Ricoh Purmerend – En Passant 2-8 (1A)
Plaats van handeling was Eetcafé De Koemarkt aan, jawel, De Koemarkt in Purmerend. De koemarkt in Purmerend doet mij denken aan de verhalen van vroeger toen Manusom (oom Herman, in gewoon Nederlands) en Klaas de Kuper (eigenlijk Van de Goot, maar zo’n naam verhoudt zich niet zo met een geslaagde carrière) daar regelmatig heen gingen om koeien te verhandelen. Pet op, stofjas aan, wandelstok mee en een sigaar in het hoofd en dan maar handjeklappen. Rare handel eigenlijk, dat gehandjeklap. Dick en ik hadden het er op de heenweg nog over. Waarom niet gewoon een prijskaartje op de rug van zo’n koe? Dat is toch veel simpeler? Je moet er toch niet aan denken dat iemand je viswinkel binnenkomt en zegt: “Ik wil een pond paling, en daar wil ik tien euro voor betalen.” Visboer reageert alert en zegt: “Belachelijk! Die paling is veel meer waard. Ik vraag daar zesentwintig euro voor!”
Klant is het daar weer niet mee eens en biedt twaalf euro. Afijn, na een kwartier emmeren komen ze dan uit op achttien euro . Dan zou je maar vier klanten in een uur weg kunnen werken! Dat schiet niet op. Maar goed, veehandel is een eeuwenoude traditie, dus daar werken ze niet met prijskaartjes, maar met handjeklap. Klaas de Kuper was daar handiger in, want die mocht vaker een koe van pa verhandelen dan Manusom, familie of geen familie. Of had dat te maken met het feit dat Klaas, als hij daags erna met zijn tiet met geld kwam om af te rekenen, ook altijd een schuine mop wist te vertellen? Ik weet het niet. Ik zal dat pa nog eens vragen.
Maar de tijden veranderen. Manusom en Klaas de Kuper zijn al overleden, en de veemarkt in Purmerend is er ook niet meer. In Eetcafé De Koemarkt geen veehandelaars meer die met een jonge borrel de handel beklinken. Nee, Eetcafé De Koemarkt biedt nu de gelegenheid voor bruiloften en partijen. Het enige vee wat zaterdag in De Koemarkt te zien was, waren veertig houten paarden. Of eigenlijk tweeënzeventig, want niet alleen het vlaggenschip van de plaatselijke schaakclub speelde een wedstrijd, ook Purmerend 2 was van de partij. En dat was behelpen, want juist deze dag was er zo’n feest, met als gevolg dat er in een bijzaaltje geschaakt moest worden. Dat paste allemaal net!
Er ging een gejuich op aan de bar in EP’s eigen denksportcentrum toen men daar via de sms op de hoogte werd gebracht van het feit dat Dick de Graaf zijn partij had gewonnen. Dat was hem dit seizoen nog niet gelukt. Nu wel, en lekker vlot ook! Waar een trainingskamp in Gibraltar niet goed voor is!
Dick de Graaf – Enrico Blees
Bord 9
1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pe2!? Nee he, dacht ik nog. Hij zal toch niet per ongeluk het verkeerde paard gepakt hebben? Nee, zo verzekerde Dick me na afloop, dit had hij wel eens gezien in een partij van Short. Dat is een fraai staaltje klok en klepel. Short deed wel Pe2 tegen de Caro Kann, maar al op de tweede zet! Ik herinner me nog goed dat ik hem dat eens op playchess.com zag spelen. Na de zetten 2. Pe2 d5 3.e5 Lf5 4.Pg3 Lg6 5.h4 h6 6.h5 Lh7 7.e6 fxe6 8.d4 knalde hij in no-time iemand met een elo van dik 2900 van het bord. Die 2900 is een internetrating uiteraard. Niet te vergelijken met de echte Elo. Van Short heb ik geen partij kunnen vinden met 3.Pe2. De zet is overigens prima speelbaar, zo blijkt ook uit de computerwaardering. 3… dxe4 4.Pg3 Pf6 Het wachten is natuurlijk op iemand die het aandurft om met 4…f5 aan de pluspion te blijven hangen… 5.c3 Lg4 6.Dc2 Dd5?! Dubieus, zo oordeelde men achteraf. Zwart kan die pluspion zo echt niet houden en die dame op d5 gaat wit straks tempowinst opleveren… 7.Le3 e5 8.Pd2 Pbd7 9.Lc4 Dd6 10.0–0 Le7 11.Pdxe4 Pxe4 12.Dxe4! Juist! Naar goed Spakenburgs gebruik blijft het peerd een oogje houden op veld f5. 12…Dg6 13.f3 Dxe4 14.fxe4 0–0 15.h3 Lh4? 15…Le6 kon niet wegens 16.d5 met stukwinst, maar ook na het gespeelde Lh4 loopt het snel verkeerd af. Noodzakelijk was 15…exd4 16.cxd4 Le6 zodat zwart op 17.d5 Pe5 kan doen. Dan heeft zwart nog wel een speelbare stelling.
