Stukkenjagers – En Passant 2½- 7½
De spoorwegen deden weer hun best om het in het honderd te laten lopen. Zoveel kilometer rails ligt er nu ook weer niet in Nederland, maar het blijkt toch verrekte lastig om alles op tijd te laten rijden. Deze keer een ongeval. Tja, daar konden ze misschien dan ook weer niet zoveel aan doen.
Gelukkig maakten wedstrijdleider Frans Peeters en de spelers van Stukkenjagers er geen probleem van dat Friso, Manuel en Anish wat later zouden komen en gingen ze er zeer sportief mee akkoord dat de klokken van die partijen pas aangezet zouden worden nadat de spelers gearriveerd waren.
Stukkenjagers stond onderaan met nul punten, En Passant had alles nog gewonnen. Wat moet je dan als teamleider van de thuisclub? Het beste er van zien te maken en hopen op een wonder? Of als een vorm van damage control een stel spelers opofferen om er toch nog wat bordpunten uit te slepen. Het werd het laatste, met als gevolg dat Vyacheslav Ikonnikov op vrij simpele wijze de 1-0 kon laten aantekenen.
Mark Clijsen –Vyacheslav Ikonnikov
Bord 4
1.d4 Pf6 2.Pf3 e6 3.c4 Lb4+ 4.Ld2 De7 5.a3 Lxd2+ 6.Dxd2 d6 7.Pc3 0–0 8.e4 e5 9.dxe5 dxe5 10.Pd5 Dd8
11.Ld3 Wat zou onze Slava van plan zijn geweest na 11.Pxe5? Ik heb het hem niet gevraagd. De computer komt met de volgende variant: 11…Pxe4 12.Df4 f5 13.f3 c6! 14.fxe4 fxe4 15.Dxe4 cxd5 16.cxd5 Lf5 17.Dd4 Pd7 18.Pxd7 Dxd7 en in ruil voor een pion heeft zwart een flinke ontwikkelingsvoorsprong, dreigt hij met de toren via c8 en c2 lastig te doen, of anders wel op e8 om zo de rokade voor wit te bemoeilijken. 11…c6 12.Pxf6+ Dxf6 13.Dc3 Te8 14.c5 Pd7 15.0–0 Pf8 16.Pd2 Pe6 17.Tfd1 Pd4 18.Pb3 Lg4 19.Td2 Dg5
20.Lc4? Tja, jammer dat ie niet op bord negen zat! Hij had overigens al een probleem, want behalve ruil op b3 gevolgd door pakken op d2 dreigde er nog iets, waardoor de computer hier al niets beters ziet dan een pion te geven met 20.h4 Dxh4 21.Lc4 20…Pf3+! 21.Kf1 Pxd2+ en wit had terecht geen zin om met een kwaliteit minder door te ploeteren. 0–1
“Een kleine ramp” noemde onze Belgische vriend Tanguy Ringoir het feit dat hij weer niet met wit kon winnen. Vooraf vroeg hij me nog wat Anne tegen 1.e4 speelde. “1… e5” antwoordde ik, met nog een nare nederlaag in mijn achterhoofd. “En op 1.d4 Benkö he?” “Ja, volgens mij wel.” “OK” zei Tanguy, “dan zal ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens 1.e4 spelen denk ik.”
Tanguy Ringoir – Anne Haast
Bord 7
1.d4 LOL! Pf6 2.c4 c5 3.d5 b5 De Benkö dus. Of het Wolgagambiet zo u wilt. Laat daar nu onlangs een boek over zijn verschenen, geschreven door grootmeester Sergei Kasparov! En aangezien ik een beetje achterloop met mijn boekbesprekingen (een paar weken geleden begon ik aan een bespreking van een ander boek, maar druk, druk, druk, ik ben nog net zo ver als twee weken geleden) maak ik hier van de nood een deugd en geef u een korte blik op dat boek. In dat boek worden alle gangbare varianten besproken, zo ook de door Tanguy gespeelde variant met 4.Dc2. Wel vind ik de analyses van de partijen vaak een beetje oppervlakkig en wat aan de beknopte kant. Positief is, dat per variant aan het begin van ieder hoofdstuk uitgelegd wordt wat de ideeën zijn voor beide partijen. 4.Dc2 bxc4 5.e4 Wit wil op c4 uiteraard met de loper terug slaan. Zwart kan nu kiezen uit drie plannen: Met e7-e6, Sergei Kasparovs persoonlijke favoriet, meteen het centrum op de korrel nemen en na ruil op d5 alle aandacht richten op de aldaar verschijnende geïsoleerde pion, of 5… Pb8-a6 spelen zodat wit steeds rekening moet houden met een aanval op zijn dame met Pb4 en tenslotte het idee dat Anne in deze partij toepast: rustig ontwikkelen en straks de loper van c4 aanvallen met een paard dat naar b6 gaat of met de loper die naar a6 gaat. 5…d6 6.Lxc4 g6
7.Pc3 Eén van de plannen voor wit is het ontwikkelen van de loper naar b2, om zo de heerschappij op de lange diagonaal met die loper van g7 te delen. Wit moet dat niet te vroeg doen, zo leerde ons een partij Ivan Sokolov – Vasily Ivanchuk: 7.b3? Pxe4! en Ivan leed een kansloze nederlaag op de Olympiade van 2010. Wel namens Bosnië, dat scheelt dan weer. 7…Lg7 8.Pf3 Pfd7 9.0–0 0–0 10.Lf4 Tot hier het boek, waarin een partij Sedlak-Stanojoski gegeven wordt, waarin wit 10.Tb1 deed. Het zal wel. 10…Pb6 11.Lb5 La6 12.Lxa6 Pxa6 13.De2 Dc8 14.Tad1 Pc7 15.e5 Van deze opstoot moet wit het hebben. Anne raakt er niet van onder de indruk… 15…Td8 16.Lg5 Te8 17.Tfe1 dxe5
18.Le3 Oppassen! 18.Pxe5?? kost een stuk na 18… Lxe5 19.Dxe5 f6! Tanguy zal dat toch wel gezien hebben? Hoe dan ook, nu gaat hij een pion verliezen, maar het is nog niet rampzalig. 18…Td8 Nu ontploft er een klein bommetje… 19.Lxc5 Pcxd5 20.Lxb6 Pxc3 21.Txd8+ Dxd8 22.bxc3 axb6 23.Pxe5 Lxe5 24.Dxe5 Txa2 en hier trekt de rook op. Wegens een mat achter de paaltjes kan wit nog niet op e7 zijn pion terug winnen. 25.g3 Dd2 26.Tf1 Dd8 27.Te1 Dd2 28.Tf1 Dd8 En Anne vond het wel goed zo en schikte zich in zetherhaling. Met 28…e6 had ze een pion voor kunnen blijven, maar kennelijk schatte ze het eindspel na 29.Db8+ Kg7 30.Dxb6 Dxc3, met alle pionnen op één vleugel, in als totaal remise. Maar je zult ze de kost moeten geven die dit nog even proberen uit te melken! ½–½
Jan Smeets meldde na afloop bij de Chinees trots dat hij een dame had geofferd. “Moet ik hem nomineren voor de schoonheidsprijs?” Neu, zo bijzonder was het ook weer niet, aldus Jan.
