Het onbehoorlijke gedrag van Ivanchuk

Het onbehoorlijke gedrag van Ivanchuk

En het sportieve gedrag van Svidler

Op het nippertje op tijd

Van 16 november tot 25 november wordt in Moskou het zesde Tal toernooi gehouden. Het is het zwaarste toernooi van 2011. Magnus Carlsen (2823, Noorwegen), Vishy Anand (2817, India), Levon Aronian (2801, Armenië), Vladimir Kramnik (2800, Rusland), Vassily Ivanchuk (2775, Oekraïne), Sergey Karjakin (2763, Rusland), Hikaru Nakamura (2753, Verenigde Staten van Amerika), Peter Svidler (2755, Rusland), Boris Gelfand (2746, Israel), en Ian Nepomniachtchi (2730, Rusland). Het is een categorie 22 toernooi.

Wit: Vassily Ivanchuk (2775)

Zwart: Peter Svidler (2755)

6de Tal Memorial 2011

Moskou,16 november 2011

Eerste ronde

Rock around the clock

Herman Grooten, Wereldtop bij Tal Memorial, 19 november 2011

Peter Svidler, de arbiter en Vassily Ivanchuk

Twee arbiters proberen Ivanchuk te kalmeren

Verslag van Evgeny Atarov op ChessPro: ‘De laatste persoon die het podium op kwam rennen, was Ivanchuk. Letterlijk vlak voordat de klokken in beweging werden gebracht. Hij was op de een of andere manier volledig in de war. Hij zette grote ogen op, hij deed zijn jasje uit en trok die weer aan, hij probeerde zijn onrustige verschijning te kalmeren en … hij spreidde zijn armen theatraal uit: ‘Waar is jullie klok? Waarom hebben jullie geen klok in de gang of in de toiletten? Dit is onaanvaardbaar! En wat gebeurt er als ik te laat kom?’ Ze probeerden hem zo goed en zo kwaad als dat ging, rustig te krijgen en beloofden hem voor een klok te zullen zorgen: voor hem persoonlijk. Maar het duurde een tijdje voordat hij was gekalmeerd.

Gedurende de gehele tijd zei zijn tegenstander, Svidler, geen woord. Hij zat en keek naar de commotie rond hun tafel… Zelfs daarna zat hij een aantal minuten bewegingloos, tot hij terug keerde naar de realiteit en toch de eerste zet deed. In het algemeen werden de zetten erg langzaam, pijnlijk langzaam, gedaan. Terwijl aan de tafel naast hen Anand en Karjakin al zestien zetten hadden gedaan, waren dat er bij Vassily en Peter nog maar zes. Ze wierpen hun starende blik van het bord naar het publiek, en deden hun uiterste best elkaar niet aan te kijken.’

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. e3 Lg7 5. Db3 e6 6. Da3 a5 7. Pf3 Pc6 8. Ld2 Pb4 9. Da4+ Ld7 10. Db3 dxc4 11. Lxc4 Lc6 12. a3 Pbd5 13. Pe5 0-0 14. Pxc6 bxc6 15. Dc2 De7 16. 0-0 c5 17. Pe2 cxd4 18. Pxd4 c5 19. Pb5 Tfc8 20. Tfd1 Pg4 21. h3 Pe5 22. Le2 c4 23. Tac1 h5 24. Pc3 Pb6 25. Pe4 Pd5 26. Pc3 Pb6 27. Pe4 Pd5 28. Le1 Tab8 29. Kh1 Pd7 30. Tb1 Pc5 31. Lxc4 Pb6 32. Lb5 Pd5 33. a4 Pa6 34. De2 Pab4 35. Tbc1 Tc7 36. Pc3 Tbc8 37. Pxd5 exd5 38. Txc7 Txc7 39. b3 Lc3 40. Tc1 Df6 41. Df3 De5 42. Dg3 Dxg3 43. fxg3 Le5 44. Txc7 Lxc7 45. Kg1 Pc2 46. Ld2 Lb6 47. Kf2 d4 48. e4 d3+ 49. Kf1 Pe3+ 50. Ke1 Pxg2+ 51. Kd1 h4 52. gxh4 Pxh4 53. b4 axb4 54. Lxb4 Pf3 55. a5 Ld4 56. Le7 f5 1-0

Mijn commentaar

Indien een speler te laat aan het bord verschijnt, ontvangt hij een reglementaire nul, vgl. artikel 6.6 van de FIDE-regels. Dat artikel luidt als volgt:

a. Een speler verliest de partij als hij na het begin van de zitting voor het eerst aan het schaakbord verschijnt. Dat houdt in dat men niet te laat mag komen. In het toernooireglement mag dit anders omschreven worden.

b. Indien het toernooireglement een andere omschrijving kent omtrent te laat komen is het volgende van toepassing.

Als geen van beide spelers bij het begin aanwezig is, dan verliest de speler die met de witte stukken speelt alle tijd die verloopt tot hij arriveert; tenzij in het toernooireglement iets anders is omschreven of de arbiter anders beslist.