16.hxg4! De pionnenstructuur is even van ondergeschikt belang. Met tempowinst die f-lijn volproppen, dat telt! Pion f7 is gewoon niet meer te redden. 16… Lxg3 17.Tf3 Lh4 18.g5 exd4 19.cxd4 c5 20.Taf1 cxd4 21.Lxd4 en zwart gaf het op. Na bijvoorbeeld 21… Lxg5 22.Txf7 ontkomt hij niet aan een dodelijk aftrekschaak. 1–0
Kort hierna eindigde het grootmeesterduel op het eerste bord…
Friso Nijboer – Dimitri Reinderman
Bord 1
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e5 6.Pdb5 d6 7.Lg5 a6 8.Pa3 b5 9.Pd5 Le7 10.Lxf6 Lxf6 11.c4 b4 12.Pc2 a5 13.Le2 In de zevende ronde van het Tatasteeltoernooi speelde Jan Timman 13.g3 0-0 14.h4 tegen Dimitri. Een partij, waaraan men in huize Timman met afgrijzen terugdenkt… 13…0–0 14.0–0 Lg5 15.Dd3 Le6 16.Tfd1 Lxd5 17.cxd5 Pb8 Toen ik na een lange middag schaken met mijn eigen partij klaar was en deze nog even analyseerde met mijn tegenstander waren Friso en Dimitri de voornaamste kibitzers. Tijdens zo’n nazit stel ik doorgaans de domste zetten voor, hetgeen me op hoongelach van met name Friso kwam te staan. “Kun je wel? Jullie zijn nog fit na zo’n partijtje”, zo beet ik van me af. “Nou, we hebben wel veel bedenktijd gebruikt hoor!” Nu ik deze partij aan mijn database te vreten geef, blijkt dat beide spelers deze stelling al eerder gehad hebben. En het potje duurt nog zeven ply. Waar hebben de heren hun bedenktijd aan gespendeerd dan? 18.a3 Dit heeft Friso al eerder gespeeld. 18.Pe3 kwam onder andere voor in Haslinger – Reinderman, HSG open 2009. Werd remise. 18…bxa3 18…Pa6 19.axb4 Pxb4 20.Pxb4 axb4 leidde tot remise in Nijboer – Van Wely NK 2010, Eindhoven. 19.Dxa3 Ta7 20.Ld3 Tb7 21.Dxa5 ½–½
Onze Belgische vriend Tanguy Ringoir is qua speelstijl een type Erwin l’Ami. Geef hem een klein positioneel voordeeltje en je gaat een nare middag tegemoet. Ja, of een leerzame natuurlijk. Het is maar hoe je het bekijkt. Yong Hoon de Rover kan er over meepraten inmiddels…
Tanguy Ringoir – Yong Hoon de Rover
Bord 3
1.e4 c5 2.Pc3 Pc6 3.f4 g6 4.Pf3 Lg7 5.Lb5 Pd4 6.0–0 a6 7.Lc4 e6 8.d3 Pe7 9.Lb3 0–0 10.Pxd4 cxd4 11.Pe2 d5 12.e5 f6 13.Pxd4 fxe5 14.fxe5 Txf1+ 15.Dxf1 Lxe5 16.Pf3 Lf6 17.d4 Nou, hier hebben we dan zo’n positioneel plusje. De computer is nog niet heel erg onder de indruk, maar tijdens de partij zag ik het hier al zonnig in. Dat achtergebleven pionnetje op e6 gaat een probleem worden! 17…Pc6 18.c3 Ld7 19.Df2 De7 20.Dg3 Dg7 21.Lg5 Juist. Zwarts goede loper wordt opgeruimd. Het wordt al voelbaar vervelend voor hem… 21…Lxg5 22.Pxg5 h6 23.Ph3 Tf8 24.Te1 g5 25.Pf2 h5 26.Pd3 h4 27.De3 Lc8 28.La4 wit wil graag zijn loper ruilen voor dat paard want kijk eens wat er dan overblijft. Een prachtig wit paard tegen een lummel van een loper! Vandaar dat Yong Hoon die ruil vermijdt. 28…Pe7 29.Pc5 Tf6 30.Pd7 Nu biedt Tanguy zijn mooie paard ter ruil aan voor die loper maar dat doet hij niet voor niets natuurlijk. 30…Th6 30…Lxd7 31.Lxd7 en e6 is niet meer te redden! 31.Pb6 Tg6 32.Lc2 Tf6 33.Ld1 g4 34.De5 g3 35.h3 Een probleem voor verslagschrijvers bij dit soort positionele partijen is: waar plaats je een diagram? Er is heel geen spektakel! Nou, dan pakken we een moment waar een bok geschoten wordt…
