dertienjarige, maar waarom dan toch al een biografie?

Ligterink: “Dertien jaar, is dat niet een tikje jong voor een biografie, zegt u misschien. Uit de inleiding blijkt dat die bedenking ook bij de auteur is opgekomen. ‘Aan de Noorse pers’, schrijft Agdestein, ‘leg ik soms uit dat iemand die zo jong de grootmeestertitel verovert vergelijkbaar is met een dertienjarige die de Nobelprijs voor scheikunde wint.’ Na zo’n entree weet de lezer dat de auteur het moeilijk zal vinden afstand tot zijn onderwerp te bewaren en dat een lofzang op het punt staat te beginnen. En inderdaad, bijna alles wat Magnus heeft gedaan is in dit boek buitengewoon of op zijn minst opmerkelijk.”

Ligterink vond Carlsens optreden in de C-groep de mooiste herinnering van 2004, maar hield bedenkingen bij de biografie: “Ik hoop dat ik ongelijk heb maar ik kan me niet voorstellen dat de vroege commerciële exploitatie van Carlsens talent een goede invloed op zijn ontwikkeling zal hebben. Voetballen moet hij en studeren natuurlijk op de finesses van het toreneindspel en de Svesjnikov-variant.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 2 november 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Recensie Ivan Sokolov: Chess Middlegame Strategies

Deze recensie gaat over het derde deel uit Sokolovs (inmiddels niet meer zo nieuwe) serie over middelspel: Chess Middlegame Strategies. Voor een recensie van het tweede deel, dat twee jaar geleden uitkwam, zie: www.schaaksite.nl/2018/06/26/boekrecensie-chess-middlegames-volume-2-van-ivan-sokolov/

 

Inhoud

Het derde deel is dikker dan zijn voorgangers en is ingedeeld in zeven hoofdstukken:

  1. Karpovs koning in het centrum
  2. Geller/Tolush gambiet,
Lees meer >

“Schaakpleegvader” door Theo Mooijman

De keurige heer, die bij ons werd ingekwartierd, was de jeugdleider van de K.B.S.B., de Belgische schaakbond, Hendrik Baelen. Een zeer aimabele man, die zich bij ons zeer thuis voelde.
Daar kon ik goed inkomen want mijn moeder kon uitstekend koken en mijn vader, een generatiegenoot van hem (beiden stamden uit de negentiende eeuw), was een aangenaam causeur, een sigaartje opsteken was nog heel gewoon en gold voor gezellig en een glaasje wilde ook best smaken.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 26 oktober 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Boekrecensie – Improve Your Practical Play in the Endgame

Alexey Dreev heeft altijd indruk op me gemaakt. Hij straalt iets krachtigs uit, iets onverzettelijks. De eerste keer dat ik hem in levenden lijve zag, was op een van de prachtige snelschaakmarathons in Dordrecht, ergens in de negentiger jaren. Ik werd toen een beetje fan van hem. Dat was niet direct door zijn sterke spel – ik was nog te jong om dat op waarde te schatten – maar wel door het overhemd dat hij droeg. Het was een overhemd met een extreme tijgerprint en dat was ook in die tijd geen mode. Ik vond het heel bijzonder dat iemand, en dan nog zo’n sterke schaker, zoiets zou kopen. Pas later ging ik zijn partijen graag naspelen. Dreev is voor mijn gevoel een soort sterke uitvoering van de stereotype Russische schaker. Principiële openingen, een solide, positionele speelstijl en een haast feilloze techniek.

Lees meer >

“Het is schaken, maar niet zoals wij het kennen”

Of ik kan schaken? Dat hangt er maar net vanaf aan wie je het vraagt. Over een dergelijk perspectief gaat de column van Hans Meyer.

In het begin van het computerschaaktijdperk werd er verschillend over de toekomst van deze machines gedacht. Max Euwe (10-06-1980): ‘Een computer zal nooit op grootmeesterniveau spelen. Daar ben ik vrijwel van overtuigd!’ en Hein Donner (13-04-1981): ‘De computer is een moron!’ hadden bepaald geen hoge verwachting van het computerschaak.

Lees meer >