Gezien door het Oog van de Meester
Tekst: Ashish K. Mishra & S. Srinivasan, foto’s: Dinesh Krishnan en Fred Lucas
Cover: Dinesh Krishan, Forbes India
Vrije vertaling: T. Koorevaar
Op 16 juli verscheen op de website van Forbes India de frontcover van het nieuwe julinummer van dit zakenblad. In de begeleidende tekst werd aangegeven waarom het zakenblad gekozen had om Anand op deze cover te plaatsen. Engelstalige sites in Europa, waaronder Chessbase news , en sites in Amerika, waaronder de New York Times, namen dit bericht snel over want met wat ‘knippen en plakken’ is dit zo gebeurd.
Forbes is een wereldwijd zakenmagazine met uitgaven in Amerika, Europa en Azië.
Wij besloten contact op te nemen met de redactie van het zakenblad in India en al spoedig konden we het eens worden over de volledige publicatie van het artikel in het Nederlands op onze onafhankelijke en niet-commerciële site. Forbes is geen schaakmagazine maar een zakenblad en zij gaven aan dat zij bekend waren met het Corus Chess Tournament. De overname van het Corusbedrijf door de Indiase Tata Steel Groep was een belangrijk onderwerp in hun blad. Zij gaan ervan uit dat de ‘Tatas’ het grote wereldwijde schaaktoernooi in Wijk aan Zee zullen blijven ondersteunen. De ‘Tatas’ hebben al decennialang een uitstekende reputatie met het (financieel) ondersteunen van belangrijke sportactiviteiten.
Wij zullen in drie delen publiceren :
Deel 1: Anand: het Oog van de Meester, dit is het oorspronkelijke artikel.
Deel 2: Anand: de Meester Strateeg, hierin komt Anand zelf uitgebreid aan het woord. Ook is een podcast te beluisteren (in het Engels).
Deel 3: Nieuwe ideeën en plannen van Schaaksite.nl over de thema’s :’ Schaken en Bedrijfsleven’ en ‘Schaken en Politiek’.
Het is een lang artikel geworden met mooie foto’s en eigenlijk in deze vorm niet zo geschikt voor internet. Maar wij wilden onze trouwe bezoekers deze interessante informatie niet onthouden. Temeer ook daar het voor ons een primeur is om een artikel uit een vooraanstaand Indiaas zakenblad, dat over schaken gaat, in eigen taal op onze site te mogen publiceren.
Introductie door Indrajit Gupta
Ik wed dat als je een exemplaar van het Indiase julinummer van Forbes koopt je je verwonderd afvraagt waarom Anand op de cover prijkt. Hij heeft toch weinig te maken met de zakenwereld. Maar zakenmensen kunnen veel leren van Anand’s ongelofelijke carrière. Over het leveren van uitzonderlijke prestaties, het ontwikkelen en uitvoeren van concurrentiestrategieën en het werken in teamverband op topniveau.
Er is één eigenschap die ik in het bijzonder in hem bewonder. In de felle en soms gemene competitie in de schaakwereld is Anand in staat zijn menselijke waardigheid overeind te houden. Hij is de ultieme Mr. Nice Guy, zelfs zijn sterkste rivalen schijnen hem niet te kunnen haten.
Gezien door het Oog van de Meester
Wereldkampioen schaken Viswanathan Anand verscheen drie decennia geleden op het internationale schaaktoneel als wonderkind. Nu, op zijn veertigste, is hij nog steeds in topvorm. De duur en veerkracht van zijn carrière zijn inspirerende lessen voor allen die bouwen aan organisaties of aan hun eigen carrières. Anand vertelt ons hoe hij omging met zijn succes en zijn falen, hoe hij van een slechte vorm weer wist te herstellen, hoe hij zorgvuldig zijn team opbouwde en hoe hij onverslaanbaar werd in de hoogste regionen van het wereldschaak.
Het was midden in een nacht in 2001, dat wereldkampioen Viswanathan Anand op stond in zijn hotelkamer in de Duitse stad Dortmund. Hij kon niet slapen omdat hij door de ergste verliesperiode uit zijn carrière ging. Hij stond onderaan in het toernooi, maar belangrijker was nog dat zijn ergste angsten werkelijkheid werden.
Hij ging een lange periode van slecht presteren tegemoet.
