In de schijnwerpers: Xander Wemmers

Op de website van zijn club Paul Keres lezen we: “Xander afficheert zichzelf graag als de Oude Meester (OM). En het is waar, in het huidige Paul Keres 1 met het jonge grut is Xander de senior. Aan schaakkracht, wilsdrang en rattigheid heeft hij echter niets ingeboet.”

Xander is zo langzamerhand een oude rot, die tot mooie prestaties in staat is. Hij heeft twee grootmeesternormen op zak.

In het dagelijkse leven werkt hij als ZZP-er in de IT. Hij verricht werkzaamheden als trainer en software ontwikkelaar.

1. Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Dat is wel een heel standaard vraag om mee te beginnen. 😊 Mijn vader heeft het mij geleerd toen ik 5 of 6 was. Ik wilde al snel op een schaakclub maar was te jong. Een jaar of twee later ben ik lid geworden in De Lier, dezelfde club als waar Jan-Willem de Jong ook als jeugdspeler is begonnen.

2. Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?
Uiteraard heb ik het druk met werk. Ik werk als ZZP’er in de IT en ik geef allerlei trainingen op het gebied van Web Development, .NET Framework en C#. Dat betekent dat ik vaak thuis werk en achter Zoom of Teams bezig ben om presentaties te geven en mensen te ondersteunen bij hun software projecten.

Daarnaast heb ik allerlei grotere en kleinere hobby’s. Af en toe een weekendje weg met mijn vriendin Simone. Ik probeer tijd te vinden om te sporten maar dat doe ik nog lang niet genoeg om echt fit te zijn. Een goed voornemen voor het nieuwe jaar! Nu iedereen binnen zit is Zwift erg populair geworden. Dat mag de lezer zelf even opzoeken. 😊

3. Naar welke muziek luister je graag?
Classic Rock heet de stroming, denk ik. Binnenkort hebben we Genesis in Liverpool gepland staan. Kunnen we gelijk door naar het Beatles museum. Paul McCartney hebben we in Berlijn gezien. De man is een levend museum! Wonderbaarlijk dat de man nog zo actief is op zijn leeftijd; net als de Stones natuurlijk.

Ook Queen, Pink Floyd en de Dire Straits zijn bands uit mijn jeugd die nog altijd sterk klinken. Na 2000 is er qua muziek niet bijzonder veel te melden. Ik hoor wel eens wat moderne dingen maar over het algemeen schiet ik alleen maar in de lach als ik recente hits hoor.

Lees meer >

Ruilen of niet ruilen?

Het is een vraag die in vrijwel iedere schaakpartij vroeg of laat een keer aan de orde komt: ruilen of niet? Is het wel zo slim? En waar moet u dan vooral op letten? Eduardas Rozentalis heeft er een heel boek over volgeschreven: ‘To Exchange or Not?’ met als subtitel ‘The Ultimate Workbook’.

Het boek is een vervolg op een eerder werk van hem: ‘The Correct Exchange in the Endgame’. Met de subtitel heeft men niets te veel gezegd. Het is inderdaad een Ă©cht ‘doeboek’. Kortom: veel opgaven met antwoorden. U moet lekker zelf aan het werk.

Het boek is verdeeld in drie delen:

  1. Opwarmertjes
  2. Gemiddelde opgaven
  3. Opgaven voor gevorderden

Elk deel bevat 40 opgaven, veelal afkomstig van GM Rozentalis zelf. Deze delen zijn dan weer keurig verdeeld in opgaven en oplossingen. De oplossingen zijn helder met prima uitleg. De auteur heeft er voor gekozen om eindspelen te behandelen. Naar mijn smaak vergroot dat de praktische waarde omdat het aantal stukken op het bord over het algemeen beperkt is. Daardoor is het boek ook prima geschikt voor instructie.