Op een toptoernooi gelden hogere belangen. Daar wil een toernooi-organisatie helemaal geen reglementaire nul uitdelen, daar bestaat juist een groot belang bij het doorgaan van de partij. Het publiek wacht op de partij en wil deze volgen. Vandaar dan ook dat de organisatie van het Tata Steel Schaaktoernooi een afwijking op de regel heeft geformuleerd. Er wordt geen reglementaire nul opgelegd, de telaatkomer ontvangt een boete van € 100. Komt hij een tweede keer te laat wordt de boete verhoogd tot € 250, en bij een derde keer tot € 500. Zo kwam Ivanchuk op het Tata Steel toernooi 2009 te laat. De arbiter gaf hem geen boete, ‘omdat het horloge van Ivanchuk achter liep’.

Het Tal Memorial 2011 betreft een toptoernooi van de 22ste categorie. Uiteraard moeten de spelers ook op tijd komen. Wellicht geldt daar de reglementaire nul. Ivanchuk heeft dus een groot belang. Echter, hij komt nog maar op het nippertje op tijd. Wellicht is hij zich rot geschrokken. In plaats van zichzelf de schuld geven ‘domoor die ik ben, ik had eerder moeten weggaan’, geeft hij met veel misbaar de toernooi-organisatie de schuld. Die had ergens in een gang of bij een toilet een klok moeten hangen. Wat een dwaasheid van een reden.

Het gedrag van Ivanchuk is hinderen van de tegenstander en van dat van de overige spelers. Ivanchuk draagt nota bene een horloge, dus moet hij niet zeuren over een klok op de gang. Daar komt bij dat een speler op dit niveau het niet moet laten aankomen om op het allerlaatste moment te verschijnen aan het bord. Het gedrag van Ivanchuk is onbehoorlijk. Het is in strijd met de artikelen 12.6, eerste volzin, en 13.1, tweede volzin, van de FIDE-regels.

Echter, lastig is te beantwoorden de vraag hoe de arbiter moet optreden. Hij moet kiezen tussen enerzijds de belangen van Svidler en de overige spelers en anderzijds dat van het toernooi en wellicht ook van dat van zichzelf. In feite staat hij voor een dilemma.

Als de arbiter zich strikt aan de regels houdt en Ivanchuk voor het maken van stampij een waarschuwing geeft, of een tijdstraf, is de kans groot dat de zaak escaleert. Gelet op de grote ogen van Ivanchuk, zijn grote onrust, kon er daarna nog wel eens een onbeheersbare situatie ontstaan. Dan ontploft Ivanchuk helemaal. Niemand kan voorspellen hoe de chaos daarna zal aflopen. Als zo’n situatie is ontstaan, richt vervolgens iedereen zijn pijlen tot de arbiter. Hij ‘had zus of zo’ moeten handelen. Zijn optreden deugde niet, zijn straf was etc. etc. U kent het wel.

Als de arbiter probeert de zaak te sussen en geen straf geeft, is Svidler daarvan het slachtoffer. En later zal ook blijken dat het voorval invloed heeft gehad op de voortgang van de partij. Het spreekt voor zich dat de concentratie bij Svidler is verdwenen. Gelet op het topniveau is dat een zeer ernstige zaak. De kans dat de fans van Svidler het sussende optreden van de arbiter vernietigend zullen becommentariëren, is groot.

Kortom, wat een arbiter ook beslist, het is nooit goed.

In het dagelijks leven wordt van ambtenaren, en vooral van politiefunctionarissen, verwacht dat zij de-escalerend optreden. Door het optreden van een functionaris mag de zaak niet nog meer uit de hand lopen. Als zo’n functionaris de zaak heeft gekalmeerd, leidt dat soms tot schampere opmerkingen van omstanders. Zij hadden namelijk van een functionaris verwacht dat die streng en handhavend zou optreden, ‘opdat het een voorbeeld is voor anderen die van plan zijn zich niet goed te gaan gedragen’.

De de-escalerende taak van de arbiter komt ook tot uitdrukking in artikel 32 van het KNSB-competitiereglement. Dat artikel luidt:

‘Bij verschil van mening moet de wedstrijdleider zich elke inspanning getroosten om de zaak in der minne te schikken. Als dit niet lukt en er geen speciale straffen door de spelregels of reglementen zijn voorgeschreven heeft de wedstrijdleider de bevoegdheid straffen op te leggen wegens inbreuk op de regels.’

Het is een nuttig artikel, waarvan het gewenst is het op te nemen in alle competitiereglementen van de regionale bonden. In feite past op deze wijze de arbiter over de hoofden van spelers heen de ‘sportiviteitsregel’ toe. Hoewel Svidler en de andere spelers er recht op hebben dat Ivanchuk wordt gestraft, gebeurt dat niet. Het is dan ook sportief van Svidler niet te protesteren tegen de gang van zaken en af te zien van het opeisen van zijn recht. In zoverre komt deze zaak overeen met die van Navara. Zie mijn artikel ‘het gebaar van sportiviteit’.

schaaksite.nl/het-gebaar-van-sportiviteit

Bij de FIDE komt zo’n regel als die van artikel 32 niet voor. Regelgeving is nu eenmaal een kwestie van politiek.

Ivanchuk is iemand die in zijn eigen wereld verkeert, en nauwelijks een inlevingsvermogen schijnt te hebben voor een ander, men noemt hem ‘planeet Ivanchuk’. Als een andere schaker – iemand die wel voor redengeving vatbaar is – zich had gedragen als Ivanchuk had de arbiter hem misschien wel een waarschuwing of een tijdstraf gegeven.

Zoals altijd moet een arbiter rekening houden met de persoon van de schaker. Het valt niet mee om arbiter te zijn. Wat had u beslist als u de arbiter was geweest?

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.