Hij kon dit lijden niet verdragen. Anand’s vrouw ,Aruna, stelde voor om in het hotel naar de fitness ruimte gaan om zijn aandacht af te leiden van het schaken. Om vier uur in de morgen rende Anand op de loopband. Maar het hielp niet. Vijfenveertig minuten later was hij weer terug in zijn hotelkamer en voelde zich nog steeds neerslachtig. Ze stelde voor in het donker een wandeling te gaan maken, misschien een passende metafoor voor hun gemoedstoestand. Zij probeerden naar een film te kijken. Niets hielp. Het wonderkind, Indiaas eerste grootmeester, die zestien jaar eerder de wereld van het internationale schaken binnen stormde en waar iedere schaaklegende ontzag voor kreeg, zat figuurlijk aan de grond. Natuurlijk, hij eindigde als laatste in Dortmund, met viermaal verlies, zes remises en geen enkele winstpartij.
‘Tot op de dag van vandaag, als iemand Dortmund zegt, doet dit ons pijn omdat Anand een bijzondere inspanning moest leveren om maar niet te hoeven verliezen’, herinnert Aruna zich. Bijna een decennium later, in april 2010, probeerde een groep schaakstrategen in Bulgarije hem weer het gevoel te geven van verliezer. Maar nu was hij wereldkampioen op alle fronten (klassiek-, rapid- en snelschaak) en hij speelde nog op de top van zijn kunnen, al was hij al veertig jaar. En dat was slecht nieuws voor de handlangers van Veselin Topalov, die Anand uitdaagde voor de wereldtitel.
Zij begonnen met een spervuur van hatelijkheid en spotternij om hem nerveus te maken voor zijn tweekamp tegen Topalov, in de hoop dat hij blunders zou begaan en zou verliezen. Zij hadden commentaar op zijn leeftijd, op zijn techniek, op zijn temperament en op de morele steun die hij had gehad van rivalen zoals Garry Kasparov en Vladimir Kramnik .
De twaalf partijen durende tweekamp in Sofia was een thuiswedstrijd voor Topalov. De aswolken van de vulkaan in IJsland zorgden er voor dat Anand een veertig uur durende reis door Europa moest maken om de speellocatie te kunnen bereiken. De autoriteiten wezen zijn verzoek af voor een langer uitstel van de tweekamp en gaven hem slechts één dag respijt. Gedwongen spelen in een vermoeide toestand deed hem blunderen en hij verloor de eerste partij. Topalov geloofde dat hun tactiek had gewerkt en dat een paniekerige Anand snel de wereldtitel aan hem zou moeten overdragen.
‘Ware kampioenen’, zoals boxlegende Mohammed Ali eens zei, ‘zijn zij wiens wil sterker is dan hun sportieve vaardigheden.’ Het is niet gemakkelijk om tegen hen te spelen omdat het hen steeds sterker maakt. Overleven in de slangenkuil is een kunst die zij gaande weg hebben geleerd.
Zoals bleek, hadden de Bulgaren Anand onderschat. Hij kwam terug in de strijd en nam de leiding over. Hij bewaarde al zijn agressie voor achter het bord terwijl zijn rivalen tijd verspilden in het bedenken van nieuwe hatelijkheden en spotternijen. Het was tenslotte Topalov die zijn zenuwen niet meer kon bedwingen en van Anand verloor. De wereldkampioen maakte zich met een schouderophaling af van zijn overwinning, nodigde zijn team uit voor een diner om de overwinning te vieren en ging daarna gewoon weer verder.
Viswanathan Anand begon als een verlegen wonderkind die verbeten en snel speelde. Maar na verloop van tijd ontwikkelde hij zich meer als een methodische speler die tegen iedere tegenstander zijn zenuwen in bedwang kon houden. Naar mate hij ouder werd nam zijn spel in scherpte toe. In de afgelopen drie jaar was hij bijna onverslaanbaar. Maar ondanks dit alles bleef Anand een gewone jongen, die de deur open deed voor zijn bezoekers en zijn vrouw hielp bij de was.
Hoe kon het dan dat deze vriendelijke man steeds als eerste eindigde?
In 1988 bezocht de Sovjet grootmeester Efim Geller een toernooi in de Indiase stad Coimbatore. Geller was al een schaaklegende en was in de nadagen van zijn veertigjarige carrière waarin hij ook van Bobby Fischer had gewonnen. Maar in Coimbatore verloor hij van een kleine 18-jarige jongen. Terug op de schaakclub in Moskou sarden zijn vrienden hem door hem te vragen: ‘Zo we hoorden dat je in India van een jongen hebt verloren? Geller antwoordde, ‘Een jongen? Ik denk dat ik van een wereldkampioen heb verloren.’ Die jongen was Viswanathan Anand.