35… Tf2? Een blunder, die een abrupt einde aan de partij maakt. 35…Dh6 om de e-pion nog maar eens te dekken was aangewezen. Dan was wit met Lg4 doorgegaan met de positionele melkerij maar dan was het niet zo snel bekeken als nu. 36.Pxc8 met stukwinst na Pxc8 37.Dxe6+. Zwart gaf het op. 1–0
Treinflaters en denksport. Dan denken we al snel aan wijlen Jannes natuurlijk. De dammer die op weg naar het NK in de trein in slaap viel. Ook wij schakers noteren een treinflater. Bruno Carlier stapte uit op het verkeerde station! Gevolg: zowat een half uur te laat in de speelzaal. Toch nog een mazzeltje: doordat de zaal voor feesten en partijen onverwachts bezet werd door feestgangers moest de schaakwedstrijd in een andere zaal dan gebruikelijk worden gespeeld. Dat leverde om wat voor reden dan ook zoveel organisatorische problemen op dat we een kwartier te laat begonnen. Bruno startte zo dus met een kwartier minder in plaats van met een half uur minder. Dat scheelt dan weer. En die tijdsachterstand was na een zetje of tien ook al verdwenen…
Pieter Hopman – Bruno Carlier
Bord 6
We komen erin nadat Pieter zojuist 18.Kh1 heeft gespeeld. Bruno heeft in de voorgaande zetten toegewerkt naar de opstoot e7-e5 en dit lijkt het moment om die zet maar eens uit te voeren. Bruno besluit echter nog meer voorbereidend werk te doen… 18… f6 Een wellicht onnodige verzwakking van de koningsstelling. 18…e5 was immers al mogelijk dankzij de loper op h6, zie de pion op f4 pent. Na 19.dxe5 Pxe5 20.Pxe5 Txe5 staat zwart prima. Die toren kan misschien wel naar h5 straks om de witte koningsstelling onder druk te zetten. 19.Tbd1 Kh8 Wederom uitstel van 19…e5 en ik begrijp niet goed waarom. Na 20.dxe5 Pxe5 staat zwart prima. Overigens niet 20…fxe5, want dan komt 21.Pxd5! Een type combinatie dat u even in het achterhoofd moet houden. 20.Tg1 e5 daar is hij dan! 21.dxe5 fxe5 Wellicht is met het paard terugnemen sterker. Na 21… Pxe5 staat dat paard niet meer in de weg op d7 en bovendien weerhoudt de pion op f6 het witte paard ervan om naar g5 te springen. 22.Pg5 Lxg5 23.Txg5 Nu staat het ongeveer gelijk, maar met zijn volgende zet zet Bruno de deur ineens wijd open… 23… e4?
24.Pxd5! cxd5 25.Dd4+! Wit slaat d5 straks met schaak en wint dan het paard op d7 terug, waarna hij twee pionnen voor staat. Zwart gaf het op. 1–0
Commentaar van Bruno na afloop: “Zo ken je toch nie schaoke, in die teringherrie!” En ja, daar is wat voor te zeggen. Want het feest in de feestzaal was lekker op gang gekomen, de muren waren niet erg dik en dus werden we voortdurend getrakteerd op het complete bruiloften- en partijenarsenaal als “Hello Mary-Lou” en weet ik wat voor bagger die we alleen leuk vinden met een flinke slok op. Daarbij zaten we ook nog een dun muurtje verwijderd van de keuken en we konden goed merken dat ze daar hardhandig met het servies omgaan. Maar goed, daar was die middag verder niks aan te doen, iedereen had er last van, en sommige Purmerenders misschien nog wel iets meer. Niet alleen last van de herrie, maar ook van schaamte. “Hoe kun je zo je gasten ontvangen?”, leek een enkeling te denken. Ach, het is jullie vergeven. Laatst speelde En Passant 3 thuis, terwijl er in de bovenzaal een dartstoernooi werd gehouden. Probeer je daar maar eens een voorstelling van te maken!
