Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 6: Paul Morphy
Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit is het zesde artikel dat gaat over het Amerikaanse genie Paul Morphy.
Tot de echte schaaklegendes hoort de Amerikaan Paul Morphy (1837-1884). Geboren in New Orleans, bleek hij een uitzonderlijk talent voor het schaakspel te hebben, gezien de resultaten die hij reeds als jonge speler wist te boeken.
Toen in 1857 te New York het eerste officiële schaaktoernooi werd gespeeld, wist Morphy zijn naaste concurrenten Stanley en Paulsen voor te blijven. De jonge Amerikaan had net als zijn generatiegenoten een grote voorliefde voor de combinatiekunst, maar koppelde die aan een groot strategisch inzicht. Als een van de eersten had hij ingezien dat het er in de openingsfase op aan kwam om consequent met iedere zet een stuk te ontwikkelen, alvorens tot de aanval over te gaan. Had hij eenmaal een aantal stukken in het spel gebracht, aarzelde hij niet om materiële offers te brengen in ruil voor vlijmscherpe koningsaanvallen. De heldere stijl van Morphy ontlokte de latere wereldkampioen (en landgenoot) Bobby Fischer de uitspraak dat Morphy de grootste speler aller tijden was. Dat lijkt teveel eer, maar zijn prestaties waren in die tijd onovertroffen. Toen Morphy in 1858 naar Europa kwam, speelde hij veel tweekampen die hij allemaal won. De belangrijkste vond plaats in Parijs toen hij Anderssen met maar liefst 7-2 wist te verslaan. Fenomenaal waren de prestaties die Morphy in blindsimultaans leverde. Een van de mooiste partijen van de legendarische Amerikaan, die het schaakspel echter spoedig de rug toekeerde is de volgende:
Lees meer >