Anand liet er nooit twijfel over bestaan wat zijn doel was met het schaakspel. Manuel Aaron, India’s eerste internationaal meester en negenvoudig nationaal kampioen, herinnert zich dat hij hem in 1970 voor de eerste keer zag. Anand had een bijzonder soort energie en focus dat het beste met wereldklasse omschreven kan worden. Op de Mikhail Tal Chess Club in Chennai begeleidde Aaron jonge spelers. Anand was een uniek talent. Bij Aaron’s lessen over de grote Sovjet grootmeesters was het alleen Anand die vragen stelde en alternatieve zetten voorstelde.
Anand herinnert zich de Tal Chess Club als een smeltkroes waarin hij terecht was gekomen.’ Ik ging daar zelfs op zondag naar toe. Eerst maakte ik thuis mijn huiswerk af zodat ik rond elf uur op de club kon zijn. Ik bleef er tot zeven uur ’s avonds, als de club sloot. Ik weet niet hoeveel zondagen ik dit wel niet gedaan heb’, zei hij.
De Tal Chess Club had meer leden dan ze aankon. Daarom waren er veel partijtjes snelschaak. De verliezer moest de tafel verlaten en achteraansluiten in de rij. Maar Anand kon blijven spelen daar hij zelden verloor. Misschien was het deze praktijk waarmee hij later zijn reputatie verdiende als degene die speelde met de snelheid van het licht.
Zelfs op jongere leeftijd had Anand het gemunt op het grotere werk. Zijn langjarige vriend en internationaal meester, Venkatachalam Saravanan , vertelt over het Doordarshan interview dat Anand in 1988 gaf nadat hij grootmeester was geworden. De interviewer vroeg ; ‘Zo en wat nu?’ Anand antwoordde zoiets als ‘ Naar wereldniveau, dit moet ik doen. Naar de wereldtop,dat moet ik doen’, zei Saravanan. Hij bleef zichzelf en aarzelde niet risico’s te nemen om naar een hoger niveau te komen.
Deze kwaliteit kwam in het bijzonder naar voren in 2008, toen hij tegen Kramnik speelde voor de wereldtitel in Bonn. Anand, zoals zoveel Indiase schakers, speelt als eerste zet de pion voor de koning (e2-e4). Kramnik daarentegen speelt als eerste zet de pion voor de dame (d2-d4). Twee openingen met geheel verschillende stijlen, die leiden tot verschillende posities op het bord.
Anand, in een flits van durf, besloot zelf de damepion als eerste zet te spelen. De boodschap was duidelijk: Hij nam het op tegen Kramnik in zijn specialiteit! De schaakwereld stond versteld. Zelfs zijn vrouw maakte zich zorgen en vroeg zich af of hij dit wel zeker wist. ‘Anand zei dat hij zijn carrière niet wilde beëindigen zonder d2-d4 te hebben gespeeld en het wereldkampioenschap te hebben gewonnen.’, vertelde Aruna. ‘Hij wilde geen bangerik zijn’.
Het genomen risico betaalde zich uit. Een verraste Kramnik bezweek voor Anand. De tweekamp kwam in het voordeel van Anand met nog een ronde te gaan. Ironisch genoeg speelde Anand in de laatste partij weer e2-e4 en dit was een dubbele verrassing voor Kramnik, die moest berusten in het spelen voor een remise. Dit was strategisch denken bij uitstek.
Maar Anand stond niet altijd bekend als ‘meester in de psychologie’. In de negentiger jaren en zelfs begin 2000, vond men dat Anand geen ‘killer instinct’ had. In 1995 toen hij voor het eerst de wereldkampioen mocht uitdagen, verloor hij van Kasparov na eerst de leiding te hebben gehad. Na de tweekamp zei ‘showmaster’ Kasparov, een veteraan met zes wereldtitels op zak, dat Anand de partijen technisch goed had voorbereid, maar in psychologisch opzicht slecht. Vijftien jaar later bewonderde diezelfde Kasparov Anand’s moed om het in Sofia, op vijandig gebied, op te nemen tegen die locale jongen, Topalov.
Toen Anand in 1988 grootmeester werd realiseerde hij zich dat zijn Indiase training hem niet meer verder kon brengen. Werken in India was vooral spontaan en geïmproviseerd. ‘Ik was niet gewend systematisch te werken’ , geeft hij toe. Daarom trainde hij begin negentiger jaren met Mikhail Gurevich. Het werd een steile leercurve. Hij zag de strengheid waarmee de regels werden gevolgd. ‘Ik herinner mij dat ik eens midden in een voorbereiding aan Mikhail vroeg of ik naar Star Trek mocht kijken. Hij zei: ‘ Dan ga ik wel weg en kom later terug als dat nog nodig is.’ Dus ik mocht onder het werk niet naar Star Trek kijken.
