De IJ is van IJsland

Het Schaakalfabet is een serie, geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, in oorsprong geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het Alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Een tijd geleden zond BNN een het programma “Get Smarter in a Week” uit. Dat is Engels en betekent: “Word slimmer in een week”. Dat was ook de bedoeling van het programma, maar op televisie geloven ze altijd dat wanneer je iets in het Engels zegt, dat het dan beter klinkt. Het programma werd wekenlang aangekondigd met voorfilmpjes. Daarin werd aan mensen op straat van alles gevraagd. Die wisten de antwoorden dan natuurlijk niet, wat wel bewees hoe dringend er zo’n televisieprogramma moest komen om al die domme mensen tenminste een beetje slimmer te maken. Ze vroegen bijvoorbeeld hoeveel letters er in het alfabet zitten. “Zestien” zie iemand. En ook “Dertig”. Waarop Katja Schuurman geduldig uitlegde dat het toch echt 26 moest zijn. Fout! Het zijn er 27. Kijk maar:

A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, IJ, Y, Z.

Nu zijn we dus bij de IJ, en die is van IJsland, verreweg het sterkste schaakland ter wereld.

Lekker warm in de sneeuw

De IJ is van IJsland, een eiland, hoog in het noorden tegen de poolcirkel, maar de kou valt nog al mee. Ja, het ligt grotendeels onder de gletsjers, maar de zee voert de zogenaamde warme golfstroom langs de kusten en in het binnenland zijn allerlei vulkanen met warmwaterbronnen en geisers. De natuur is ongelofelijk gevarieerd en heel woest. Echt klein is IJsland niet, ongeveer 2½ keer zo groot als Nederland. Maar nou komt het: er woont bijna niemand. Alles bij elkaar zijn er nog geen 300.000 inwoners. Dat zijn net een paar mensen meer dan in Eindhoven. En meestal zijn ze niet thuis, want de mannen werken bijna allemaal in Europa of Amerika, of ergens op een vissersboot of een boorplatform.

Het sterkste schaakland ter wereld

En weet je hoeveel van die mensen kunnen schaken? Allemaal. En nog goed ook, want het is een verplicht vak op de basisschool, minstens zo belangrijk als rekenen en taal. IJsland heeft maar liefst elf Internationale Grootmeesters en dan tel ik oud-wereldkampioen Robert Fischer niet eens mee, want die woont wel op IJsland maar is gewoon een Amerikaan.

Even uitrekenen hoeveel grootmeesters we in Nederland zouden moeten hebben als we even goed waren. IJsland heeft er dus 11 op de 300.000 dat is dus 11 gedeeld door 300.000. Dat moeten we vermenigvuldigen met onze 15 miljoen inwoners: komen we op 549 grootmeesters als we ons met IJsland zouden willen mogen vergelijken. En we hebben er 22. Sterker nog: onze nummer 550 heeft een rating van 2150. Dat is 450 punten te weinig voor een grootmeesterresultaat.

Friðrik Ólafsson

De belangrijkste schaker uit de IJslandse geschiedenis is Friðrik Ólafsson (zie foto). Zie je dat ze in IJsland nog veel meer letters hebben. Friðrik is gewoon IJslands voor Frederik.

Friðrik Ólafsson is geboren in 1935. Zo rond 1960 hoorde hij tot de allersterkste schakers van de wereld. Hij was verschillende keren kampioen van IJsland en van Scandinavië en één keer plaatste hij zich zelfs bij de laatste acht in de strijd om het wereldkampioenschap.

In 1978 volgde Ólafsson Dr. Max Euwe op als voorzitter van de Wereldschaakbond FIDE. In 1982 werd hij voorzitter van het IJslandse parlement. Een echt genie dus.

