Fischer-Spasski in het MEC!

Zaterdag 3 september is het weer tijd voor CinéMax in het Max Euwe Centrum. Het zal u vast niet zijn ontgaan dat het 50 jaar geleden is dat de match Fischer-Spasski plaatsvond in Reykjavik. We gaan daarom kijken naar de film ‘Pawn Sacrifice’ en de documentaire ‘Fischer against the World’.

Diezelfde middag openen we ook een expositie over de match, vol met interessante objecten. Beleef ‘de match van de eeuw’ nog een keer!

Onze deuren gaan om 12:00 uur open en de entree is gratis. Tot dan!

15 Reacties

  1. Avatar
    Paul Koppens 26 augustus 2022

    Het is natuurlijk Spasski-Fischer, niet Fischer-Spasski. Het is gebruikelijk om de naam van de wereldkampioen eerst te noemen, niet die van de uitdager.

    • Avatar
      Henk Smout 26 augustus 2022

      Wat heet “natuurlijk” en “gebruikelijk”?

      De matchboeken van Donner en Timman en het Teleacboek van Euwe en Muhring hebben het inderdaad over Spasski – Fischer.

      Maar Der Titelkampf Fischer – Spasskij van Pachman, Fischer v. Spassky van C.H.O’D. Alexander en Chaper IV (blz. 75) “Fischer vs. Spassky” in Both Sides of the Chessboard van Robert Byrne en Ivo Nei noemen Fischer eerst.

      Voorlopige stand 3 – 3.

      • Avatar
        Paul Koppens 27 augustus 2022

        Ik vermoed dat sommige auteurs, of wellicht hun uitgevers, de naam van Fischer om publicitaire redenen voorop hebben gezet. Maar het was echt Spasski – Fischer. Ik weet niet hoe ik in een antwoord op deze site een afbeelding kan plaatsen, maar hier zijn links naar een poster en een toegangsbewijs van de match.

        • Avatar
          Henk Smout 27 augustus 2022

          Het is ongetwijfeld bedoeld dat bij aanklikken van de links in plaats van “403 Forbidden” de namen Spassky en Fischer in deze volgorde te zien zijn en ook ikzelf acht die volgorde, namelijk eerst de regerend kampioen en daarna de uitdager, de beste.

          Bij andere tweekampen om het wereldkampioenschap schaken zie ik dat ook op die manier weergegeven, met tot dusver als uitzondering het Nederlandstalige boek over Sevilla ’87 (Karpov – Kasparov), en dat in de Russische schaakencyclopedie uit 1990 onder hoofdredacteurschap van Karpov in de kolommen 1333 en 1334 de winnaar als eerste is genoemd, bij voorbeeld in 1987 Kasparov – Karpov (uitslag +4 -4 =16, dus 12 – 12 en daarmee titelbehoud voor Kasparov).

          Theo Schuster in Schachgeschichte uit 1978 houdt zich ook aan de regel kampioen eerst, behalve op blz. 90 Fischer – Spassky.

          Graham Burgess op blz. 149 van zijn Chess Highlights of the 20th Century (1999) schrijft – jawel! – “The Fischer-Spassky match”.

          De statistische waarheid, dit artikel meegeteld, is tot dusver 6 – 3 voor Fischer – Spassky, al vind je zelf dat het anders hoort, uit de taal hebben daar meer voorbeelden van. Meten is weten!

  2. Avatar
    Paul Koppens 27 augustus 2022

    Eigenaardig – voor mij werken die links wel. Maar ik heb de afbeeldingen nu op mijn eigen site gezet, dat moet goed gaan. Dus hopelijk zijn de poster en het toegangsbewijs nu wel zichtbaar.

    Blijkbaar verschillen wij van mening over de relevantie van aantallen boeken en artikelen die de ene of de andere volgorde hanteren. Mij lijkt dat uitingen van de organisatie van de match het laatste woord moeten hebben, dus daarom heb ik die opgezocht. De match Fischer-Spasski vond in 1992 plaats.

    • Avatar
      Henk Smout 28 augustus 2022

      Mijn dank, Paul, voor de nu functionerende links.

      Zoals gezegd acht ik, anders dan voor de tweekamp tussen dezelfde twee van twintig jaar later, de volgorde Spassky – Fischer voor de beste. Maar als je het hebt over gebruikelijk, dan gaan we tellen. Dat tellen heb ik na mijn laatste reactie voortgezet en nog niet stopgezet, vooralsnog is Fischer eerst in de meerderheid. Zoals ook in de taal bepaalde fouten in de meerderheid zijn.