Jan Smeets – Mark Haast
Bord 3
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 De Rossolimo! En Jan was niet de enige deze middag die van plan was zijn tegenstander met meer positionele middelen te pakken te nemen. 3…g6 4.Lxc6 dxc6 5.h3 Lg7 6.d3 Pf6 7.Pc3 Pd7 8.Le3 e5 9.Dd2 h6 10.0–0 De7 11.Ph2 Pf8 12.f4 exf4 13.Lxf4 Pe6 14.Lg3 Allemaal nog bekend. Meestal gaat men nu verder met meteen 14…Pd4. Mark speelt een zet met een iets minder fraaie reputatie. 14…Dg5 15.De1 Wel opletten natuurlijk. 15.Df2?? Ld4 en de rapen zijn gaar! 15…Pd4 16.Df2 Le6 Nog steeds bekend, maar meestal rokeert zwart hier, zoals ook Loek van Wely eens in het Ambertoernooi van 2005 tegen Shirov. Shirov won deze rapidpartij. 17.Lh4 Een van de sterkere dames in deze wereld, Zu Chen uit China, deed ooit 17.Lf4. Tot zover mijn database. 17…Dh5
18.Pg4 g5 19.Pf6+ Lxf6 20.Dxf6 Tg8 21.Lg3 g4
22.h4 Niet meteen 22.Ld6 wegens Dg5 en zwart kan zich verdedigen. Nu dreigt Ld6 uiteraard wel. 22…Td8 23.Tf2 Tg6 24.Df4 Kf8 25.Taf1 Kg7 26.Dc7 met aanval op d8 en f7. Maar dat is toch wel te pareren? Jazeker, maar Jan had reeds een dameoffer in gedachten. 26…Td7
27.Le5+ f6 28.Txf6! Txc7 28…Txf6 29.Lxf6+ is ook kansloos. 29.Tf7+ en over twee zetten mat op h8. Zwart gaf het op. 1–0
Van Erwin l’Ami dacht ik de hele tijd dat hij niet bijzonder veel bereikt had in zijn partij. Maar ineens was hij klaar! Wat is er gebeurd?
Bianca Muhren – Erwin L’Ami
Bord 2
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Le3 e5 7.Pf3 Le7 8.Lc4 0–0 9.0–0 Pc6 10.Pd2 Le6 11.Ld5 Tc8 12.Pc4 Lxd5 13.Pxd5 Pxd5 14.exd5 Pd4 15.Dd3 Lf6
16.c3 ruilen op d4 heeft als bezwaar dat het witte pionnetje op d5 zwak wordt. 16…Pf5 17.Lb6 De8 18.Tfe1 Db5 19.Te4 g6 20.a4 Dd7 21.La5 Ld8 22.Lb4 Lc7 Na het bekende geschuif in deze variant van de Siciliaanse Najdorf kunnen we zeggen dat wit heel niet slecht staat. Misschien wel gewoon beter gezien het ruimteoverwicht. Maar om verder te komen moet er wel een plan bedacht worden. En dat deed Bianca dan ook, alleen heeft het iets weg van vuurwerk dat in je eigen gezicht ontploft.
