Gespot 52: De strijd van twee lopers tegen een paard

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Een van de bekendste schaakcommentatoren in ons land is Lex Jongsma. Ik heb hem voor het eerst gezien bij een van zijn fameuze commentaarsessies bij het Interpolisschaaktoernooi dat in de jaren ’80 en ’90 de wereldtop omarmde. Later heb ik Lex persoonlijk leren kennen als een bijzonder aimabele man die niet alleen goed gebekt was, maar ook een speciaal soort humor had. Met zijn ontelbare anekdotes zorgde hij voor de nodige hilariteit in de zaal. En hoewel sterke schakers wel eens hoofdschuddend wegliepen – omdat ze vonden dat Jongsma schaaktechnische steekjes liet vallen – kan niet ontkend worden dat de wijze waarop hij het publiek entertainment bood misschien wel ongeëvenaard is.

Sterke schakers vergeten wel eens dat het publiek waar ze mee te maken hebben, misschien een gemiddelde rating van 1500 heeft. Dan kun je wel aankomen met schaaktechnisch correcte varianten, maar als die iedereen boven de pet gaan, schiet dat zijn doel voorbij. Ik heb Lex op andere manieren van nabij mogen meemaken, waarbij ik zo vrij ben om twee anekdotes met u te delen.

(foto toernooiwebsite Hoogeveen)
Lees meer >

Begrijp wat u doet: Gambiet 2: Het Blackmar Diemergambiet

Gambiet 2: Het Blackmar Diemergambiet

Op clubniveau zijn gambieten populair. Men offert een pion, soms zelfs meer en hoopt dan dat de onvoorbereide tegenstander in de wirwar van varianten de mist in gaat. Een aantrekkelijk vooruitzicht! Niet alle gambieten zijn even gezond, maar de kans op succes is relatief groot. Op voorwaarde natuurlijk dat men het gambiet goed in de vingers heeft zitten. En dat is meer dan zetjes uit het hoofd leren. Sterker nog: het alleen memoriseren van de openingsboom is helemaal geen garantie tot succes. Zoals in alle vorige afleveringen van deze serie inmiddels wel duidelijk mag zijn geworden, gaat het ook hier om het bestuderen van typische plannen, en combinatoire wendingen. Parate kennis daarbij is wel handig, maar niet zaligmakend! We zullen de gambieten bespreken aan de hand van ideeën, waarbij we er niet aan zullen ontkomen dat er meer varianten gegeven zullen worden.

We zijn toe aan een nieuw gambiet. Deze verhandeling gaat over het Blackmar-Diemer gambiet dat ontstaat na

1. d4 d5 2. e4 dxe4 3. Pc3

Lees meer >

Gespot 51: Een aardige analogie

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Dat in het schaken patroonherkenning een belangrijke rol speelt, staat gelijk met het intrappen van een open deur. Maar als je je gaat afvragen hoe dat nou ongeveer werkt in het menselijke brein, is het bepaald niet eenvoudig om daar een eenduidig antwoord op te geven. We komen dan al snel op het theoretische terrein van het geheugen terecht.

Uitleg van hoe geheugenfuncties werken, laat ik liever over aan mensen die er voor doorgeleerd hebben. Een van de meest baanbrekende onderzoeken was het proefschrift van Professor Adriaan de Groot getiteld Het denken van den schaker.

De meeste partijspelers zullen soms wel iets tegenkomen in een partij waarvan ze weten dat ze het eerder hebben gezien. Vaak blijkt het een vage herinnering te zijn aan, voor sommigen is het veel concreter. Zelf word ik regelmatig getroffen door bepaalde analogieën die mij mateloos interesseren. Zo heb ik in een eerder artikel (Gespot 12: Rondom Ta8!!) een grappig voorval beschreven rondom het torenoffer Ta8!! dat in twee partijen van ex-wereldkampioen Mikhael Tal een grote rol speelde. Om de diagrammen met de cruciale zet nog even tevoorschijn te halen:

Tal-Spassky
Tal-Brinck Claussen
Lees meer >

Eindspelfinesses 26: Toren en pion tegen toren 2

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”

Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

Twee weken geleden heb ik een begin gemaakt met het ‘standaardtoreneindspel’ van toren plus pion tegen toren. Ik reikte u een belangrijke basisstelling aan, te weten:

De stelling van Lucena

De winstmethode staat ook wel bekend onder het ‘bruggetje bouwen’. Voor deze techniek verwijs ik u naar het vorige artikel.