Fischer

De belangrijkste schaakgebeurtenis uit de IJslandse geschiedenis is de match die Fischer (van de F in dit alfabet) en Spassky in 1972 in Reykjavík speelden (zie foto). Dat was echt de match van de eeuw, tussen een Rus en een Amerikaan. De schaakmatch was heel bijzonder want de Russen en de Amerikanen vochten toen een zogenaamde Koude Oorlog uit. Niet met soldaten, maar door elkaar zwart te maken en te bedreigen en overal op de wereld kleine oorlogjes te laten voeren door medestanders. De Russen beweerden graag dat ze verreweg het slimste waren, want zij hadden altijd de sterkste schakers. Amerikanen waren gewoon domme pokeraars. En beide landen hadden een totaal andere inrichting van de maatschappij: in Amerika gold het recht van de sterkste, in Rusland moest iedereen alles samen delen. Maar geloof het maar van mij: zowel in Amerika als Rusland was het leven voor de meeste mensen behoorlijk kut en in Rusland het kutst. Maar omdat ze allebei vonden dat hun systeem het beste was, richten ze heel stoer allerlei raketten met atoombommen op elkaar. Gewoon om iedereen te intimideren. In West-Europa deden wij mee met de Amerikanen.

Fischer was de grote held van het westen. Zelfs de Amerikaanse president bemoeide zich ermee. En van overal op de wereld kwamen cameraploegen naar IJsland om naar het spektakel te kijken. Schaken werd enorm populair en je hebt goed kans dat jouw schaakclub rond 1972 is opgericht en dat heel veel oudere leden juist toen met schaken zijn begonnen. Vraag dat maar eens in de schaakles. Dan begint er vast iemand enthousiast te vertellen.

Fischer is op latere leeftijd behoorlijk krankjorum geworden. Twintig jaar na zijn heldendaden op IJsland speelde hij in 1992 een zogenaamde revanchematch tegen Spassky op een Joegoslavisch eiland. In die tijd had de hele wereld een boycot voor alle sportevenementen in Joegoslavië ingesteld. Er werd daar een wrede oorlog gevoerd met veel slachtoffers. Fischer kreeg een brief van de President van de Verenigde Staten. Daarin werd hem gevraagd vooral niet in Joegoslavië te spelen. Op een persconferentie las hij de brief voor. En spuugde erop.

Fatsoenlijke mensen

Daarop werd er een internationaal opsporingsbevel tegen Fischer uitgevaardigd. Hij vluchtte naar Azië. Daar zei hij op de radio dat de aanslagen op het World Trade Center fantastisch waren. “Net goed!”. En zwaar gestoorde dingen als dat er nog veel meer Amerikaanse slachtoffers moesten vallen. Want dat waren toch allemaal vriendjes van de joden.

Uiteindelijk werd Fischer in Japan gearresteerd. Iedereen begreep wel dat hij inmiddels hartstikke gek was. Maar niemand wist goed wat er nou met hem moest gebeuren. Voor eeuwig opsluiten, wat de Amerikanen wilden, was ook een beetje overdreven, want gevaarlijk was hij nou niet bepaald. Meer een soort weerzinwekkende zwerver. Zo één die uit vuilnisbakken eet. Gelukkig bood IJsland aan om hem op te nemen. IJslanders zijn fatsoenlijke mensen en Fischer wordt er lekker met rust gelaten.

Om te bewijzen hoe sterk die IJslanders schaken, gaan we nu een oud potje van Ólafsson naspelen. Pak bord en stukken er maar bij.

Friðrik Ólafsson – André Lombard

Athene 1969

1. c2-c4 e7-e6

2. Ng1–f3 d7-d5

3. d2-d4 Ng8-f6

4. Nb1–c3 c7-c5

5. c4xd5 Nf6xd5

6. e2-e4 Nd5xc3

7. b2xc3 c5xd4

8. c3xd4 Bf8-b4+

9. Bc1–d2 Bb4xd2+

10. Qd1xd2 0–0

11. Bf1–c4 Nb8-c6

12. 0–0 b7-b6

13. Ra1–d1 Bc8-b7

14. Rf1–e1 Nc6-a5

15. Bc4-d3 Ra8-c8

Beide spelers hebben hun stukken in het spel gebracht. Wit heeft een overwicht in het centrum. Zwart heeft een raar paard aan de rand, maar dat kan snel via c4 of c6 in het spel worden gebracht en zwart heeft geen zwakke pionnen of zo. Kijk nou eens wat Ólafsson verzint.