23.g4? Dit geeft zwart precies het aanknopingspunt waarop hij zit te wachten. 23…Pe7 24.Kh1 f5 zo dus. 25.gxf5 Txf5 26.f4 En hierna ligt de boel helemaal open. Maar goed, als Erwin Tcf8 had mogen doen had Bianca ook een bijzonder onaangename middag gehad met al die zware jongens op de f-lijn. 26…Txf4 27.Txf4 exf4 28.Te1 Tf8 29.Df3 Tf5 30.Te6 Pxd5 31.De4 Pf6 32.De1 Dc6+ 33.Kg1 Tg5+ en wit gaf het op. Het loopt mat. 0–1
Vrij snel hierna tekende Friso Nijboer voor het volgende punt…
Friso Nijboer – Frans Konings
Bord 5
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Ook al een Rossolimo! Heb ik hem net afgezworen, gaan mijn teamgenoten hem allemaal spelen! Klinkt als grote rode auto trouwens, Rossolimo. …Pf6 4.Lxc6 dxc6 5.d3 Lg4 6.Pbd2 e6 7.h3 Lh5 8.b3 Da5 9.g4 Lg6 10.Lb2 0–0–0 11.De2
11…c4? Frans speelt bij Stukkenjagers op een hoog bord omdat men daar van mening is dat hij een degelijke speler is, zo zei hij me vooraf. En dan gooit hij zo een pion in de prullenbak! Jammer dat ie niet op bord negen zat! Frans verklaarde na afloop dat hij overzien had dat wit dadelijk lang kan rokeren. 12.bxc4 Lb4 13.a3 Lc3 14.0–0–0 en inderdaad, als wit hier niet kon rokeren zou zijn stelling er na 14.Lxc3 Dxc3 15.Ta2 wat onhandig uitzien. Niet onoverkomelijk overigens. 14…Pd7 15.Pb3 Lxb2+ 16.Kxb2 Dc7 17.a4 h5 18.De3 Kb8 19.Pfd2 hxg4 20.hxg4 Pf6 21.f3 Dg3 22.Thg1 De5+ 23.d4 Dc7 24.f4
De partij is allang niet spannend meer, maar dit moment verdient nog wel even een diagram. “Je had vijf pionnen op een rij!” zei Guido. “Zes!” repliceerde Friso gedecideerd. U mag het zeggen. Is dat gat op b4 van belang of niet in deze verder volkomen zinloze discussie? 24…Pd7 25.c5 b6 26.Pc4 bxc5 27.dxc5 Ka8 28.Td6 Tb8 29.f5 Lh7 30.Dd4 Tb7 31.Td1 e5 32.De3 Pb8 33.Dc3 De7 34.Da5 Tc7 35.g5 Kb7 36.f6 gxf6 37.gxf6 Df8 en zwart geloofde het verder wel. 1–0
Voor het eerst dit seizoen scoorden En Passants grootmeesters 100% in een wedstrijd. Ze kregen het niet allemaal cadeau. Op het eerste bord zat de gevaarlijke Jan Sprenger om Anish Giri van zich af te houden.
Anish Giri – Jan Sprenger
Bord 1
1.Pf3 d5 2.d4 Pf6 3.c4 dxc4 4.e3 e6 5.Lxc4 c5 6.0–0 a6 7.dxc5 brr… als Kramnik in zijn beste dagen. Dat is één van de nadelen van het aangenomen damegambiet. Als witspelers dit uitknijpsysteem spelen kunnen ze je desnoods tachtig zetten bezig houden zonder dat je zelf ook maar een klein beetje uitzicht op meer dan een half punt krijgt. Ik heb het zelf eens mogen ondervinden tegen een andere Stukkenjager, die toevallig ook wel eens iets op Schaaksite schrijft… 7…Lxc5 8.Dxd8+ Kxd8 9.Pe5 Ke7 10.Le2 Ld7 11.Lf3 Pc6 12.Pxc6+ Lxc6 13.Lxc6 bxc6 14.b3 Niet nieuw, want Erwin l’Ami speelde dit bijvoorbeeld al eens, maar Kramnik deed hier ooit 14.Ld2 tegen Gary Kasparov! 14…a5 15.Pc3 Thd8 16.Pa4 Lb4 17.Lb2 Td2 18.Tac1 Tc8 19.Pb6 Tcd8 20.Pc4 Te2 21.a3 Ld6 22.Lc3 Ta8 Op welk moment Anish precies voor het eerst serieus ging nadenken weet ik niet meer, maar het was rond dit moment dat ik eens een kijkje nam en constateerde dat hij pas een paar minuten verbruikt had.
23.Tfd1 Anish bevestigde achteraf dat hij lang op bekend terrein was, maar ook dat hij het ergens niet goed had voortgezet. Mogelijk gaat het om dit moment. Hier lijkt 23.Lxa5 mogelijk omdat het zwarte antwoord 23…Lxa3 niet gaat wegens 24.Ta1 Lc5 25.Lb6! Ik weet alleen niet goed wat de status van het toreneindspel na 23…Pg4 24.h3 Pe5 25.Pxe5 Lxe5 26.Lb4+ Ld6 27.Lxd6+ Kxd6 28.a4 is. Een fijne pion voorsprong, maar zwarts torens zijn een stuk actiever dan de witte. Het zou dus zomaar remise kunnen worden! 23…Pe4 24.Le1 Nu is 24.Lxa5 al minder goed omdat Lxa3 wel gaat. 25.Ta1 Lc5 26.Lb6 gaat immers niet omdat de loper op c5 nu gedekt staat. Maar 24.Pxd6 Pxd6 25.Lxg7 is toch ook “gewoon” een pion winst? Gek eigenlijk. Zelfs Houdini geeft wit in die stelling een dikke plus, maar omdat een 2700-speler het niet doet ga je toch twijfelen… 24…Lc7 25.f3 Pc5 26.Pd2