De tweede basisstelling waar elke schaker vroeg of laat mee te maken krijgt is de Stelling van Philidor.

Deze stelling is al in 1777 onderzocht door François-André Danican Philidor Philidor. Zwart houdt remise door ‘niets te doen’. Ofwel: hij doet wachtzetten met de toren over de zesde rij, totdat wit de pion te ver (naar d6) heeft opgespeeld. Dan ‘duikt’ de toren naar beneden om de witte koning in de rug aan te vallen. De remise is nu een feit.

1… Tb6 2. Tg7 Ta6 3. d5 Tb6 4. Ta7 Th6 5. d6 Th1! 6. Ke6 Te1+ 7. Kd5 Td1+

De ‘regen’ van schaakjes is een feit en remise onontkoombaar.

½ – ½

We kennen nu twee basisstellingen:

  • De stelling van Philidor
  • De stelling van Lucena
Lees meer >

Nog plaatsen beschikbaar bij Master Class Strategie

Er zijn nog plaatsen over voor deze bijzondere Master Class waarin u kennis kunt maken met een uniek idee om het strategisch inzicht te verbeteren. U krijgt antwoord op de aloude vraag: "de opening is achter de rug en hoe nu verder?" Dit probleem zal de meeste clubschakers bekend in de oren klinken. Voor de hand liggende vervolgvragen zijn dan “naar welke kenmerken moet ik kijken? en “hoe formeer ik een plan?” Eigenlijk draait alles om het strategische inzicht. Maar hoe ontwikkel of verbeter je dat?

IM Herman Grooten wil graag spelers laten kennismaken met een wat meer visuele aanpak van het strategisch denken. Aan de hand van partijen en illustratieve voorbeelden wordt er met deze aanpak een nieuwe impuls gegeven om het strategische denken te verbeteren. Hoog tijd voor een Master Class om deze visie uiteen te zetten.

Lees meer >

Gespot 50: Het eindspel Timman-Velimirovic

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Door de steeds krachtigere processoren op de computers, de snel toenemende geheugencapaciteit, de steeds slimmere software, wordt ons leven steeds meer bepaald door de machine. Een dagje zonder internet of e-mail kunnen mensen zich al bijna niet meer voorstellen en bij de jeugd is het helemaal verschrikkelijk als een netwerk plat ligt zodat ze via hun telefoon facebook, twitter, hyves of andere communicatieforums niet kunnen benaderen.

Lees meer >

Eindspelfinesses 24: Toren en pion tegen toren 1

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”

Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

Dat het bestuderen van toreneindspelen van groot belang heb ik elders al eens aangestipt. Statistisch gezien blijkt dat van alle eindspelen die ontstaan, toreneindspelen substantieel meer voorkomen dan andere eindspelen. Als we even logisch nadenken weten we hoe dat komt. Vanuit de opening worden de paarden en de loper eerst ontwikkeld. De torens komen pas veel later in het spel. De kans dat ze snel afgeruild worden is daarom een stuk minder. Vandaar dat het zinvol is om naar toreneindspelen te gaan kijken. In de vorige aflevering heb ik wat actuele toreneindspelen onder de loep genomen. Zonder basiskennis blijft het bestuderen van eindspelen echter heel lastig. Veel leerboeken nodigen ook niet uit om ons dit soort ‘taaie kost’ gemakkelijk eigen te maken. Omdat we zonder basiskennis nergens komen, leg ik – in deze en in een aantal toekomstige afleveringen – de belangrijkste ‘handgrepen’ van het toreneindspel aan u voor, zodat u in uw partijen niet helemaal meer in het duister hoeft te tasten.

