25 december 2013 19:36 Herman Grooten
Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
Een vreemde eend in de bijt van de toreneindspelen met toren en pion tegen toren is de positie waarin de toren van de zwakkere partij zich vóór de pion bevindt. Uit eerdere rubrieken weten we inmiddels dat de toren idealiter achter de (vijandelijke) pion hoort. Met een toren vóór de pion zijn veel stellingen verloren. Ze worden pas interessant als de pion nogal ver terugstaat. Daar bedoel ik mee dat een pion op de tweede, derde of vierde rij staat. Bij dit soort gevallen wordt de zogenaamde Regel van vijf gehanteerd. Wat deze behelst, kunnen we het best aan de hand van de volgende voorbeelden laten zien.
Regel van vijf – voorbeeld 1
Dit is een stereotiep voorbeeld waarmee de ‘regel van vijf’ kunnen uitleggen. Voordat we echter hier diep op in gaan, rakelen we de basisprincipes van de meeste toreneindspelen met toren en pion tegen toren even op:
- De toren hoort achter de pion, zowel voor de sterkere als de zwakkere partij.
- De koning van de zwakkere partij streeft naar het promotieveld van de pion.
- De koning van de sterkere partij ondersteunt de pion.
Lees meer >