26…Pd3 Met 26…Txe1+ 27.Txe1 Pd3 28.Txc6 Lxh2+ 29.Kxh2 Pxe1 had zwart de zaak behoorlijk kunnen vereenvoudigen. Nu krijgt wit een nieuwe kans om in het voordeel te komen. 27.Lh4+ Ke8 De narigheid voor zwart is dat hij zijn c-pion niet kan dekken met 27…Kd7. Wit hoeft dan alleen maar zijn paard op te tillen en zwart geeft op. 28.Txc6 Pb2 29.Kf1 Txe3 30.Tb1 Le5
31.f4 31.Tc2 wint de kleine kwaliteit, maar wit loert op meer! 31…Tc3 en met succes! 31…Lc3 was iets taaier, hoewel ik denk dat het eindspel na 32.Lf2 Lxd2 33.Lxe3 Lxe3 34.Txb2 Lxf4 ook wint voor wit. Na de komende torenruil raakt zwarts loper overbelast, waarna uiteindelijk het paard op b2 sneuvelt. 32.Txc3 Lxc3 33.Pe4 Ld4 34.Pd6+ Kf8 35.Pb5 Le3 36.Txb2 Lxf4 37.Lg3 Lxg3 38.hxg3 Tc8 en de rest is niet moeilijk meer. 39.a4 Ke7 40.Pa3 f5 41.Tc2 Tb8 42.Pb5 Kf6 43.Tc6 g5 44.Ke2 h5 45.Ke3 h4 46.gxh4 gxh4 47.Pd4 Te8 48.Kf4 1–0
Manuel Bosboom trof ook een kandidaat voor bord negen. De opening was ouderwets Bosboomiaans…
Tijmen Kampman – Manuel Bosboom
Bord 8
1.e4 c5 2.Pc3 Pc6 3.f4 e6 4.Pf3 a6 5.d3
5…h5!? Zoef! De theorie, ik meld het maar even, beveelt hier 5…d5 aan maar ach, wat heb je aan theorie als Manuel Bosboom aan het bord zit! 6.Le2 h4 7.0–0 h3 8.g3 b5 9.Pg5 Le7 10.Lg4 Lxg5 11.fxg5 Pge7 12.Le3 Pg6 13.Dd2 In de wetenschap dat Manuel verzot is op een paard op e5 zou wit hier 13.Lxc5 Dxg5 kunnen doen, zodat hij altijd d3-d4 bij de hand heeft. Maar laten we niet op alle slakken zout leggen. Zeker niet bij een dierenvriend als Manuel! 13…Pce5 14.Le2 Dc7
15.a4 15.d4 is op het eerste gezicht geen aantrekkelijke optie omdat je er een geïsoleerde e-pion aan overhoudt en veld e5 definitief voor zwart is, maar na …cxd4 16.Dxd4 Lb7 en dan pas 17.a4 heeft zwart toch wel een probleempje. Pion b5 staat in en als hij op a4 ruilt wordt a6 zwaar belegerd. En ondertussen blijft de lange diagonaal dicht voor die loper, ook niet onbelangrijk. 15…b4 16.Pd1 Lb7 17.c3 d5 18.d4 een pion pakken met 18.cxb4 dxe4 19.dxe4 Lxe4 en dan iets maal c5 is niet raadzaam omdat die lange diagonaal naar de witte koning toe helemaal open ligt. 18…Pc4 19.Lxc4 dxc4 20.Pf2 cxd4 21.cxd4 a5 22.Tfd1 Tc8 23.De2 Dd7 24.Tdc1
24…0–0 U dacht al, wanneer rokeert ie nou eens! 25.Dh5 25.Txc4?? La6! 25…c3 26.bxc3 bxc3 27.Dxh3 c2
28.d5? Dit leidt er uiteindelijk toe dat alle lijnen en diagonalen naar de witte koning geopend worden. 28.Ta2 Tc3 29.Ld2 Tc4 30.Taxc2 Txc2 31.Txc2 Dxd4 was een stuk veiliger geweest. 28…De7 29.Pg4 29.dxe6 fxe6 (ik sluit niet uit dat Maan gewoon 29…Pe5 van plan was) 30.Dh5 Txf2 31.Lxf2 Lxe4 is een type kwaliteitsoffer waar Manuel nauwelijks over nadenkt. Kwal offeren en een centrumpion meepikken… doen! 29…exd5 30.Tf1 Dxe4 31.Tae1 d4 32.Pf2 Dd5 33.Ld2 Tfe8 34.Pg4
34…d3 Alles wint nu, maar ik vroeg me af: 34…c1D, is dat een pionoffer of een dameoffer? Hoe dan ook, na 35.Txc1 Txc1 36.Lxc1 Te2 37.Pf2 Pe5 kan wit met zijn plasje naar de dokter. 35.Txe8+ Txe8 36.Pf6+ gxf6 37.gxf6 Dd4+ en wit gaf het op, want na 38.Tf2 volgt er weer zo’n dameoffer met 38… c1D! 0–1
Het gehannes met die opstelling betekende dat ik voor de derde keer in dit nog prille seizoen een jeugdtalent mocht bestrijden. Ik weet het, je moet tegen het bord spelen en niet tegen een tegenstander, maar toch zou ik graag dit seizoen nog eens iemand van mijn eigen leeftijd bestrijden en niet iedere keer zo’n door en door getraind kereltje met te lage rating. Waarom zetten ze die talenten ook niet gewoon op een hoog bord? Die jongens kunnen gratis lessen krijgen van een grootmeester! Maar nee, we doen een tactische opstelling om zo in een bij voorbaat kansloze wedstrijd toch nog ergens een bordpuntje extra te kunnen halen. Als dat werkelijk zo belangrijk is, beste teamleider van Stukkenjagers, waarom doe je dan zelf niet mee? Met jouw 2360 elopunten had je meer kans op een extra halfje dan wat minder gerate spelers in je team!