Jan Smeets kwam deze keer niet in tijdnood. De reden was, dat hij een variantje op het bord kreeg dat hij ooit als secondant in dienst van de Duitse grootmeester Jan Gustafsson had geplugd. De Arme Rob Schoorl werd aldus gefileerd met een mes dat eigenlijk voor een grootmeester was geslepen!
Rob Schoorl – Jan Smeets
Bord 2
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.0–0 Pf6 5.d4 Lxd4 6.Pxd4 Pxd4 7.f4 d6 8.fxe5 dxe5 9.Lg5 De7
10.Lxf6 Dat secondantenverhaal ving ik in de wandelgangen op en om zeker te weten dat ik hier geen leugens neerkwak mailde ik Jan nog maar even met de vraag: “Hoorde ik je nu zeggen dat je dit variantje ooit helemaal uitgeplugd had voor Jan Gustafsson?” Het antwoord bevat een leerzaam lesje openingstheorie: “Ja klopt. Het enige dat ik me nog kon herinneren was dat het pluggen begon in de stelling na 10.Lxf6 gxf6 11.Pa3 Le6 12.c3 Lxc4 13.Pxc4 Pe6 14.Pe3, met als eindoordeel: gelijk. Toen begon ik me opeens af te vragen waarom al die sukkels 11…Le6 doen, daar wil het paard tenslotte heen. Vandaar 11…h5(!), een nuttige wachtzet (ook 11…Tg8 is goed), pakt veld h5 en h6 van de witte dame, f6 kan gedekt worden met Th6 en als die pion op h4 staat wordt ‘ie nog gevaarlijk ook. Pas nadat ik 11…h5 speelde had ik door dat 10.Lxf6 te vroeg was. Normaal beginnen ze met 10.Pa3, dan is 10…h5 natuurlijk onzin en zit er niks anders op dan met 10…Le6 de hoofdvariant te spelen.
groeten, Jan”
Hierbij vraag ik me met mijn boerenverstand dan weer af waarom er niks anders opzit dan na 10.Pa3 met 10…Le6 de hoofdvariant te spelen. Doe dan 10… Ld7 wat ook in deze partij gebeurt, zodat e6 toch vrij blijft voor het paard! Oeps, als ik nu maar geen keukengeheim heb prijsgegeven… 10…gxf6 11.Pa3 h5! Zie Jans commentaar. 12.c3 Pe6 13.b4 Pf4 14.g3 Ph3+ 15.Kh1 h4 16.gxh4 Ld7 17.Df3 Pf4 18.Pc2 f5! De lange diagonaal moet vrijgemaakt worden voor de loper op d7. 19.Pe3 Dxh4 20.Df2 fxe4 21.Pd5 e3 22.Dxh4 22.Pxe3 Lc6+ 22…Txh4 23.b5 Pxd5 24.Lxd5 Lxb5 25.Txf7 Lc6 En de witte loper is overbelast, waardoor er nog meer materiaal verloren gaat. Rob gaf het op. 0–1
Na afloop in het restaurant beklaagde Tea zich over het feit dat ze op bord 10 zat. Toevallig ook nog eens het dichtst bij die muur waarachter Mary-Lou vandaan kwam. “Ik wilde jou graag eens onder me hebben!” reageerde De Kaaieman meteen gevat. “Hoe bedoel je?” Jaja, Tea had de dubbelzinnigheid meteen door! De werkelijke reden is, dat onze Guido graag puzzelt en de borden een beetje door elkaar gooit om het de tegenstanders niet al te makkelijk te maken bij de voorbereiding. Als tegenstanders zich dan serieus willen voorbereiden op bord 10, zullen ze een speler (m/v) of vijf onder de loep moeten nemen. En stiekem verdenk ik Guido van nog een andere reden. Kondigde ik in mijn vorige verslag niet aan dat ik een liedje zou spelen op de ukelele als Tea 9 uit 9 zou scoren? Meteen zet hij haar op het laagste bord. Nou, Guido, ik maakte maar een grapje hoor. Denk je dat ik in een paar maanden ukelele leer spelen? Nee, dan moet je toch echt bij mijn overzeese achterneef aankloppen!
Hoe dan ook, Tea hield haar 100% score zonder al te veel moeite in stand.
Wietze Groot – Tea Lanchava
Bord 10
1.e4 g6 2.d4 Lg7 3.Pf3 c6 4.Pc3 d6 5.h3 Pf6 6.a4 Da5 7.Ld2 Pbd7 8.Le2 0–0 9.0–0 Dc7 10.Le3 e5 11.dxe5 dxe5 12.Lc4 h6 13.Dc1 Kh7 14.a5 Dd6 15.Pd2 Pc5 16.b4 Pe6 17.Lxe6 Dxe6 18.Pe2 Pd7 19.c4 f5 Met een dreigende opstoot die door de witspeler ten onrechte niet serieus genomen wordt.
