Recensie: An Attacking Repertoire for White with 1.d4 van Viktor Moskalenko

Toen ik 2009 mijn boek Chess Strategy for Club Players bij New in Chess uitkwam, besloot de uitgever te kijken of het mogelijk was dat dit boek op een shortlist kon komen om mee te dingen met een wedstrijd te worden bekroond tot Book of the Year. Als ik het me goed herinner vond de verkiezing plaats onder auspiciën van chesscafe.com, een vooraanstaande site in Amerika.

 

En zowaar, het boek kwam op die shortlist te staan, samen met twee andere boeken. Eén daarvan was het boek Revolutionize Your Chess van de Oekraïense grootmeester Viktor Moskalenko. Hij woont al lange tijd in Barcelona (Spanje). Net in de tijd dat via het internet een verkiezing gehouden werd, verscheen er een recensie op de site van Peter Doggers over dit laatste boek van Arne Moll die het eigenlijk tot de grond afkraakte. Moskalenko bleek op zijn zachtst gezegd not amused en stuurde een felle reactie.

Omdat inmiddels duidelijk was dat er een nek-aan-nek-race gaande was tussen zijn en mijn boek, begreep ik later dat er gezegd is dat er een moderne ’80-jarige oorlog’ tussen Spanje en Nederland via het internet werd uitgevochten. Uiteindelijk mocht ik mij de gelukkige prijzen en won inderdaad deze prijs. Toen de eerste druk in notime was uitverkocht is er een nieuwe versie van dit boek uitgekomen die ik drastisch uitgebreid heb met een nieuw 50-pagina-tellend hoofdstuk en verder met de nodige herzieningen, vooral in de opgaven.

 

Diezelfde Moskalenko heeft inmiddels behoorlijk wat boeken op zijn naam staan; als schaaktrainer heeft hij sporen verdiend en onlangs verscheen een nieuw boek getiteld An Attacking Repertoire for White with 1.d4. De eerste vraag die ik mezelf stelde was of een dergelijk boek niet al vaker samengesteld is. Dat is natuurlijk zo, maar van dit boek mogen we zeggen dat het een soort doorsnede geeft van de ideeën en de stijl van de auteur. Geboren op 12 april 1960 in Odessa is hij een generatiegenoot van mij. Hij is een behoorlijke grootmeester wiens rating de laatste tijd van dik boven 2500 onder deze grens is gezakt. Dat zegt overigens weinig over zijn inzicht en uiteindelijk geeft hij hiervan een mooi kijkje te zien in dit boek. Voordat ik meer zeg over de aanpak in zijn boek, laat ik graag eerst de opbouw zien. Het boek kent veertien hoofdstukken:

Hoofdstuk 1: King’s Indian Four Pawns Attack
Hoofdstuk 2: Modern Benoni Defence
Hoofdstuk 3: Snake Benoni
Hoofdstuk 4: Indo-Benoni
Hoofdstuk 5: Benko/Volga Gambit
Hoofdstuk 6: Grünfeld Defence
Hoofdstuk 7: Part I Nimzo-Indian: Sämisch and Kmoch Variations
Part II Nimzo-India: The Trojan Horse
Hoofdstuk 8: Slav Defence, Exchange Variation
Hoofdstuk 9: Queen’s Gambit Accepted
Hoofdstuk 10: Queen’s Gambit Declined: Semi-Slav without …Nf6
Hoofdstuk 11: Part I Queen’s Gambit Declined: Exchange Variation
Part II Queen’s Gambit Declined: Exchange Variation
Part III Queen’s Gambit Declined: Exchange Variation
Hoofdstuk 12 Baltic Defence
Hoofdstuk 13: Chigorin Defence
Hoofdstuk 14: Albin Counter-Gambit

Voorin het boek staan zes symbolen die de schrijver veelvuldig gebruikt (zie afbeelding rechts).