Richard Vedder – Stefan Beukema
Bord 9
1.e4 e5 Juist. Al die knakkers waar ik op loerde speelden Siciliaans. Fijn hoor! 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0–0 Le7 6.Te1 b5 7.Lb3 d6 8.c3 Computers snappen niks van openingen. Wist u dat de evaluatie hier, na deze volstrekt logische en veel gespeelde zet, ineens in het voordeel van zwart is? 8…0–0 9.h3 Pa5 10.Lc2 c5 11.d4 Dc7 12.Pbd2 cxd4 13.cxd4 Pc6 14.d5 Ingewikkeld, dat gesloten Spaans. Fritz’ openingsboek leert me dat in deze variant het paard nu weer niet via f1 verder ontwikkeld moet worden, maar dat 14.Pb3 a5 15.Le3 a4 16.Pbd2 de geijkte methode is. Ik ga maar weer 1.b3 doen denk ik. Daar heb ik in het verleden nog eens zo’n Stukkenjager mee opgeknapt! 14…Pb4 15.Lb1 a5 16.Pf1 16.a4 Ld7 17.axb5 Lxb5 18.Ta3 en 16.a3 Pa6 17.b4 Ld7 18.Db3 overwoog ik ook tijdens de partij. Beide het overwegen waard! 16…Ld7 17.Pe3 Tfc8 18.Ph2 a4 19.Ld2
19…a3 20.bxa3 Friso suggereerde na afloop 20.b3, maar dat levert wat geklooi op die diagonaal op. Na 20…Dc5 heb ik al niet beter dan mijn paard terug te spelen: 21.Pf3 om Dd4 te voorkomen. En met dat paard had ik juist andere plannen! Bovendien jaag ik met bxa3 mooi dat paard van b4 weg en wie weet kan ik ooit met Ld2-b4 de boel mooi stutten daar! 20…Pa6 21.Phg4 Pxg4 22.hxg4 Lg5 23.f3?! Een vorm van verkeerde zunigheid, dit überdecken van de g-pion. Ik krijg in het vervolg erg veel last van de zojuist geopende diagonaal. Beter was daarom gewoon de problemen linksonder op te lossen met 23.Ld3. Na bijvoorbeeld …Pc5 24.Lb4 Pxd3 25.Dxd3 Lxe3 26.Dxe3 Lxg4 heeft zwart dan wel zijn pion terug, en zit wit met een rare dubbele a-pion, maar wit krijgt de c-lijn en zwart krijgt problemen met de dekking van pion d6. Begin maar eens met 27.Dg5 en daarna Tac1 en wit staat beter! Uiteraard hoeft zwart niet die stukken te ruilen, da’s ook weer waar. 23…Dc5 24.Kh1 Dd4 Natuurlijk niet 24…Dxa3? 25.Pc2 en wit wint. 25.Lc2 b4
26.Tb1 Verstandig! De pion houden leidt tot grote problemen na 26.axb4 Pxb4 27.Lxb4 Dxb4 28.Ld3 Tc3 29.Pc2 Dc5. Al zwarts stukken staan actief, er dreigt heel naar La4, dit is niks voor wit. 26…bxa3 27.Tb7 Ta7 27…Pc5 28.Tb4 Pd3 29.Lxd3 Dxd3 30.Tb3 Dd4 31.Tb4 leidt tot zetherhaling. 28.Txa7 Dxa7 29.La4 Hiermee was ik wel in mijn nopjes. Ik ruil mijn slechte loper af. Dat kan niet fout zijn! 29…Pc5 30.Lxd7 Dxd7 31.Lb4? Maar dit is dan weer veel te lichtzinnig gespeeld. Beter was 31.De2 waarna de stelling ongeveer gelijk is.
31…Db5! Uiteraard! Zwart hoeft zich helemaal niet te bekommeren op zijn a-pion en heeft ineens allemaal actieve stukken. 32.Lxc5 Want 32.Lxa3? Pd3! wint voor zwart, bijvoorbeeld 33.De2 Lxe3 en 34…Pxe1. 32…Dxc5 33.De2 Tb8 34.Pc4 g6 35.Kh2 35.Dd3 kan ook al niet omdat zwart dan binnenvalt met …Df2 met alle gevolgen van dien. Nu is de stelling echter ook onhoudbaar voor wit. Stefan maakte het als volgt af: 35…Kg7 36.Kh3 Db4 37.g3 Tc8 38.Pe3 Tc3 39.Pg2 Db2 40.Da6 Tc2 41.Df1 Tf2 42.Dh1 Txf3 43.Pf4 Df2 44.Dg2 exf4 0–1
Dick de Graaf speelde een potje, waarvan de opening na afloop in de lounge (in zo’n fraaie locatie met lederen bankstellen en sjieke stoelen kunnen we niet van “in de bar” spreken natuurlijk) nog tot enkele fraaie varianten leidde, onder aanvoering van Anish Giri. Maar hij zei er al wel meteen bij dat de computer er mogelijk anders over zou denken. Nou, daar gaat ie…
Mart Nabuurs – Dick de Graaf
Bord 10
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Pf6 4.Pg5 d5 5.exd5 Pd4 Ah! De Fritzvariant. Tijd om het boekje van Palkövi (kocht ik, als beginnend 1… e7-e5-speler uit de alles voor een tientjebak van wijlen Johan van Mil) weer eens uit de kast te trekken: “Zweisspringersystem bis Traxler Gegengambit” (zoek de fout). Kapittel 10 gaat over de zijvarianten van dit systeem, dat niet naar het computerprogramma, maar naar een meneer die aan het begin van de vorige eeuw tot de vooraanstaande schakers behoorde is vernoemd. 6.c3 b5 6…Pf5 is voor lafaards. Wie dat doet kan beter de Fritzvariant niet spelen. 7.Lf1 Pxd5
8.cxd4 Wit had hier ruime keuze. Zo behoren ook 8.Pxf7 en 8.h4 tot de voornaamste zijvarianten. Als hoofdvariant geldt 8.Pe4 Dh4 9.Pg3 Lg4 10.f3 e4, waaraan Palkövi een heel hoofdstuk gewijd heeft. Voor onvoorbereide witspelers is dat best lastig, zo kan ik u meedelen uit ervaring. De enige keer dat ik dit (met zwart) speelde gaf mijn tegenstander na een zet of twintig met zijn vlag op vallen zijn dame weg! 8…Dxg5 9.Lxb5+ Kd8 10.Df3 exd4 Krijgt van Palkövi het predikaat twijfelachtig. Hij vindt 10…Lb7 11.0–0 Tb8 beter 11.Lc6 Maar nu is alles weer goed voor zwart, omdat wit de betere zet 11.0–0 niet gespeeld heeft. Het zal wel!