20.Pb3? 20.exf5 is beslist noodzakelijk in dit soort gevallen. Na gxf5 21.f3 worden verdere opmarsen van die zwarte pionnen ontmoedigd. Als zwart nu f5-f4 doet kan wit immers fijn een paard op e4 posteren! 20…f4 21.Pc5 Pxc5 22.Lxc5 f3 23.gxf3 Txf3 24.Ta3 Dxh3 Ziezo. Een pion gewonnen. De rest is Tea wel toevertrouwd… 25.Txf3 Dxf3 26.De3 Dxe3 27.Lxe3 Le6 28.Tc1 Lf8 29.b5 c5 30.Tc3 g5 31.Pc1 b6 32.a6 Td8 33.Pb3 Kg6 34.Kg2 h5 35.Pd2 g4 36.f3 Lh6 37.Pf1 Lf4 38.Lf2 Kg5 39.Pe3 Td2 40.fxg4 hxg4 41.Pf1 Te2 42.Pg3 Ta2 43.Pf1 Lf7 44.Kg1 Ta4 45.Pe3 Lg6 0–1
De volgende die scoorde was Manuel Bosboom. Links en rechts alles naar voren en de koning in het midden laten. Dat kan toch niet goed zijn? Nou, het levert zat punten op!
Manuel Bosboom – Lucas van Mil
Bord 5
1.c4 e5 2.b3 Pc6 3.Lb2 Pf6 4.g3 Lc5 5.Lg2 d6 6.Pc3 0–0 7.e3 Lf5 8.a3 a5 9.Pge2 e4 10.Pa4 La7 11.h3 Pd7 12.g4 hop! Lg6 13.h4 en hop! h6 14.Pf4 Pde5 15.Dc2
Pf3+ Gedwee schikt Lucas zich in het verlies van een pion. Maar was dat nodig? Uit het stopcontact komt het zetje 15…Dd7. Dan kan wit maar beter van die e-pion afblijven: 16.Lxe4 Pf3+ 17.Kd1 (17.Ke2? is nog erger: Pfd4+ 18.Lxd4 Pxd4+ 19.exd4 Lxe4 20.Dxe4 Tfe8) 17…Dxg4 18.Kc1 Pcd4 19.Lxd4 Pxd4 20.exd4 Dxf4 en zwart staat uitstekend! 16.Lxf3 exf3 17.Pxg6 fxg6 18.g5! Die pion loopt niet weg, liever die koningsstelling slopen. Als zwart nu h5 doet is die pion ook zwak. Wit doet Dxg6 en dreigt mat en op h5 te slaan! De8 19.gxh6 Ld4 20.hxg7 Tf5 21.0–0–0 Ah! Rokade. En we zijn pas op zet 21! 21…Lxb2+ 22.Pxb2 b5 23.h5 Txh5 24.cxb5 Pe5 25.d4 Pg4 26.Pd3 Kxg7 27.Pf4 Txb5 28.Tdg1 Tg5 29.Dxc7+ Kf6 30.Dxd6+ Kf5 31.Pe6 Tc8+ 32.Kd2 Tc6 33.Pg7+ 1–0
Zhaoqin Peng was de volgende. Op de verjaardag van haar vriend, die samen met haar zoon een flink stuk heeft geschaatst op Noord-Hollands ijs deze middag, trakteerde ze zichzelf als volgt op een punt…
Zhaoqin Peng – Giel Spaans
Bord 7
1.Pf3 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.Da4+ Ld7 5.Db3 dxc4 6.Dxc4 Pc6 7.d4 Lg7 8.e4 0–0 9.Le2 Lg4 10.Le3 Pd7 11.Td1 Pb6 12.Dc5 Deze stelling uit het Grünfeld-indisch is, zij het met een iets andere zetvolgorde, op het allerhoogste niveau betwist: In 1986 in de WK-match tussen Karpov en Kasparov! 12…f5 Kasparov koos hier voor 12…Dd6 en werd vervolgens na 13.e5 Dxc5 14.dxc5 twee keer uitgeknepen. Een keer kwam hij nog weg met remise, maar in de tweede poging slaagde Karpov erin zijn positionele voordeel in winst om te zetten. 13.e5 f4 14.Lc1 e6 15.h4 Een Bosboomiaanse uitval! Het zal toch niet besmettelijk zijn? De8 16.Pg5 Lxe2 17.Pxe2 h6 18.Ph3 en nu dreigt er een zwarte pion te sneuvelen. Hoe daar het beste mee om te gaan?