Want dat is in feite waar hij als trainer voor staat: hij biedt het materiaal zo instructief mogelijk aan. In een aantal hoofdstukken begint hij met stukje geschiedenis van de variant die hij wil bespreken. In vrijwel elke inleiding komt hij met een korte aanleiding waarom hij de varianten die hij aanbiedt, graag zo wil spelen. Hij geeft met kleine kopjes aan in welke richting hij denkt en hoe wit bepaalde typische stellingen in zijn ogen zou moeten behandelen. Dit alles is natuurlijk heel persoonlijk en al lezend en naspelend zie ik de grootmeester voor me: hij wil allereerst de tegenstander verrassen. Hij wil geen uitgekauwde varianten die in de theorie als de beste zetten worden beschouwd en die soms tot ver voorbij de 30ste zet zijn uit geanalyseerd. Nee, hij wil de tegenstander met een creatief idee aan het denken zetten. Dat idee moet natuurlijk wel ergens op gebaseerd zijn en daar heeft hij zijn eigen, persoonlijke benadering aan toegevoegd. Na de pagina’s met uitleg over de ideeën komt hij met geannoteerde partijen, voornamelijk van zichzelf, maar ook van andere spelers die naadloos aansluiten bij zijn ideeën. Binnen de partijen laat hij niet na om de lezer aan het denken te zetten. Zo kom ik de volgende jeugdpartij van Anish Giri tegen, die één van de ideeën die Moskalenko aanhangt ook heeft uitgeprobeerd in een partij.

 

Giri, Anish – Laznicka, Viktor
1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. c4 dxc4 4. e3 e6 5. Lxc4 c5 6. O-O a6

Een bekende uitgangsstelling van het Aangenomen Damegambiet. Hier zijn natuurlijk diverse speelwijzen, maar achter de volgende zet, zit een aardig idee.
7. Ld3
De loper verliest bewust een zet zodat …b5 niet met tempo gaat. Het idee is om …b7-b5 te beantwoorden met a2-a4. Moskalenko merkt in zijn inleiding op dat het van belang is dat het damepaard nog even niet ontwikkeld moet worden. Want na ..b5, a4 b4, gaat het paard via d2 naar c4.
7…Pc6 8. Pc3
Het paard komt er nu wel uit naar het natuurlijke veld.
8…cxd4
Want na 8…b5 9. a4 b4 kan het heel geschikt naar e4: 10. Pe4
9. exd4
Nu krijgen we een geïsoleerde pion stelling, die zo zijn eigen wetten kent. Zwart heeft daarin al …a6 gespeeld en gunstiger zou …b6 zijn geweest. Kortom: een klein succesje voor wit.
9…Le7 10. Lg5 O-O 11. Tc1
Dat is om de loper keurig op b1 op te bergen als zwart op veld d5 wil spelen.
11…Pb4 12. Lb1 b5 13. a3 Pbd5 14. Pxd5 Pxd5 15. Dd3 g6 16. Lh6 Te8 17. Pe5 Lb7
Min of meer logische zetten allemaal.
18. Df3
Giri zet druk op de zwarte koningsstelling.
18…Lf6 19. Le4 De7
Nu volgt een bijzondere afwikkeling.
20. Lxd5!
Wit geeft zijn mooie loper om de zwarte velden te kunnen veroveren. Dat doet Giri als volgt:
20…Lxd5 21. Df4
Er dreigt onder meer h2-h4 en Lh6-g5.
21…Lh8 22. Pg4
Ook nu is Lh6-g5 dodelijk.
22…f6?!
Een verzwakking maar wat moest zwart? 22…e5 is taaier, hoewel wit na 23. Pxe5 Lxe5 24. dxe5 Dxe5 25. Dd2 met een prettig voordeeltje blijft zitten. De zwarte velden in de zwarte koningsstelling blijven onaangenaam zwak.
23. Tc7 e5 24. Dc1 De6 25. h3
25…exd4?
Zwart gaat defnitief de fout in. We krijgen nu een fraai slot!
26. Lf8 Tec8
26…Txf8 27. Ph6# of 26…Kxf8 27. Dh6+ Kg8 28. Dxh7+ Kf8 29. Dxh8+ en mat.
27. Dc5!
Een briljante slotzet. 27. Dc5 Txc7 28. Ph6# is mat!
1-0

