Eindspelfinesses 41: Ongelijke lopers
Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”
Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.
Als er een type eindspel is dat vele geheimen bevat, is het wat mij betreft het eindspel met ongelijke lopers. En dan heb ik nog niet eens over de talloze gevallen waarin een speler flink wat materiaal achter staat maar toch remise kan maken. Nee, het gaat vooral om de soms zeer bijzondere eigenschappen die dit onderdeel van het eindspel met zich meebrengt. Dat materiaal soms van ondergeschikt belang is, is hierboven al even aangestipt. Bij het naspelen van partijen waarin grootmeesters de ongelijke lopers moeten hanteren, heb ik soms het gevoel dat er twee aparte werelden bestaan. Het lijkt net alsof de spelers volkomen langs elkaar heen spelen. Hoog tijd om eens een paar eindspelen uitgebreid onder een vergrootglas te leggen.
Een tijd geleden analyseerde ik op deze site het intrigerende eindspel uit het weekendtoernooi in Haarlem tussen de Nederlandse grootmeesters Erik van den Doel en Erwin l’Ami. Inmiddels heb ik, door me wat meer te verdiepen in deze materie, nog een paar interessante aanvullingen weten te vinden op deze analyse. Dit alles naar aanleiding van een e-mail die ik van Frank Erwich ontvingen. De nieuwe bevindingen treft u verderop aan onder het kopje Voorbeeld 2.
Lees meer >