18…g5 Dit pakt helemaal verkeerd uit. Interessant was misschien 18…f3 19.gxf3, waarna zwart mooie velden krijgt op d5 en f5. Als daar paarden of torens verschijnen biedt dat wellicht voldoende compensatie voor de pion. 19…Txf3 20.Phf4 is dan wel weer problematisch voor zwart. 19.hxg5 hxg5 20.Pxg5 Dg6 21.Ph7 f3 Nu dan wel, maar dat is te laat. 22.gxf3 Txf3 23.Pf6+ Kf7 23…Lxf6?? 24.Tg1 24.Tg1 Lf8 25.Txg6 Lxc5 26.Th6 Lf8 27.Th7+ Kg6 28.Txc7 Pb4 29.Pc3 Lh6 30.Lxh6 Kxh6 31.Ke2 en zwart gaf het op. Na Tf5 32.Pce4 zit zijn koning in een matnet. 1–0
Purmerend voegde toch nog een halfje toe aan het totaal. Daar mocht ik een bijdrage aan leveren…
Warner de Weerd – Richard Vedder
Bord 8
1.d4 d5 2.c4 dxc4 3.e3 c5 4.Pf3 Pf6 5.Lxc4 e6 6.Pc3 a6 7.a4 Pc6 8.0–0 Le7 9.dxc5 Dc7 10.e4 Lxc5 11.Lg5 Een gewone openingsfase zou je denken. Beetje stukken ontwikkelen, niks bijzonders. Maar toch had wit hier nog maar 37 minuten op de klok; zwart een uur meer. Merkwaardig, en je wordt er als zwartspeler een tikje overmoedig van kan ik u verklappen. 11…0–0 12.Kh1 12.Lxf6 gxf6 had ik niet erg gevonden. Loperpaar is altijd prettig en dat gat voor mijn koning dicht ik desnoods door mijn paard van c6 om te spelen naar g6. 12…Lb4 Het op het eerste gezicht aantrekkelijk ogende 12… Pg4 levert niets op na 13.Lh4. Ik besloot pion e4 maar weer eens onder druk te zetten. Nu ruilt hij wel op f6! 13.Lxf6 gxf6 14.Tc1 Df4 Zijn tijd was alweer wat verder opgebruikt, dus ik dacht hem eens te laten schrikken met mijn dame zo vlak voor zijn neus. Misschien had ik het beter wat rustiger aan kunnen pakken. 15.g3 Dg4 16.Ph4 Dxd1 Op zich had ik geen bezwaar tegen een eindspel met mijn fraaie loperpaar, maar ik speelde deze fase nogal lichtzinnig. Ik heb toch al de nodige ervaring inmiddels, maar al in een zo vroeg stadium van de strijd met een schuin oog naar die klok kijken, dat moet ik toch weer snel afleren. 17.Tfxd1 Lxc3 18.Txc3 e5 Dat was mijn bedoeling. Een mooie uitkijkpost op d4 creëren voor mijn paard. Maar ja, wit is er ook nog. Die heeft nu d5 voor zijn loper! En ik heb er wel mijn mooie loperpaar voor opgegeven… En nu schrok ik ook nog. Geef ik daar zo een pion weg? 19.Kg2 Ik doelde op 19.Td6 Kg7 20.Tf3, maar qua pionverlies blijkt dat mee te vallen: …Pd4 21.Tfxf6 Le6 22.Lxe6 Kxf6 23.Ld5+ Ke7 24.Tb6, maar als er een beter staat is het wit! 19…Pd4 20.Ld5 Lg4 21.f3 Ld7 22.Tc7 Warner gaf na afloop 22.a5 aan, maar na …Tab8 23.Tc7 Lc6 redt zwart zich wel. Ook 22.Lxb7 Tab8 23.Tc7 Lxa4 is te doen. 22…Lxa4 23.Tdc1 Lc6 24.Pf5! Voorlopig doet wit het prima in tijdnood. Dit dwingt mij tot een verklaring. Pxf5 25.Lxc6 Pd4?! Niet de beste, maar wel een bewuste keuze onder de gegeven omstandigheden. 25…bxc6 26.exf5 Tfb8 27.Tc2 leidt tot een dooie remisestand, waarin wit met gemak met simpele zetjes de veertigste zet kan halen. Op het gevaar af dat zijn loper veel sterker kan worden dan mijn paard besloot ik hem in ieder geval te dwingen om na te denken. 26.Lxb7 Tab8 27.b4 Tfd8 28.T1c4? En daar werpt mijn tactiek al vrucht af. Na afloop keken we met diverse kibitzers, waaronder dus Nijboer en Reinderman, naar 28.Ld5 Txb4 29.Ta7 Tb2+ 30.Kh3 Pxf3 en dat leverde de meest fraaie varianten op, die ik allemaal vergeten bent. U moet weten dat ik daags na deze wedstrijd in Gent mocht opdraven en ook daar een lange partij in remise mocht doen verzanden. Mijn hersenpan kent zijn limieten! Ik scheep u af met de mededeling dat u het zelf mag uitzoeken in de wetenschap dat Fritz een iets hogere pet op heeft van de zwarte stelling. Maar goed, Warner deed dus iets anders en dat kostte hout…