11…Pb4 Anish Giri stelde in de lounge 11…Pf4 voor en die zet wordt door Palkövi in het geheel niet genoemd. Ten onrechte! Na 12.Lxa8 Lg4 moet wit kiezen. Bijvoorbeeld: 13.Db7 Pd3+ 14.Kf1 Ld6 (14…Pxc1? 15.Dd5+) 15.De4 (15.Dc6? Te8 en zwart wint) 15…Lf5 16.h4 Lxe4 17.hxg5 Lxa8 18.Pa3 Te8 19.Pc2 Le4 en ondanks dat wit een kwal voor staat geeft de computer zwart het voordeel. Of 13.Dc6 Ld6 14.0–0 Dh5 15.g3 Lh3 16.d3 Pe2+ 17.Kh1 Lxf1 en de computer beoordeelt de stelling als ongeveer gelijk. Volgens mijn database is 11…Pf4 één keer gespeeld. Zwart won in 22 zetten. Die Giri heeft er verstand van! Maar goed, het door Dick gespeelde 11… Pb4 is ook niet slecht hoor. 12.Lxa8 Pc2+ 13.Kd1 Lg4 14.Kxc2 Lxf3 15.Lxf3 Dc5+ 16.Kd1 d3 17.Pc3 Dxf2 Dit vrij geforceerde gevolg van 11… Pb4 staat allemaal in Palkövi en hij eindigt hier met: licht voordeel voor zwart omdat de vrijpionnen die zwart straks krijgt voldoende compensatie bieden voor het nadeel van een dame tegen toren en twee lopers. De computer evalueert de stelling om en nabij de 0.00. Er is nog van alles mogelijk dus!
18.Le4 f5 De d-pion dekken heeft niet zoveel zin. Na 18…Dd4 19.Te1 gaat hij hem toch ophalen. 19.Lxd3 Dxg2 20.Te1 Dxh2 Meteen 20…f4 is het overwegen waard. Die h-pion loopt niet weg. 21.Kc2 g6 22.Lb5 Ld6 23.Te2 Dh5 24.d3 f4 25.Ld2 Dc5
Wat moet die dame op de damevleugel? Rennen met die pion: 25…f3! 26.d4 Df5+ Beter dan 26…Dxd4 27.Tae1 c6 (moet wel, want na 27…Kc8 28.Lc6 kan zwart opgeven) 28.Lxc6. 27.Ld3 Df7 28.Pe4 Dd5 29.Pf6 Dc6+ 29…Dxd4 30.Lc3 Da4+ 31.b3 Dc6 kan ook, maar met die pion op d4 is de loper minder actief. 30.Lc3 Tf8 Dit laat een voor wit heel gunstige afwikkeling toe. Beter was wederom 30…f3! Er was hier echter al sprake van flinke tijdnood en het restant van de partij werd in hoog tempo afgewerkt:
31.Pxh7 f3 32.Pxf8 fxe2 33.Pe6+ Kd7 34.Pc5+ Lxc5 35.dxc5 Dxc5 36.Te1 Kc8 37.Txe2 Kb7 38.Lxg6 Dg5 39.Le4+ Ka6 40.Ld3+ Kb7 41.Te4 Dd5 42.Tb4+ en hier had Dick weer ruim te tijd en hij berekende dat hij niet aan dameverlies kan ontkomen. 1–0
Henk Vedder introduceerde in zijn HSG-tijd de “henkregel”. Die houdt grofweg in dat zodra de matchpunten binnen zijn, de resterende teamgenoten zo snel mogelijk hun partij dienen te beëindigen (desnoods door opgave!) zodat het team het restaurant kan opzoeken. En waar alle voorgaande partijen om vier uur klaar waren (de wedstrijd begon om 12 uur) liet Henk ons nog anderhalf uur wachten. “De henkregel geldt niet voor wedstrijden die om 12 uur beginnen…” aldus de man die het laatste punt binnensleepte deze middag. En dat is maar goed ook, anders hadden we het leukste zetje van de dag gemist!
Herman Grooten – Henk Vedder
Bord 6
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 c5 5.cxd5 cxd4 6.Da4+ Pbd7 7.Dxd4 Lc5 8.Dd3 exd5
9.e3 Altijd even kijken wat er gebeurt als pionoffers aangenomen worden: 9.Pxd5 Pxd5 10.Dxd5 Da5+ en nu is 11.Kd1 de enige manier om geen dame te verliezen. Een weinig appetijtelijke optie voor wit. Terecht het pionoffer geweigerd. 9…0–0 10.Le2 En nu dan? Na 10.Pxd5 Pxd5 11.Dxd5 De7 (11…Da5+ 12.Ld2 levert niks op nu) ontstaat een stelling die lijkt op een stelling uit het Schara-Hennig gambiet; een oude liefde van Henk. Begrijpelijk dat wit er niet op ingaat. 10…Lb6
11.Pa4 Maar hier was ik toch wel benieuwd hoe erg het is om te nemen: 11.Pxd5 Pxd5 12.Dxd5 en hoe gaat zwart zijn gelijk halen? 11…Lc7 12.Ld2 Pe5 13.Pxe5 Lxe5 14.Lc3 Dc7 15.Lxe5 Dxe5 16.Td1 Dg5 17.0–0 Lf5 18.Dd4 Le4 19.g3 h5 20.Pc5 h4
21.Pxe4 Ik ben een pionnenhapper, dus ik kijk toch weer even… 21.Pxb7!? Pg4 22.Pd6 hxg3 23.Pxe4 (23.hxg3?? Dh6 en zwart wint) 23…gxh2+ 24.Kh1 dxe4 25.Dxe4 en dat gaat wel dacht ik. Straks lekker h2 ophalen! 21…dxe4 22.Db4 Df5 23.Td4 Tac8 24.Tc4 Txc4 25.Lxc4 Dh3 26.Dd6 Tc8 26…Pg4 levert niks op na 27.gxh4 Dxh4 28.Dg3. 27.Lb3 b5
28.Td1 28.De7. Is dat niet een eenvoudige dubbele aanval? Pionwinst! Nou, nee. Na 28… Tf8 29.Dxa7?? Pg4 wint zwart. Nu gaan we naar een eindspel, dat een tijdje gelijk staat. Tot zo! 28…hxg3 29.Dxg3 Dxg3+ 30.hxg3 a5 31.a4 bxa4 32.Lxa4 Tb8 33.b3 Tc8 34.Td2 Kf8 35.Kf1 Ke7 36.Ke2 Tc1
37.Ta2 Ben ik weer. Dit is niet zo’n beste. De toren staat wat passief op a2. Die had beter op d4 kunnen staan. Dan kon zwart een tijdje niet met zijn paard spelen. 37…Pd5 38.Tb2 Pb4 39.Lb5 Tc5 40.Lc4 Laat een opmars van de a-pion toe, maar 40.La4 Pd3! is ook geen pretje.
