Ding toont weinig ambitie in de 10de partij
Vandaag stond de tiende partij van de WK-tweekamp tussen de Chinees Ding en de Indiër Gukesh op het programma. Op voorhand leek mij dat Ding met wit een poging zou wagen om zijn tegenstander uit het zadel te tillen, maar al snel bleek dat de openingsbehandeling niet erg ambitieus was. Het werd – net als in de zesde partij – een Londensysteem (wit speelt dan d2-d4, Pg1-f3 en Lc1-f4). Dit systeem staat over het algemeen bekend als erg solide, maar het loopt niet over van spektakel. Vroeger was er een speler op mijn vereniging die een ongelooflijke hekel aan verliezen had en dit ook in vrijwel al zijn partijen speelde.
Ik vroeg hem wel eens waarom hij zo graag deze speelwijze van stal haalde. Zijn antwoord was onthutsend: ‘dit is een langzaam naar voren schuivende vesting!’ Dus eigenlijk zegt hij dat het onmogelijk is om hiermee te verliezen als je normale zetten speelt. Dat zou best eens kunnen, maar erg veel plezier beleefde hij er toch niet aan, want later stopte hij met schaken, hoewel dat ook andere oorzaken had…
Terwijl ik de commentaren aan het volgen was, vergeleek ik de openingszetten ook met partijen uit de Megadatabase van Chessbase.