In deze tijd waarin weinig ‘echte’ toernooien plaatsvinden, kijkt de Nederlandse schaker al gauw of er online nog een goed toernooi te zien is. Dat blijkt het geval, want Chess.com heeft sinds twee weken het Speed Chess Championship lopen, en het deelnemersveld is niet mis; Carlsen, Nakamura en Vachier-Lagrave worden al jaren als de beste snelschakers van de wereld gezien. Onder de zestien deelnemers bevindt zich ook onze landgenoot Anish Giri. Hij zal op 16 november om zes uur ’s avonds in actie komen tegen de Russische snelschaakspecialist Vladislav Artemjev.
Het toernooi wordt in een knock-outformat gespeeld, wat betekent dat Nakamura (de nummer één van de wereld op de snelschaak-ratinglijst!) in actie komt tegen de speler met de laagste snelschaakrating, Carlsen tegen de op een na laagste, enzovoort. Giri is als tiende geplaatst en komt dus uit tegen de nummer zeven van de lijst, Artemjev. De organisatie van de matches zelf is wat onconventioneel; de spelers moeten eerst negentig minuten snelschaken met een tijdcontrole van 5″+1′, daarna zestig minuten met 3″+1′ en afsluitend dertig minuten met 1″+1′, bullet dus. Het nadeel van het niet bepalen van het aantal potjes voor de speler die aan de verliezende hand is, is duidelijk: er komt geen einde aan en hoe korter de partij duurt, des te langer gaat het afslachten in de betreffende discipline door.
Giri is dus nog niet in actie gekomen, maar er zijn al wel vier andere matches gespeeld. Ik breng u een aantal hoogtepunten uit de eerste twee, de andere twee zal ik later bespreken.
Vachier-Lagrave 16,5 – 11,5 Nihal Sarin
De Fransman Vachier-Lagrave staat bekend als goede snelschaker, maar heeft het in het online seizoen moeilijk gehad. Dat hoeft natuurlijk niet al te veel te betekenen, maar verrassend was het wel. In de eerste ronde versloeg hij de talentvolle Indiër Nihal Sarin, die nog maar zestien jaar oud is. Vachier-Lagrave pakte zijn voorsprong voornamelijk in het tijdvak van vijf minuten per persoon, waar hij +3 wist te scoren. Nihal Sarin kreeg het gat vervolgens niet meer dicht en eindigde ook in de andere tijdvakken op een negatieve score, twee keer -1. In de eerste partij stond er een leerzaam toreneindspel op het bord (Vachier-Lagrave wit):
Beide zijden hebben in dit eindspel vrijpionnen die niet te stoppen zijn. Het is echter duidelijk dat zwart zeer goed staat: zijn toren behoeft zich slechts voor de d-pion te geven en dan blijft het gevaarlijke eindspel van de twee verbonden vrijpionnen tegen toren over. Bekend is dat een toren in zijn eentje volledig machteloos staat tegen de pionnen als deze samen nog vier zetten van de promotievelden verwijderd zijn. Dit is hier niet het geval, en dus beslist de positie van de koningen. Kan wit zijn koning op tijd bij de zwarte pionnen krijgen?
Lees meer >