40…a4! 41.Kd2 a3 42.Tb1 Tf5
43.Kc3 Passief die f-pion dekken heeft ook zijn bezwaren: 43.Tf1 a2 44.Kc3 Pc2! 45.Kxc2 Txf2+ 46.Txf2 a1D 47.Txf7+ Kd6 en toren, loper en pion lijkt voldoende compensatie voor de dame, maar die twee zwakke witte pionnen baren hem zorgen. Als er een valt moet de stelling voor zwart gewonnen zijn. 43…Pa2+ 44.Kd4 Txf2 45.b4 Td2+ 46.Kc5 Pc3 47.Tb3 of 47.Ta1 a2 48.b5 Tb2 49.b6 Tb1 50.Txa2 Pxa2 51.Lxa2 Tb2 52.Ld5 f5 en zwart wint. Maar nu wint zwart ook, en wel met een heel fraaie zet: 47…Pa4+ 48.Kb5
48…Td3!! 49.Kxa4 49.Lxd3 a2 50.Ta3 exd3 en wint omdat wit niet op a2 kan pakken wegens Pc3+ 49…a2 50.Txd3 a1D+ 51.Ta3 Dd1+ 52.Tb3 Kd6 53.Kb5 53.Lxf7? Df1! wint op slag. De rest van de partij behoeft geen commentaar. Het is, zoals dat heet, een kwestie van techniek. 53…Kc7 54.Ta3 Dd7+ 55.Ka5 Kb7 56.Tc3 Dc7+ 57.Ka4 Kb6 58.g4 Dd7+ 59.Ka3 Dxg4 60.Lxf7 Df5 61.Lb3 g5 62.Tc5 Df6 63.Lc2 Df2 64.Kb2 g4 65.Kc3 Dxe3+ 66.Kc4 De2+ 67.Kd4 Dd2+ 68.Ke5 e3 69.La4 Dxb4 70.Tc6+ Kb7 0–1
De concurrentie liet, met uitzondering van Apeldoorn, wat steekjes vallen. De volgende wedstrijd, in Bunschoten tegen HMC Calder is een heel belangrijke!
Spelers opofferen is niet enkel goed voor extra bordpunten maar levert ook extra kansen op om matchpunten te behalen. Het is niet moeilijk om een programma te schrijven die berekent welke opstelling statistisch de beste kansen oplevert in de veronderstelling dat de tegenstanders een gewone dalende volgorde gebruiken.
1 vereenvoudigd voorbeeldje met een wedstrijd tussen teams van 2 spelers:
Team A beschikt over een 2500 en 2100
Team B beschikt over een 2300 en 1900
Als we de berekening maken volgens de Gausscurve die gebruikt wordt in de verwerking van de elo (dus zonder rekening te houden met remises) dan krijgen we
Normale opstelling (volgens elosterkte): Team A wint: 58%, de teams spelen gelijk: 36%, Team B wint 6%
Tactische opstelling (dus team B wisselt de volgorde): Team A wint: 23%, de teams spelen gelijk: 74%, Team B wint 2%
Hieruit kunnen we het gemiddelde rendement berekenen voor team B in beide opstellingen:
Normale opstelling: 0 matchpunten * 0,58 + 1 matchpunt * 0,36 + 2 matchpunten * 0,06 = 0,48 matchpunten
Tactische opstelling: 0 matchpunten * 0,23 + 1 matchpunt * 0,74 + 2 matchpunten * 0,02 = 0,78 matchpunten
Dit betekent als we in theorie 100 keer dezelfde match laten spelen dat Team B in een normale opstelling 48 matchpunten zou halen en met een tactische opstelling 78 matchpunten.
Ik geloof zonder meer dat tactische opstellingen af en toe een verrassing qua matchpunten kunnen opleveren, maar in een wedstrijd als deze kan meneer Gauss met curves komen tot ie een ons weegt, het zal niet helpen.
Tegelijk besef ik dat ik een wat ongelukkig moment gekozen heb om te ageren tegen het fenomeen "tactische opstelling". De combinatie verslaggever/verliezer is niet optimaal en leidde reeds tot opmerkingen met "zeuren" en "miepen". Misschien iets voor een andere keer…
Zelfs in een wedstrijd als deze waarin er gemiddeld 200 elopunten verschil is op de borden, kan je met een tactische opstelling de kansen verhogen om matchpunten te behalen.
In een oefening met 6 spelers en een verschil van 200 elopunten gemiddeld, was het duidelijk dat je de kansen kon verdubbelen als zwakste team door de 2 laagste spelers op te offeren op de 2 eerste borden volgens stijgende volgorde. De rest van de spelers moet je volgens dalende volgorde toevoegen.
Een oefening met 10 spelers en een verschil van 200 elopunten gemiddeld zonder programma vergt te veel tijd maar ik vermoed dat je wellicht best de 3 laagste spelers opoffert volgens stijgende volgorde . De rest van de spelers moet je volgens dalende volgorde toevoegen.
