7 maart 2013 12:55 Herman Grooten
Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
In de vorige paar afleveringen is de strijd van een stuk tegen een ander stuk van mindere waarde behandeld. In deze rubriek gaat de aandacht uit naar het matzetten met een loper en paard tegenover een koning alleen. Dat is eigenlijk een stapje terug, maar op speciaal verzoek heb ik besloten hier toch op in te gaan. Iedere clubschaker is in staat om met koning en dame of met koning en toren de tegenstander mat te zetten. Met twee lopers is al wat lastiger maar verloopt volgens hetzelfde principe. De vijandelijke koning wordt in een soort gevangenis gedreven, die door veldenbeheersing steeds kleiner gemaakt wordt. Het matzetten is op een gegeven moment niet moeilijk meer. Het schrikbeeld van de clubschaker is echter de matvoering van loper en paard versus koning, dat in de praktijk niet vaak voorkomt. “Je zult het toevallig op het bord krijgen en niet weten hoe het dan moet”, krijg ik regelmatig te horen. In vluggertjes heb ik het wel eens moeten doen, ik kan me niet herinneren dat ik het ooit op het bord heb gekregen in een gewone partij. Gezegd moet worden dat het in één van mijn partijen essentieel was dat ik dit facet van het schaakspel zou beheersen. Mijn tegenstander liet het mij overigens niet bewijzen. Dat kwam vermoedelijk meer omdat de partij al meerdere malen afgebroken was geweest en daarom heel veel energie had gekost. De analyse van het eindspel voorafgaand hieraan treft u hier aan.
Lees meer >