28…Pe6 29.Te7 Kf8 30.Txe6 fxe6 31.Lxa6 Td4 32.Tc6 Tdxb4 33.Txe6 T4b6 34.Lc4 Txe6 35.Lxe6 De stofwolken trekken op en ik had geen idee of het gewonnen was. En nu, achteraf, denk ik dat het niet te winnen is. Maar tijdens de partij was ik nog hoopvol! Ke7 36.Lf5 h6 37.h4 Tb3 38.Lg4 Kd6 39.Kh3 Tb7 40.Lh5 Tg7 Om te beginnen vond ik dat ik die koning buiten de deur moest houden. Als ik die naar h5 of f5 laat komen wordt het misschien zelfs nog link! 41.Le8 Kc5 42.h5 Tg5 Dit lijkt stom, want mijn toren gaat het hok in, maar het was een bewuste keuze. Ik had goede hoop dat ik in de oppositiestrijd die straks volgt f3-f4 zou kunnen afdwingen, waarmee de deur weer open staat. Daarbij komt dat 42…Kd4 sowieso niet tot winst leidt: 43.Lg6 Ke3 44.Kg4 Ta7 45.Kf5 Kxf3 46.Kxf6 Kxg3 47.Kxe5 en nu zou ik, als wit geen e-pion had, een soort Timman – Velimirovic moeten spelen. Dat is al te moeilijk, maar wit heeft dus ook nog die e-pion! 43.Lg6 Kd4 44.g4 Ke3 Oppassen! Meteen de oppositie pakken is hier levensgevaarlijk: 44…Kd3 45.f4 exf4 46.e5+ Ke2 47.exf6 Tb5 48.f7 Tb8 49.g5 hxg5 50.Lf5 f3 51.Le6 f2 52.Lc4+ Ke1 53.h6 f1D+ 54.Lxf1 Kxf1 55.Kg4 Tf8 56.h7 en wit wint. Niet helemaal geforceerd, deze variant, maar wel een goede indicatie dat ook zwart op zijn tellen moet passen! 45.Kg3 Kd3 46.Kh3 46.f4 exf4+ Schaak dus. Wit krijgt dan niet de tijd voor e5+. 46…Kd2 47.Kh2 Kd1 48.Kh1 Met remiseaanbod. Dat is dan weer een beetje jammer natuurlijk, maar vooruit. Wit heeft laten zien dat hij die lesjes over de verre oppositie kent, maar die ken ik ook. Is er een veld waarop hij de oppositie niet kan handhaven? Juist, f3, want daar staat een pion op. Dus daar gaan we… Kc2 49.Kg2 Kb3! 50.Kf2 Kb2 En nu heeft zwart oppositie. Wat zonde eigenlijk dat al die moeite voor niks blijkt te zijn… 51.Kg2 Kc2 52.Kh3 52.f4?? Txg4+ Schaak! Ik zeg het er ten overvloede maar weer bij. 52…Kd1 53.Kg3 Ke1 Ziezo. Nu moet hij wel f4 doen en dan begint de volgende fase. 54.f4 exf4+ 55.Kxf4 Te5 56.Lf5 Kf2 Tja, ik zag g5 wel aankomen, maar ik kon het niet zo goed verhinderen. Na 56…Ta5 57.Le6 Tg5 (57…Kf2 58.Ld5 en de koning loopt naar voren) 58.Lf5 zijn we geen steek opgeschoten 57.g5! creëert een enorme lastpost op de h-lijn. Zwart kan niet meer winnen. hxg5+ 58.Kg4 Te8 59.h6 Ke3 60.h7 Th8 61.Lg6 Tf8 62.Lf5 Gaat voor zetherhaling. Ook voor wit zit er geen winst in: 62.Kh5 Kf4 63.Kh6 g4 64.Lf5 g3 65.Lh3 Kxe4 66.Kg7 Tb8 67.Kxf6 Kf3 68.Kg7 = 62…Th8 63.Lg6 ½–½
Last but not least was Erwin l’Ami nog bezig tegen Nicky Law. Gek eigenlijk dat ik, als ik bij dat bord stond te kijken, steeds dat liedje
in mijn gedachten kreeg. Ach, het klinkt al beter als “Hello Mary-Lou” maar het is wel een onheilspellende tekst natuurlijk als je tegen Nicky speelt. The Law won! Dat is leuk voor hem, maar niet voor zijn tegenstander. Zou het er nog eens van komen dat wij schakers met opkomstmuziek bezig gaan? Zoals bij het darten? Ik zag zelfs dat die brave snookeraars tegenwoordig al opkomstmuziek hebben. Nou, dan kun je er donder op zeggen dat Nicky The Clash selecteert! Ik heb er wel eens over zitten nadenken. Welk opkomstmuziekje zou bij mij passen? Geen idee. Iets stevigs? Of once upon a time in the west? Erwin moet natuurlijk deze kiezen.