Tijdens mijn cursussen voor schaaktrainer heb ik vooral geleerd om niet te veel stukken op het bord te zetten, of gecompliceerde stellingen te strippen tot wat absoluut noodzakelijk is. Dat hoef je niet met eindspelen te doen. Een ander voordeel deze opzet is dat men dus helder voor ogen krijgt wat de waarde en functie van de stukken is. U krijgt van elk niveau een voorbeeld. De aantekeningen zijn vertaald uit het boek. Een enkele keer heb ik zelf een opmerking geplaatst (MH). Eerst een opwarmertje: moet wit afwikkelen naar een pionneneindspel met 46. Kd4 of is het beter om de loper te behouden?

Lees meer >

In de schijnwerpers: Frank Erwich

Frank leerde al op jonge leeftijd schaken en was zeer succesvol in de jeugd. Hij verzamelde maar liefst twaalf nationale jeugdtitels. Hij veroverde snelschaaktitels in alle leeftijdscategorieën en behaalde de titel van FIDE Meester. Zijn huidige rating is 2411.

Tegenwoordig is Frank vooral actief als schaaktrainer en auteur. Na zijn succesvolle periode in de jeugd richtte Frank zich meer en meer op het trainerschap. Zijn grote voorbeelden zijn Rob Brunia en Cor van Wijgerden. Hij is gediplomeerd schaaktrainer 3. Hij geeft onder andere schaakles op scholen, clubs en aan individuele schakers.

Frank is ook actief als auteur en redacteur bij New in Chess. Van zijn hand verscheen 1001 Chess Exercises for Club Players, een boek met – zoals de titel al aangeeft – maar liefst 1001 schaakpuzzels. Een heerlijk boek om elke dag een paar puzzels op te lossen! Van zijn hand is ook een e-Boek verschenen: Basic Chess Rules for Kids. U kunt het gratis downloaden via zijn website.
Naast zijn reguliere trainingsactiviteiten coacht hij ook spelers tijdens toernooien en verzorgt hij commentaar. Tevens heeft hij voor Chessity, een online schaakmethode, veel lessen gemaakt voor beginnende schakers.

Frank heeft uiteraard een grondige schaakopleiding gehad, maar daar is het niet bij gebleven. Ook op een ander vlak behaalde hij een titel. Hij studeerde in 2007 af aan de Universiteit van Leiden en mag zich Master of Science in Psychology noemen.

1. Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Mijn vader leerde me schaken toen ik een jaar of 6 was. Vervolgens ging ik op de woensdagmiddag een uurtje in de week schaken op de basisschool. Op mijn achtste werd ik lid van schaakclub Bobby Fischer in Wassenaar.

2. Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?
Fitness, hardlopen en zwemmen. Daarnaast ga ik er regelmatig op uit.

3. Naar welke muziek luister je graag?
House, dance en pop.

4. Heb je een favoriete auteur? Zo ja, wie dan?
In mijn studententijd las ik boeken van Dan Brown. Tegenwoordig vind/maak ik te weinig tijd voor literaire hoogstandjes. Biografieën over voetballers willen nog weleens door mijn vingers gaan.

5. Hoeveel tijd besteed je gemiddeld per week aan het schaken?
Sinds mijn laatste competitiewedstrijd in maart heb ik geen tijd meer besteed aan mijn eigen schaken. Aan mijn andere schaakactiviteiten (ik geef o.a. training, ben auteur en maak deel uit van de redactie van New in Chess) ben ik mede door corona en andere prioriteiten nu ongeveer 40 uur in de week kwijt. Dat was een paar jaar geleden een stuk meer.

6. Op welk moment of waardoor, kreeg je het idee dat je goed bent in schaken?
Toen ik op jonge leeftijd al snel veel partijtjes tegen leeftijdsgenoten en oudere kinderen wist te winnen en dit o.a. resulteerde in deelname aan nationale pupillenkampioenschappen. Dit was de opmaat naar het ‘serieuzere’ werk.

7. Wat was je beste resultaat tot nu toe?
In het seizoen 1999/2000 debuteerde ik namens LSG in de Meesterklasse. Ik scoorde 7 uit 9 en behaalde een TPR van 2570.

Lees meer >

Grote pret met je tegenstander een rad voor ogen draaien

Je kent vast wel het gelukzalige gevoel dat je hebt wanneer je een prachtige partij hebt gespeeld en deze, als een kers op de taart, hebt afgerond met een fraaie combinatie. Het is mij af en toe gelukt. Helaas meer af dan toe, maar vooruit. Ook ik heb een enkele keer in mijn leven een mooie partij gespeeld.