      • Avatar
        Paul Koppens 28 augustus 2022

        Tja Henk, dan moet ik er toch even op wijzen dat ik helemaal niet geschreven heb dat ‘Spasski-Fischer’ gebruikelijker zou zijn dan ‘Fischer-Spasski’. Ik heb geschreven dat het gebruikelijk is om de naam van de kampioen eerst te noemen, en juist het feit dat dat in dit geval zo vaak niet gebeurt, zoals ook nu weer in de aankondiging van het MEC, was voor mij de aanleiding om te reageren.

        Edward Winter brengt in dit verband een taalkundige hypothese naar voren – al vind ik die wat vergezocht voor twee namen die niet echt op elkaar lijken:

        To write about the 2016 ‘Karjakin-Carlsen’ match would be odd and, even, discourteous to the defending champion, yet most of us have, at least occasionally, referred to the ‘Fischer-Spassky’ match of 1972. Alphabetical order and the identity of the winner cannot explain this, because the 1927 world title match is usually, and properly, termed ‘Capablanca-Alekhine’. Fischer’s profile in 1972 was so high, often for woeful reasons, that it is tempting to name him first even though he was the challenger, but a linguistic point also arises. From pages 39-40 of The Elements of Eloquence by Mark Forsyth (London, 2013), in the chapter on hyperbaton:

        ‘Have you ever heard that patter-pitter of tiny feet? Or the dong-ding of a bell? Or hop-hip music? That’s because, when you repeat a word with a different vowel, the order is always I A O. Bish bash bosh. So politicians may flip-flop, but they can never flop-flip. It’s tit-for-tat, never tat-for-tit. This is called ablaut reduplication, and if you do things any other way, they sound very, very odd indeed.’

        Thus in British politics in the late 1970s, the term ‘Lib-Lab pact’ was used despite the Liberal Party being far smaller than the governing Labour Party. Even when the consonants in the two elements are different, it may seem more natural for I to precede A. ‘Fischer-Spassky’ is certainly more euphonious than ‘Spassky-Fischer’, but ‘Fischer-Spassky’ may best be reserved for their 1992 match.

         

        • Avatar
          Henk Smout 28 augustus 2022

          Het MEC staat dus in geen geval alleen om juist van deze match de uitdager als eerste te noemen.

          Dank voor de onthullende Chess Note, die had ik nog niet eerder gezien.

    • Avatar
      Henk Smout 29 augustus 2022

      Een andere logica is die van de winnaar eerst, zoals ik al van de Russische schaakencyclopedie uit 1990 had opgemerkt.

      Bij aanklikken van de link krijg ik weer de melding “403 Forbidden”, maar met het zelflerend vermogen van de relatief digibeet heb ik van Chess Digest in Dallas, Texas uit 1973 twee uitgaven Euwe – Alekhine 1935 met commentaar van de spelers en Alekhine – Euwe 1937 becommentariëerd door Botwinnik weten te vinden.

      Men zie ook russell-enterprises.com/russell-enterprises/tal-botvinnik-1960

      • Avatar
        TD 29 augustus 2022

        Tal – Botvinnik in plaats van Botvinnik – Tal kan ik me wel goed voorstellen, omdat Tal de auteur was.

  3. Avatar
    Wim Weehuizen 31 augustus 2022

    De Belgische grootmeester O’Kelly schreef in de jaren ’50 twee boeken over de WK-matches tussen Botwinnik en Smyslov van 1957 en 1958. Het eerste boek had als titel: De match Botwinnik-Smyslov 1958. Smyslov won die WK-match. Het tweede boek had als titel: De match Smyslov-Botwinnik. Botwinnik heroverde toen zijn titel. De WK match van 1957 duurde 7 weken en die van 1958 nog ruim een week langer.

    • Avatar
      Peter Huisman 01 september 2022

      Wim, is de titel van het eerste boek niet “De match Botwinnik-Smyslov 1957” (in plaats van 1958). Dat was immers de match die Smyslov won. In 1958 won Botwinnik de “re-match”, en dat zal het tweede boek zijn.

  4. Avatar
    Wim Weehuizen 01 september 2022

    Je hebt gelijk: het eerste boek was de match van 1957. Daar heb ik een fout gemaakt.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.