16. d4-d5 e6xd5

17. e4-e5

Aha, hij offert een pion om de zwarte loper buitenspel te zetten en zo snel mogelijk z’n troepen richting zwarte koning te kunnen sturen.

17. … Na5-c4

18. Qd2-f4 Nc4-b2

Het lijkt erop of de witte aanval is mislukt. Als hij z’n toren wegspeelt, ruilt zwart de witte loper af en is er niet veel meer van de aanval over. Dan heeft zwart gewoon een pion meer. Maar Ólafsson heeft nog iets achter de hand.

19. Bd3xh7+!

Dit is het zogenaamde ‘klassieke loperoffer’. Deze zet was ongetwijfeld de bedoeling toen wit 16. d5 speelde. Het offer komt heel vaak voor en is een mooie methode om de zwarte koning in groot gevaar te brengen. Maar denk nu alsjeblieft niet dat het altijd zo maar wint. Ook in deze partij is het echt niet zo duidelijk. Om te offeren moet je altijd moed hebben. Zeker wanneer je het onmogelijk allemaal helemaal kunt uitrekenen. Het is wel heel belangrijk dit soort offers goed te bestuderen. Op den duur voel je dan prima aan wanneer het kan. Zo doen grootmeesters het ook: ze rekenen echt niet alles uit, maar weten dat ze genoeg aanval krijgen voor het geofferde materiaal.

19. … Kg8xh7

20. Nf3-g5+

Opgave 1 (Stap 1 en 2): Wat volgt op 20. … Kh8?

Opgave 2 (Stap 2 en 3): Na 20. … Kg8 21. Dh4 kan zwart met 21. … Dxg5 materiaal teruggeven. Wie komt er dan uiteindelijk voor te staan?

Opgave 3 (Stap 4 en 5): Na 20. … Kg8 21. Dh4 kan zwart een vluchtveld maken met 21. … Te8. Hoe zet wit de aanval dan voort?

20. … Kh7-g6

21. h2-h4!

De aanval loopt niet vanzelf. Wit laat versterking aanrukken.

21. … Nb2xd1?

Veel te hebberig. Een heel zwakke zet. Moderne toppers verdedigen zich veel beter.

Laten we eens kijken hoe het wel moet. Er zijn een heleboel mogelijkheden.

A: 21 …. Qd8-d7?! is ook niet zo’n goede verdediging. Er volgt: 22. h4-h5+ Kg6xh5 (Even slecht is 22. … Kg6-h6 23. Ng5xf7+ Kh6-h7 24. e5-e6 Rf8xf7 25. e6xf7 Rc8-f8 en nu een simpele dubbelaanval Dame 26. Qf4-b4 en wit wint.) 23. Rd1–d4 Kh5-g6 24. Qf4-g3 f7-f5 25. e5xf6 Rf8xf6 (of 25. … g7xf6 26. Ng5-e6+ Kg6-f7 27. Qg3-g7+ Kf7-e8 28. Qg7xf8 mat ) 26. Rd4-g4 Rc8-c4 27. Ng5-e4+ en zwart raakt zo ongeveer alles kwijt.

B: Iets beter is 21. … Qd8-e7. Ik heb me suf gestudeerd om te kijken hoe de witte aanval verder moet. Ik denk zo: 22. Re1–e3!! Rc8-c4 (of 22. …Nb2xd1 23.h4-h5+ Kg6-h6 24.Re3-g3 en wit wint in de aanval. Opgave 4 (Stap 5 en hoger): analyseer deze stelling eens met je trainer. Hoe win je bijvoorbeeld na 24. … Tc4. En hoe na 24. … Th8 of 24. … Tg8. Of kan zwart misschien 24. … f6 proberen?) 23. Rd1–d4 Rc4xd4 24. Qf4xd4 en wit wint z’n stuk terug met behoud van aanval, want 24. … Nb2-c4 25. Qd4-d3 wint gemakkelijk voor wit.