Het is me zelfs een keertje gelukt om in een serieuze rapidpartij van een grootmeester te winnen.

Lees meer >

In de schijnwerpers: Karel van Delft

Karel van Delft is een van de drijvende krachten achter de Schaakacademie Apeldoorn. Hij ontplooit schaakactiviteiten via Schaakacademie Apeldoorn. Hij werkte vijftien jaar als dagbladjournalist voordat hij in 2008 fulltime als schaakleraar aan de slag ging. Eerder studeerde hij in de avonduren psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Zijn zoon, Merijn van Delft, bleek talent te hebben voor schaken. Dat triggerde de belangstelling van Karel voor de combinatie van schaken en psychologie.

Lees meer >

Is de schaakbond de weg een beetje kwijt?

Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom u lid bent van een schaakvereniging en in het verlengde daarvan van de schaakbond? Eerlijk gezegd heb ik daar nooit zo bij stil gestaan. Voor mij was het een vanzelfsprekendheid. Maar door de ontwikkelingen van de laatste tijd ga je er wel over nadenken. Paul van der Sterren schreef onlangs een open brief waardoor mij duidelijk werd dat wij in de schaakwereld ergens een verkeerde afslag hebben genomen.

De schaakbond maakte dit jaar al niet zo’n beste beurt met de behandeling van de coronacrisis. Het beleid in de zomer bleek veel te optimistisch. Men ging er iets te gemakkelijk van uit dat schakers analoog aan zweetsporten wel urenlang tegenover elkaar mochten zitten. Dat terwijl de overheid tot vervelens toe de anderhalve meter afstand er bij het volk had ingeramd (en je handen stukwassen natuurlijk). Men kwam laat tot het inzicht dat ook schakers zich aan de anderhalve meter moesten houden.

Weifelend optreden

Daarna bleef men lang weifelen, terwijl steeds duidelijker werd dat een clubcompetitie er dit jaar niet meer in zat. Er waren gelukkig anderen die wel actie ondernamen. Niet in het najaar, maar al kort na het uitbreken van de pandemie. Ik denk dan met name aan de geweldige inzet van Govert Pellikaan en zijn vereniging uit Groningen. Zij stampten een succesvolle online competitie uit de grond. De bond keek er naar en deed aanvankelijk weinig. Pas onlangs kwam men met een online initiatief. Het is een beetje als mosterd na de maaltijd. Er zijn meer zaken waarbij de bond zwak opereert.

Lees meer >

Problemen oplossen door zetten te elimineren

Een van de lastigste onderdelen van het schaakspel is calculeren. Daarbij draait het er niet alleen om dat u de zetten in uw geestesoog ziet, maar ook de juiste zetten kiest. Voor eindspelen is er een handige methode. In het eindspel zijn de mogelijkheden over het algemeen beperkter dan in het middenspel. Uiteraard is het belangrijk om eerst een idee te vormen over wat er in een stelling aan de hand is. Bekijk de kenmerken van de stelling en bepaal of een van beide partijen in het voordeel is. Zo ja? Waarom?

Soms liggen de antwoorden als het ware voor het oprapen, maar er zijn ook stellingen waarin het niet meteen duidelijk is welke kandidaatzetten u tot uw beschikking heeft. Is dat het geval? Zoek dan eerst naar zetten die niet werken. U hoeft daaraan geen aandacht meer te besteden. Daarmee is snel duidelijk op welke zetten u uw aandacht moet richten.

 

Pionnenrace

De eerste stelling is een studie van Jan Timman uit The Art of the Endgame. Wit is aan zet. Het is niet zo moeilijk om te bedenken dat zwart in het voordeel is. De zwarte koning heeft een dominante positie ten opzichte van zijn witte collega. Erger: zwart kan zonder enige moeite de f-pion veroveren. Wit vecht dus om lijfsbehoud. Wat moet hij doen?