‘Anand ontbeert geen ‘killer instinct’ maar bewaart dit alleen voor tijdens de partij’, zegt de prestatie psycholoog Dr. John Eliot. Dr Eliot, in wiens boek ‘Overachievement‘ onderzoek naar sportprestaties op het hoogste niveau wordt beschreven, betoogt dat ‘killer instinct’ een strategiekenmerk is en geen persoonlijkheidskenmerk.
Anand is joviaal en staat met beide benen op de grond, ook als hij niet schaakt. Hij blijft gewoon doen vergeleken met sommige andere toppers. Mindere spelers hebben ook vaak meer moeite onderscheid te maken tussen schaken en hun andere activiteiten.
Succes en falen zitten makkelijk, als engeltjes, op Anand’s schouder omdat hij schaken van zijn overige activiteiten goed weet te scheiden. Zijn langjarige secondant, de Deense grootmeester Pieter Heine Nielsen, weet nog hoe Anand reageerde toen hij terugkwam nadat hij in de eerste partij van Topalov had verloren. Hij vertelde zijn secondanten: ‘ OK , het was dom van mij de partij op deze manier te verliezen, ik sta 1-0 achter. Dus we gaan proberen dit punt terug te krijgen.’ Dat was alles, geen paniek dus.
Het team, ook ontspannen, begon aan de voorbereiding van de tweede partij. ‘ Voor ons gaan de emoties hand in hand met de speler. Als de speler in paniek raakt overkomt dit ons ook. Ik denk dat Anand zeer pragmatisch omging met zijn verlies’, zegt Nielsen.
De transformatie naar de ‘meester van de denksporten ‘ verliep geleidelijk. Maar misschien kwam het keerpunt in 2002. Anand ging spelen in het Euroteltoernooi in Praag in april 2002, nadat hij wereldkampioenschap verloor en een verliesperiode van tien maanden achter de rug had.
Daar verzamelden zich ook de hoge omes van het wereldschaak om te discussiëren over de nieuwe wereldkampioenschapcyclus. De bedoeling was de hereniging van de broederschap die in 1993 gesplitst werd in twee tegenover elkaar staande groepen. Tot Anand’s schrik, hadden de hoge omes hem buiten deze ’race’ gehouden. Hij voelde zich gekwetst en vernederd. Dit betekende dat hij de komende drie tot vier jaar niet om het wereldkampioenschap kon spelen. ‘Ik begreep dat niet en ik voelde een vorm van machteloosheid‘, zei Anand. Maar hij besloot om geen tijd te verspillen aan deze zorgen. Hij had inmiddels weer het plezier ontdekt in het schaken ongeacht of hij won of verloor. Hij besloot gewoon te gaan spelen in Praag. En terwijl de hoge omes buiten het schaakbord om nieuwe plannen smeedden, won Anand rustig het toernooi en vloog direct terug naar huis. De Praag-deal ging gelukkig uit als een nachtkaars.
Vijf jaar later ging hij een andere crisis tegemoet toen hij met zwart bleef verliezen. In het Corustoernooi van 2007 verloor hij van zowel Kramnik als van Topalov. Bij Anand ging het alarm af omdat hij niet begreep waarom hij verloor. Samen met Nielsen ging hij terug naar de basis en ging analyseren. Zij stelden vast dat zijn openingen in duigen lagen. Hij verbeterde zijn openingen scherpte deze aan en breidde zijn repertoire met zwart uit met het oog op het komende wereldkampioenschap. Sommige van zijn grootste overwinningen in 2007, zijn overwinning op Kramnik in 2008 en de beslissende partij in 2010 in Sofia behaalde Anand als aanvoerder van de zwarte stukken.
Gedurende deze turbulente periodes verloor Anand zijn gevoel voor humor niet, een kwaliteit waarvan zijn vrienden zeggen dat dit de sleutel tot zijn succes was. In Sofia toen Topalov in de derde partij remise wilde aanbieden deed hij dit niet aan het bord, wat gebruikelijk is, maar volgde hij de locale regel en stelde remise voor via de scheidsrechter. De spanning was voelbaar en in ieder geval schudden de twee elkaar niet de hand. Later toen zij de pers ontmoetten vroeg een verslaggever of dit de eerste keer was dat zij vergaten elkaar de hand te geven. Waarop Anand antwoordde: ‘Misschien hadden we handen moeten schudden via de scheidsrechter.’
Wordt vervolgd.
Complimenten Meester-vertaler Teun,
en zeker geschikt voor onze site !!!