Het repertoire ziet er redelijk consistent uit. Hij gaat in op het Nimzo-Indisch omdat hij daar een mooi systeempje (de Sämisch met 4.f3) in speelt. Zo bladerend door het boek kom ik een paar fascinerende ideeën tegen. Want een subkopje luidt als volgt: Nimzo-Indian: The Trojan Horse. Ik had werkelijk geen idee met wat ik me daarbij voor moest stellen, maar de diagrammen in dat hoofstukken maken dat onmiddellijk duidelijk.

The Trojan Horse 1 Gesloten stelling

The Trojan Horse 2 Open stelling

 

Van het tweede diagram geeft hij in zijn boek de volgende partij. Helaas gaat de tegenstander niet op het stukoffer in, dus dat is dan wel weer jammer. Maar als Mamedyarov het speelt, moet het op zijn minst verantwoord zijn!

Mamedyarov, Shakhriyar – Huzman, Alexander
1. d4 e6 2. c4 Pf6 3. Pc3 Lb4 4. a3 Lxc3+ 5. bxc3 c5 6. f3 d5 7. cxd5 Pxd5 8. dxc5 Da5 9. e4 Pc7 10. Dd4 f6 11. Db4 Pc6 12. Dxa5 Pxa5 13. Tb1 Ld7 14. Pe2 e5

15. Pd4!
Daar is dan het positionele paardoffer. Tegenstander Huzman durfde het niet aan te nemen.
15…O-O-O
15…exd4 16. cxd4 O-O-O [16…O-O? 17. Ld2!+- hetgeen voorkwam in Khenkin-Rodriguez Cespedez, 2007.] 17. d5 La4 18. Tb4 Lc2 19. Ld2 Pb3 20. Le3 en wit staat beter.
16. Pb5 Pxb5 17. Lxb5 Kc7 18. Ke2 Le6 19. Le3 Lc4+ 20. Lxc4 Pxc4 21. Tb4 Pxe3 22. Kxe3 Td7 23. Thb1 Kc6 24. T1b2 Thd8 25. Ke2 Kxc5 26. Txb7 Kc4 27. Kf2 Kxc3 28. Kg3 g6 29. a4 f5 30. exf5 gxf5 31. a5 a6 32. Txd7 Txd7 33. Tb6 Tg7+ 34. Kf2 Tg6 35. h4 Kd2 36. h5 Tg5 37. h6 e4 38. Td6+ Kc3 39. Txa6 Kd4 40. Td6+ Ke5 41. Td7 1-0

 

En omdat Moskalenko Nimzo-Indisch speelt, kan hij ook de scherpste varianten spelen tegen de Benoni, namelijk die met f2-f4, de Vierpionnenaanval. Dat systeem past hij ook graag toe tegen het Konings-Indisch en tegenwoordig zien we meer spelers die dat op hun repertoire hebben.

 

Volgordes m.b.t. de Benoni
1. d4 Pf6 2. c4
Veel Benoni-spelers hanteren deze volgorde omdat het Dame-Indisch populairder is dan het Nimzo-Indisch.
2…e6 3. Pc3
Na 3. Pf3 gaan ze dan alsnog naar de Benoni maar dan hebben ze de scherpe varianten met f2-f4 uitgeschakeld.
3…c5 4. d5 exd5 5. cxd5 d6 6. e4 g6
En hier heeft wit nog geen paard op f3 staan en dus kan hij voor de Vierpionnenaanval kiezen.
7. f4 Lg7 8. Lb5+!

Deze nare tussenzet bezorgt zwart hoofdbrekens, want hij moet het f-paard ertussen te zetten om geen stuk te verliezen.
8…Pfd7
en hiervan is bekend dat zwart nogal wat problemen heeft op te lossen. 8…Pbd7 9. e5 dxe5 10. fxe5 Ph5 11. e6 wint materiaal en Moskalenko heeft de varianten na 11…Dh4+ 12. g3 Pxg3 13. hxg3 Dxh1 14. Le3 uitvoerig onderzocht.