Wij passen de methode van eliminatie toe. Daarbij verwerpen wij dus de zetten die niet werken meteen en kijken naar zetten die mogelijk een oplossing bieden. In deze stelling hebben koningszetten geen zin. Het is eenvoudig in te zien dat zwart de witte f-pion ophaalt. Daarna is wit kansloos omdat het veel te lang duurt om de zwarte a-pion te veroveren en de witte a-pion te laten promoveren. Resteren twee zetten met de a-pion. U voelt vast wel aan dat 1. a3 te langzaam is. Dus zit er niets anders op dan 1. a4! te spelen. Maar hoe gaat het dan verder?

Lees meer >

In de schijnwerpers: Rick Lahaye

Foto: Lennart Ootes

Rick Lahaye, lid van sv Spijkenisse, is niet alleen schaker, maar ook een enthousiast ondernemer en auteur. Hij schreef samen met Thomas Waanders het boek ‘Grenzen verleggen’. Ze deden samen wetenschappelijk onderzoek naar de prestaties van olympisch goudenmedaillewinnaars. De vraag ‘hoe het toch komt dat sommige sporters de absolute top bereiken?’ stond daarbij centraal.

Rick: “Onze conclusie was dat het behalen van de top een complex, dynamisch en uniek proces is waarbij duizenden factoren een rol spelen. Dat er geen heilige graal is en meerdere wegen naar Rome leiden. Dat is wellicht vanuit een wetenschappelijk perspectief een bevredigend antwoord, maar het geeft alleen geen houvast”.

“Als speler en coach wil je richting. Je hebt een kompas nodig. Wat ga je trainen en waarom eigenlijk? Meestal analyseer je als coach enkele partijen van pupillen om te zoeken naar patronen. Deze inzichten gebruik je om richting te geven aan de lessen. Je bent als coach alleen beperkt door tijd”.

Dat is Ă©Ă©n van de redenen waarom hij ChessAnalytics heeft opgericht. Alle partijen die je ooit hebt gespeeld kun je in hun database stoppen. Al deze partijen worden automatisch geanalyseerd en dan wordt gezocht naar patronen. Op basis van de inzichten in deze patronen bieden ze diensten aan voor leren en vermaak.

Dat gaat al heel ver. Het is bijvoorbeeld mogelijk automatisch alle eindspelstructuren te herkennen die er bestaan en zien hoe een speler daarop scoort. Alle toren- of pionneneindspelen die iemand ooit in zijn leven heeft gespeeld in zijn eigen partijen kan hij met een klik op de knop dan bij elkaar zien.

1. Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?

Ik heb schaken geleerd van mijn moeder toen ik vijf jaar oud was.

2. Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?

Ik wandel en hike* graag. In de zomer nog in Oostenrijk geweest voor een schaaktoernooi. In de ochtend en middag was het hiken in de bergen. In de avond was het dan schaken. Een ideale combinatie! Verder ontspan ik door het kijken van films en series. Tot slot haal ik veel energie uit ondernemen. Iets opbouwen vanuit niks, daar haal ik veel voldoening en plezier uit. Het voelt haast als een hobby.

3. Naar welke muziek luister je graag?

Heel uiteenlopend. Als ik echt moet kiezen, dan is het Coldplay.

4. Heb je een favoriete auteur? Zo ja wie dan?

Niet echt. Ik lees veel, maar dat zijn meestal wetenschappelijke artikelen of online artikelen waar ik iets nieuws van leer. Verder hebben series en films mijn voorkeur boven leesboeken.

5. Hoeveel tijd besteed je gemiddeld per week aan het schaken?

Het ligt aan de week, maar meestal tussen de 40-60 uur per week. In mijn hoofd ben ik 24/7 met schaken bezig. Lesgeven en vooral het verder door ontwikkelen van ChessAnalytics. Een platform uit de grond stampen met je team kost veel tijd. Ontwerpen en communiceren met programmeurs en computerwetenschappers over de te bouwen functionaliteiten, financiering, sales, marketing, klantenservice en vele andere aspecten die om de hoek komen kijken bij ondernemen. Die diversiteit is geweldig. Je takenlijst is alleen oneindig en je moet goed kunnen loslaten.