Lees meer >

Column 49: Oneindig geduld

Over de vraag welke eigenschappen een goede schaker nodig heeft om de top te bereiken, zijn lijvige boeken geschreven. Er is in elk geval één eigenschap die zeker geen kwaad kan en dat is het uitoefenen van geduld. Is een mens wel geschikt om urenlang zwijgend achter een schaakbord te zitten in dat voortdurende gevecht met de tegenstander en misschien meer nog met zichzelf? Alle emoties tijdens de partij dient hij zoveel mogelijk te verbergen – niet alleen om zich zo correct mogelijk te gedragen – maar ook om de tegenstander geen extra informatie te verschaffen. Een speler die een blunder maakt en daar ook meteen blijk van geeft, helpt zijn opponent wel heel gemakkelijk in het zadel.

Lees meer >

Vijfmanschap wint IBC Limburg Open

Het zevende Limburg Open , tegenwoordig met de nieuwe hoofdsponsor IBC, heeft dit jaar maar liefst vijf winnaars opgeleverd. Daar zag het na vijf ronden niet naar uit. De relatief onbekende Rus Vladimir Dobrov (rechts op de foto), die op het laatste moment binnen was komen lopen, had na vijf ronden met 5 uit 5 de koppositie in handen en daarmee was hij zelfs een punt losgekomen van de concurrentie. En die was niet misselijk.

De Nederlandse grootmeesters Ivan Sokolov en Sipke Ernst (links op de foto) behoorden tot zijn achtervolgers, maar zij hadden niet alleen tegen elkaar remise gespeeld, maar ook nog een ander halfje moeten inleveren. Dat de nummers een en twee geplaatst al in de tweede ronde tegen elkaar werden ingedeeld, bleek een foutje van de wedstrijdleider te zijn. De cruciale partij van het toernooi kwam in de zesde ronde toen Ernst met wit mocht proberen koploper Dobrov terug te halen.

Lees meer >

Eindspelfinesses 22: Recente toreneindspelen

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”

Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. De internationale meesters Twan Burg en Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

De laatste tijd heb ik redelijk wat partijen door mijn vingers zien gaan. Speciaal voor Schaaksite maakte ik analyses van actuele toernooien. Maar in de haast om het redelijk snel te publiceren wil er dan wel eens iets doorheen schieten, waarvan je later denkt: daar moet ik nog op terugkomen. Zeker ook omdat sommige eindspelen zo ingewikkeld zijn dat je daar onmogelijk in een paar minuten een juist oordeel over kunt vellen. Zelfs niet met de huidige engines. Waar het rekentuig het in scherpe stellingen met veel varianten het vaak bij het rechte eind heeft, kom ik er steeds vaker achter dat je er niet blind op kunt varen in het eindspel. Waar het precies aan ligt, kan ik wel vermoeden, maar omdat ik de architectuur van die programma’s niet ken, mogen specialisten hier een gefundeerder oordeel over geven. Wel weet ik inmiddels dat er stellingen zijn waarin de sterkste engines soms boven +3 of zelfs boven +4 geven, waarin ik toch met zekerheid kan zeggen dat het remise is of domweg gelijk staat. En andersom zie ik soms ook gevallen waarin ik zeker weet dat een partij op winst staat, maar dat de computer komt met een waardering van 0.00. Een fenomeen dat de laatste jaren een vlucht lijkt te nemen zijn de zogenaamde ‘tablebases’. Dat is een database waarin alle stellingen met zes stukken (inclusief koningen) zijn opgenomen. Men heeft de computer al deze eindspelen laten uitanalyseren tot het mat. Dat werkt natuurlijk feilloos omdat het om droge data gaat. Het is een gigantische hoeveelheid gegevens die op diverse websites tevoorschijn gehaald kunnen worden. Bij mijn weten zijn er nu ook databases waarin men heeft gewerkt aan de ‘zeven-stukken-eindspelen’, maar men is er nog (lang) niet in geslaagd om alle eindspelen hierin op te nemen.

Lees meer >