Nicky Law – Erwin l’Ami
Bord 4
1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 a6 5.a4 g6 6.Lf4 Lg7 7.e3 0–0 8.Le2 a5 9.Db3 e6 10.0–0 Pa6 11.Tfd1 Ph5 12.Lg5 f6 13.Lh4 g5 14.Lg3 Pxg3 15.hxg3 Pb4 Na een kalm begin gaat Nicky in de fout:
16.e4? dit kost gewoon een pion, terwijl er eigenlijk nog niet zoveel aan de hand was. dxe4 17.Pxe4 g4 18.Pe1 f5 19.Pc3 Lxd4 20.c5 Df6 21.Tac1 Lxc5 En dat is twee. Klaar, zou je zeggen. Maar nee, deze pot duurde de volle zes uur en vergde 75 zetten. Nicky gaat straks erg lastig doen met zijn zware stukken… 22.Pa2 Pxa2 23.Txc5 Pb4 24.Pd3 Pd5 25.Pf4 De7 26.Tc4 Ld7 27.Tcd4 Le8 28.Lc4 Lf7 29.Lxd5 exd5 30.Dc2 Df6 31.Dc5 Tfe8 32.b4 axb4 33.Txb4 De7 34.Dc3 Tac8 35.Tdb1 Tc7 36.Pd3 c5 37.Tb5 d4 38.Da5 Tec8 39.Te1 Dd8 40.Dd2 Lc4 41.Tb6 Tf7 42.a5 Lxd3 43.Dxd3 c4 44.Da3 d3 45.Dc3 Td7 46.Tbe6 d2 47.Td1 Td5 Dit gaat Erwin de helft van zijn voorsprong kosten. Fritz weet het wel. Die is overtuigd van het feit dat er geen eeuwig schaak is en speelt 47…Td3 48.De5 Dd4 49.Te8+ Txe8 50.Dxe8+ Kg7 51.De7+ Kg6 52.De6+ Kg5 53.Dg8+ Kf6. Ik maak er geen woorden meer aan vuil, maar neem maar van me aan dat er geen eeuwig schaak is. De sleutel ligt op de damevleugel. De computer zegt het! 48.Te2 Td3 49.Texd2 Txc3 50.Txd8+ Txd8 51.Txd8+ Kf7 52.Kf1 Dit moet even, want meteen voor de pion gaan betekent dat de koning hopeloos wordt afgesneden: 52.Td7+ Ke6 53.Txb7 Tc1+ 54.Kh2 Ta1 55.Tb5 Kd6 en zwart wint met twee vingers in de neus. 52…Ke6 53.Ke2 Ta3 54.Tb8 Tb3 55.Kd2 Kd5 56.Kc2 Tb5 57.Kc3 Txa5 58.Txb7 Ta2 59.Tb5+ Ke6 60.Tb6+ Ke5 61.f4+ gxf3 62.gxf3 Ta3+ 63.Kxc4 Txf3 64.Th6 Txg3 65.Txh7 Het materiaal is al behoorlijk uitgedund, maar wit is nog steeds kansloos. Een afgesneden koning is dodelijk in deze toreneindspelen. Ta3 66.Te7+ Kf4 67.Kd4 Kf3 68.Th7 Ta4+ 69.Kd3 f4 70.Th3+ Kg2 71.Th4 Kg3 72.Th8 f3 73.Ke3 Ta3+ 74.Kd2 Kg2 75.Tf8 f2 0–1
Daarmee werd het 8-2 en lopen we weer een paar bordpunten uit op ESGOO. Maar die tukkers blijven ook maar winnen! Lastpakken…