Lees meer >

In de schijnwerpers: IM Robert Ris

Noot van de redactie: we hebben besloten met ingang van vandaag een nieuwe rubriek, getiteld ‘In de schijnwerpers’ op te starten. Daarin zullen we een bekende, spraakmakende of bijzondere schaker een aantal vragen voorleggen. We hopen op deze manier dat de bezoeker van Schaaksite een idee gaat krijgen, wat voor bijzonder schaakleven we in Nederland hebben. De coördinator van deze rubriek is Michel Hoetmer en we trappen af met Robert Ris.

 

 

Robert Ris geboren op 14 april 1988 is Internationaal meester met een elo van 2464. Daarmee staat hij hoog op de ranglijst in Nederland. Robert is tegenwoordig vooral actief als trainer en auteur. Van zijn hand verschenen inmiddels meerdere boeken, zoals: Crucial Chess Skills for the Club Player 1 en 2 en The Modernized Svesnikov via Thinkers Publishing.


Hij is een vaste waarde bij ChessBase. Naast een wekelijkse show ‘The fast and the furious’ publiceerde hij ook diverse interessante dvd’s, zoals bijvoorbeeld ‘Calculation training’.

 

1. Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?

Van mijn vader toen ik 7 was en vrij snel daarna werden er schaaklessen op de basisschool georganiseerd en ben ik ook lid geworden van SV Zukertort Amstelveen.

2. Heb je naast schaken nog andere sporten of hobby’s?

Ik ben redelijk sport-minded en kijk graag naar bijna elke (bal)sport, vooral basketbal en voetbal. Zelf zwem ik graag.

3. Naar welke muziek luister je graag?

Ik heb een vrij brede muzieksmaak, maar op latin popmuziek wil ik nog wel eens los gaan!

4. Heb je een favoriete auteur? Zo ja wie dan?

Khaled Hosseini – De vliegeraar

5. Hoeveel tijd besteed je gemiddeld per week aan het schaken?

Ik ben full-time met schaken bezig in diverse functies, o.a. auteur boeken en dvd’s en organisator, maar ik ben vooral actief als (online) trainer/coach met studenten over de hele wereld. Voor meer info zie mijn eigen website: RobertRis.com

Lees meer >

Recensie: Timman’s Triumphs

De achterflap van dit boek vertelt de lezer het volgende: “Jan Timman is een van de sterkste grootmeesters die nog nooit de wereldtitel heeft gewonnen. De beste van het Westen behoorde jarenlang tot de schaakelite.” Daarmee is uiteraard geen woord overdreven. Ik vrees dat men daarmee ook een zere plek raakt. Want wat zou het toch mooi zijn geweest als Timman het wel had gered. Al was het maar zoals een andere illustere Nederlander, Max Euwe, voor een jaar of twee.

Naast een geweldige schaker is Timman ook een begenadigd auteur. Hij heeft al een hele reeks uitstekende boeken op zijn naam staan. Denk bijvoorbeeld aan ‘Het groot analyseboek’ uit 1979. Daar zijn inmiddels andere boeken bijgekomen, zoals Timman’s Titans en The Longest Game.

Dit boek past prima in deze reeks. Timman heeft zijn 100 beste partijen geselecteerd. Zo’n selectie is uiteraard zeer persoonlijk. De partijen vormen een prima afspiegeling van zijn imposante carriùre. Het boek bestaat uit zes hoofdstukken die elk een periode uit Timman’s schaakleven behandelen. De lezer vindt er de volgende hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1: De weg naar de top (1967-1977)
  • Hoofdstuk 2: De blokkade (1978-1980)
  • Hoofdstuk 3: De beste van het Westen (1981-1985)
  • Hoofdstuk 4: De strijd om de wereldtitel (1986-1993)
  • Hoofdstuk 5: De wereldtitel raakt uit het zicht (1994-2000)
  • Hoofdstuk 6: Het nieuwe millennium (2001-2019)

Kortom: het boek beslaat zijn hele carriùre van de jaren zestig tot vorig jaar in 350 pagina’s.

Lees meer >