C: Het beste is denk ik 21 …. f7-f5. Ik heb niets beters kunnen vinden dan 22. h4-h5+ Kg6xh5 23. Ng5-e6 Qd8-e7 24. Qf4-h2+ Qe7-h4 25. Ne6xg7+ Kh5-g5 26. Ng7-e6+ Kg5-h5 27. Ne6-g7+ met eeuwig schaak. Ik weet zeker dat Ólafsson de varianten A en B niet helemaal heeft uitgerekend. Maar C heeft hij vast wel gezien. Varianten die geforceerd remise zijn in moeilijke combinaties vinden grootmeesters altijd fijn. Ze kunnen niet verliezen en als de tegenstander het speelt, kunnen ze nog eens op hun gemak gaan nadenken of ze iets beters kunnen vinden.

22. h4-h5+ Kg6-h6

Dit is wel heel slecht, maar andere zetten helpen ook al niet meer.

22. …Kg6xh5 23. g2-g4+

Er zijn drie opties:

A: 23. … Kh5-g6 Opgave 5 (Stap 3 en 4): Wit geeft mat in 3.

B: 23. … Kh5-h6 Opgave 6 (Stap3 en 4): Wit geeft mat in 3.

C: 23. … Kh5-h4 Opgave 7 (Stap 2 en 3): Wit geeft mat in 2.

23. Ng5-e6+

Zwart geeft op. Het is niet zo erg dat hij de dame verliest. Hij gaat gewoon mat!

Van deze partij kun je twee dingen van leren. Allereerst dat 19. Lxh7+ en vergelijkbare offers een heel sterke aanval geven. Maar minstens zo belangrijk is, dat je je tegen zo’n aanval nog heel krachtig kunt verdedigen. Lombard kon dat niet, maar het schaken is in de laatste 40 jaar ontzettend vooruit gegaan.

Oplossingen:

Opgave 1: 21. Dh4+ Kg8 22. Dh7 mat.

Opgave 2: Na 20. … Kg8 21. Dh4 Dxg5 22. Dxg5 Pxd1 23. Txd1 staat wit precies 1 punt voor. Hij is dan wel in het voordeel, maar het is niet zo duidelijk dat hij zeker wint.

Opgave 3: Na 20. … Kg8 21. Dh4 Te8 volgt 22. Dh7+ Kf8 23. e6! Daarna volgt op 23. … Dxg5 of Pxd1 24. e7+ en 25. Dh8 mat. Maar andere zetten kosten heel veel materiaal, bijvoorbeeld 23. … fxe6 24. Dh8+ Ke7 25. Dxg7+ Kd6 26. Pf7+.

Opgave 4: Enkele opties: 24. … Tc4 25. Pxf7+ Kh7 26. Df5+ Kg8 27. Txg7+ Kxg7 28. Dg6 mat. 24. … Th8 25. Pe6+ g5 26. hxg6 e.p. Kh5 27. Pg7 mat. 24. … Tg8 25. Pxf7+ Kh7 26. Df5+ g6 27. Txg6 en zwart kan het mat alleen maar uitstellen door van alles weg te geven. 24. … f6 25. Df5 met ondekbaar mat.

Opgave 5: 24. Df5+ Kh6 25. Pf7+ Txf7 26. Dh5 mat.

Opgave 6: 24. Dh2+ Kxg5 25. Dh5+ Kf4 26. Df5 mat.

Opgave 7: 24. Pf3+ Kh3 25. Dg3 mat.

Het fragment (waarin de oplossingen op de opgaven te vinden zijn) via de viewer:

(De foto’s en illustraties zijn van onbekende bronnen)

A B C D E F G H I J K L M N O P D R S T U V W X IJ Y Z

Voor de overzichtspagina klikt u hier.

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

1 Reactie

  1. Avatar
    Wiebe Cnossen 12 april 2013

    Ik denk dat Olafsson ook na 21…f5 wel gewonnen zou hebben:

    22.Td4 (redt de toren, profylaxe tegen Tc4 en dreigt echt h5+ omdat pakken nu tot mat leidt)

    22…De7 (je moet wat)

    23.Te3 (nog een stuk erbij)

    en het is dan wel niet meteen mat, maar de stelling lijkt me onspeelbaar voor zwart.

    Deze variant lijkt me niet moeilijker te vinden dan Huubs vondst 21…De7 22.Te3!! maar dat is vanachter mijn computer natuurlijk makkelijk praten…

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.