Schaakhistorie (8): Bert Enklaar dacht altijd na over de zin van alles
Die Enklaar, die was toch ook heel goed? Dat vroeg een clubgenoot van mij toen ik in 2011 de Canon schreef. Enklaar stond daar niet in. Paul van der Sterren toonde zich onlangs in Schaakmagazine verdrietig dat Enklaar zelfs niet in mijn top-40 stond.
Ik had hem zeker in mijn overwegingen meegenomen, maar zijn resultaten waren daarvoor te licht en te weinig. Een kleurrijk schaker was hij zeker en er is genoeg over hem te vertellen. Enklaar was een schaker die worstelde met de keuzes tussen maatschappij, wetenschap en de schaaksport. Met schaken begon hij in zijn jeugd en begon hij als volwassene twee keer opnieuw.
Bert Enklaar werd geboren op 1 december 1943. Begin jaren zestig was hij een van de veelbelovende jonge spelers bij VAS die ervoor zorgden dat het tweede team in 1961 kampioen van Nederland werd en voor wie VAS-coryfee Berry Withuis in 1961 het IBM-toernooi oprichtte, om de jongens gelegenheid te geven meesternormen te scoren. Dat is in deze geschiedenisverhalen al meerdere keren aan de orde geweest. Tot zijn leeftijdsgenoten behoorden Piet van der Weide, Tim Krabbé (beiden 1943), Hans Ree (1944) en Rob Hartoch (1947). Van Kick Langeweg (1937), de winnaar van het eerste IBM-toernooi, werd al wat langer iets verwacht. Coen Zuidema (1942) behoorde ook tot deze lichting, maar speelde bij de Amsterdamse rivaal ASC.
Met Ree was Enklaar goed bevriend, bleek uit het in memoriam dat Ree in 1996 schreef in NRC-Handelsblad. Ree: “Er waren jaren dat ik Bert Enklaar bijna iedere dag zag. We volgden dezelfde wiskundecolleges en gingen daarna naar het koffiehuis tegenover Artis, waar we praatten over de zin van wiskunde, literatuur en schaken. Er staat me bij dat gesprekken met hem vaak over de zin van iets gingen, maar waarschijnlijk ging het meestal gewoon over het Konings-Indisch of het Boedapester Gambiet, waar hij een tijdje een ongelukkige liefde voor had. (…) Sommige mensen konden ons niet uit elkaar houden en het is me een paar keer gebeurd dat ik met een schaker praatte en na een tijdje merkte dat die dacht dat ik Bert Enklaar was.”
Op weg naar een landenwedstrijd tegen Engeland, in 1963, hoorden ze op een station in Londen dat Kennedy was doodgeschoten. Enklaar vond dat heel erg en dat verbaasde Ree.
Lees meer >