Je speelt dus eigenlijk een wedstrijd met min of meer een 3-0 achterstand maar waarbij je op de 7 resterende borden een betere kans hebt om 5/7 te halen dan de kansen op 5/10 met een normale opstelling.
Ik vermoed met een gemiddeld verschil van 200 elopunten over 10 borden dat je als zwakste team slechts enkele percentpunten kunt winnen met een taktische opstelling. Dit lijkt misschien zinloos maar op termijn kan dit wel eens net het verschil maken.
In ieder geval levert het een paar flauwekulpartijen op en daar is niemand bij gebaat volgens mij.
Als je als team de score als topprioriteit stelt dan lijkt mij af en toe een extra matchpunt voor een paar flauwekulpartijen niet compleet zinloos.
Je merkt vaak snel wat er met een discussie mis is als je een en ander omdraait. Wanneer je tegen een team speelt dat gemiddeld 2250 haalt, en je stelt één 2700+ en twee 2600+ grootmeesters op, krijg je ook een paar ‘flauwekulpartijen’, waarbij volgens Richard niemand gebaat is. Eigenlijk had En Passant de opstelling dus ook aan moeten passen door de eerste 4/5 spelers thuis te laten. Logisch natuurlijk dat dit niet gebeurt, maar ook logisch dat Stukkenjagers zou kunnen kiezen voor een tactische opstelling.
Zo "tactisch" was de opstelling van Stukkenjagers helemaal niet.
Althans, zo wordt het niet beleefd binnen het team. OK, Sprenger springt er mss bovenuit, maar de rest ontloopt elkaar qua schaakkracht helemaal niet zoveel als je het mij vraagt. Elo-getallen zeggen wel iets, maar niet alles.
Daar heb je helemaal gelijk in, Frans. In een puur tactische opstelling speelt het bord 8 van Stukkenjagers op bord 1. Terwijl bord 1 ergens op bord 5 of 6 speelt. Met het optimaliseren van de opstelling is 3,5 relatief makkelijk te behalen. Met 2 grote verrassingen op de topborden zit er dan zelfs een matchpunt in.
Een mooi voorbeeldje van een taktische opstelling is Sissa-Vas waarbij een 1500 werd opgesteld voor 2 2100 spelers zodat Sokolov mocht aantreden tegen een speler met 1100 elo minder.
Afgezien van alle statistische kansen moet je soms ook een leuke dag hebben. Als teamcaptain overweeg ik soms ook tactische opstellingen en soms voer ik die ook uit. Als je met een (hele) tactische opstelling, dus met daadwerkelijk borden opofferen, een enigszins reële kans op een matchpunt kunt creëren, dan is het het overwegen waard. Ik zou daarbij niet zoveel waarde hechten aan statistiek, maar meer aan zaken als kleurvoorkeuren, openingen van tegenstanders, angstgegners, vorm van de spelers, etc. Heeft een tactische opstelling naar verwachting niet zoveel nut, dan vraag ik gewoon wie er zin heeft in een pot tegen een sterke speler; dat zijn er ook altijd wel een aantal.
Anderzijds kun je ook op een verwachte tactische opstelling anticiperen, zo heb ik meer dan eens meegemaakt dat de sterkste spelers van de teams alsnog tegen elkaar speelden, maar dan op bord 4 of 5.. 🙂
Inderdaad jammer dat ik niet op bord 9 zat!
De discussie gaat voornamelijk over statistiek en de kans op een matchpunt. Niet over ethiek. Schaken vind ik leuk en interessant, maar ik kan een zaterdag ook doorbrengen met mijn vrouw, kinderen of vrienden. Onlangs moest ik voor een KNSB partij 250 km reizen om vervolgens te spelen tegen een speler met ruim 600 Elo-punten minder. Het voelde als een slechte grap. Een verloren dag, zonde van de tijd, het geld en de energie. De mogelijkheid van een "tactische" opstelling is naar mijn mening in strijd met de statuten van de schaakbond, waarin ongetwijfeld zoiets staat als dat het doel is de beoefening van de schaaksport te bevorderen. Zinloze partijen horen daar niet bij.
In de Belgische interclub is men verplicht om strikt de elovolgorde te respecteren.
In de Franse interclub heeft men een marge van 101 elopunten om te roteren.
In de Nederlandse interclub is de opstelling compleet vrij.
Ik heb in de 3 interclubcompetities gespeeld en mijn voorkeur gaat naar het Franse systeem.
Van die drie vind ik ook het Franse systeem het beste. Ik wil wel de mogelijkheid hebben een beetje te schuiven, bijvoorbeeld om de tegenstander niet de gelegenheid te geven zich voor te bereiden. Of om een angstgegner te omzeilen. Of om iemand de kleur van zijn voorkeur te geven. Maar als een team bijvoorbeeld zijn nummer 10 op bord 1 tegen Anish Giri of Jan Timman zet, dan vind ik dat respectloos. Die mannen doen ook gewoon eerlijk aan de competitie mee en hebben recht op een tegenstander van formaat. Als een team bijvoorbeeld de nummer 2, 3 of 4 tegen Timman zet omdat die zich niet kansloos acht, vind ik dat niet erg.
OK heren, de verschillende standpunten zijn nu wel duidelijk. Dat Franse systeem lijkt mij wel wat. Wie weet kan de KNSB dat eens overwegen.
Zullen we nu de discussie staken? Of voortzetten op Utrechtschaak of zo? Dan kan er hier nog gereageerd worden op die andere 99% van het verslag 🙂
Ok, volgende discussie, is niet met wit kunnen winnen een "kleine ramp" of zijn er ook typische zwartspelers? En zou je daar in je teamopstelling rekening mee moeten houden? Laat de statistieken maar komen..
JRV, het beantwoordt niet echt je vragen maar statistieken kan je o.a. vinden over dit onderwerp op mijn blog: schaken-brabo.blogspot.be/2012/07/schaakopeningen-studeren.html