Alle hierboven weergegeven partijen en fragmenten via de viewer:

 

Van naamgeving bij sommige openingsvarianten had ik nog nooit gehoord (Weet u wat de ‘Baltic Defence’ is of kent u de ‘Indo-Benoni’?) maar dat zal meer aan mij liggen dan aan het boek.

 

Conclusies:
Moskalenko heeft een leuk en instructief boek geschreven met veel openingsideeën die een speler kunnen inspireren tot een leuke aanpak om de tegenstander te verrassen. Hij heeft veel van zijn eigen ideeën prijs gegeven en die gesmeed tot systemen die een wapen kunnen worden. Zijn instructieve benadering binnen de modelpartijen dwingt de lezer tot een actieve houding. De opbouw van het boek is overzichtelijk met veel diagrammen en kopjes zodat de lezer in één oogopslag kan zien waar het in de desbetreffende paragraaf om draait. Moskalenko heeft er duidelijk voor gekozen om de partijen van licht commentaar te voorzien en niet met uitputtende varianten, zoals veel andere auteurs doen, om hun gelijk te bewijzen. Hij wil het toegankelijk maken voor de clubschaker en wat mij betreft is hij daar zeker in geslaagd. Een inspirerend boek!

 

Boek: An Attacking Repertoire for White with 1.d4
Auteur: Viktor Moskalenko
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 978-90-5691-830-9
Pagina’s: 367
Gepubliceerd: 2019

Link naar onze recensenten met hun recensies.

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

5 Reacties

  1. Avatar
    Peter Huisman 17 januari 2020

    Is er bij de lijst met de hoofdstukindeling iets misgegaan met hoofdstuk 11, dat deel 1, 2 en 3 allen de ruilvariant heten? Of worden er van de ruilvariant drie verschillende systemen behandeld?
    Andere vraag, iets meer inhoudelijk: is er bekend waarom Moskalenko in dit boek het Dame Indisch buiten beschouwing heeft gelaten? Had inderdaad lang een reputatie van hypersolide te zijn, maar Kasparov heeft toch leuke dingen gedaan met 4 a2-a3 (of eerst 4 Pb1-c3 en dan 5 a2-a3) en met 4 … Lf8-b4 en 5 Lc1-g5 wordt het toch ook een levendige boel.

    • Avatar
      Dimitri Reinderman 17 januari 2020

      Het is een repertoireboek en dan is (als je voor 3.Pc3 kiest) Dame-Indisch niet relevant.

  2. Avatar
    wimw 17 januari 2020

    Ik kende de Baltische verdediging ook niet, maar die blijkt door de Baltische grootmeesters Keres en Shirov aangewend te zijn. Je komt daarin als je na 1. d4, d5 en 2. c4, Lf5 speelt. De Benoni wordt gerekend onder de Indische openingen en ik zie het ook als Indo-Benoni benoemd zonder dat dat als een aparte variant beschreven wordt.

  3. Avatar
    Herman Grooten 18 januari 2020

    @Peter Huisman: er worden inderdaad verschillende systemen van de Ruilvariant aangeboden. De Baltische verdediging staat bij ons bekend als de ‘Benoni-wall’. Een belangrijkere vraag die beantwoord zou moeten worden, is waarom het Hollands niet genoemd wordt. Misschien omdat Moskalenko ‘The Diamont Dutch’ in een ander boek van hem aanbiedt?

    • Avatar
      Peter Huisman 18 januari 2020

      Dank voor je antwoord, Herman (en ook Dimitri uiteraard). Misschien is het Hollands eruit gelaten, omdat wit na 1 d4, f5 niet per se de opzet met 2 c4 en 3 Pc3 hoeft te kiezen, wat het door Dimitri aangegeven uitgangspunt zou zijn? In de systemen met 2 g3 wordt nog al eens c4 (en Pc3) uitgesteld.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.