Recensie 100 Endgame Patterns You Must Know
Dit nieuwe boek: 100 Endgame Patterns You Must Know (2021) van Jesus de la Villa is een vervolg op zijn eerdere boek: “100 Endgames you must know.” Hoewel de titel niet heel anders is, is de benadering van het nieuwe boek wel anders. Waar het eerste boek prachtige eindspelen belicht die elke schaker zou moeten kennen, vertaalt het nieuwe boek deze eindspelen naar patronen die, naar mijn mening, waardevoller zijn simpelweg omdat het de informatie op een meer directe manier presenteert. In wezen vertelt het boek je: Dit is het patroon en dit is wat je moet leren. Mijn opmerking moet wel met een korreltje zand worden genomen, aangezien ik het vorige boek niet heb gelezen; Ik heb alleen de recensies ervan gelezen en uitgelichte partijen bekeken.
Maar waarom acht ik dit boek waardevoller? Hiervoor zal ik nu wat uitleg geven. De auteur doet dit op een vergelijkbare manier in de inleiding in zijn boek. De eerste delen worden namelijk de ‘grondgedachte voor dit boek’ en ‘enkele gedachten over het systeem van patronen’ genoemd.
Patroonherkenning is belangrijk. Het is een maatstaf voor intelligentie binnen organismen en het is misschien wel een van de meest waardevolle bezittingen van het brein van een schaker. Maar we moeten onszelf niet voor de gek houden, schaken is niet bijzonder in de wereld van patroonherkenning. Hoe kunnen muzikanten bladmuziek zo snel lezen? Waarom kun je je schoenveters zo goed strikken en hoe weten honden dat ze moeten zitten als je dat zegt? Naast het feit dat ik schaak speel, speel ik ook piano en ik vind dat hier enkele belangrijke vergelijkingen te maken zijn. Een belangrijk ding dat ze gemeen hebben, is het feit dat je veel moeite moet doen om te verbeteren. Dat is tenslotte ook waarom we het leuk vinden, nietwaar? Een andere overeenkomst is dat de inspanning in beide activiteiten een hoger rendement oplevert als je gericht oefent. Ons schaakspel wordt nauwelijks verbeterd door de tientallen blitzpartijen (argument hiervoor komt zo) die we elke dag spelen en mijn pianospel evenmin door het stuk van Chopin dat ik voor de zoveelste keer speel.
Lees meer >
Met ‘Attacking Strategies for Club Players’ brengt GM Michael Prusikin een nieuw aanvalsboek op de markt. Weer een boek over de kunst van het aanvallen, zegt ook voormalig FIDE wereldkampion Alexander Khalifman in het voorwoord. Hoewel de aanval een van de mooiste kunsten van het schaakspel is, aldus Khalifman, moet een boek ook wel wat bijdragen aan het onderwerp. In een kritische noot geeft hij aan dat dit lang niet altijd het geval is in recente boeken, maar dit boek kan zeker rekenen op de steun van de trainer en voormalig wereldkampioen. Tja, breng daar maar eens wat tegen in. In een poging extra kritisch te zijn na het lezen van deze introductie, moet ik zelf ook bekennen dat het een goed en leerzaam boek is. Prusikin houdt meer van voorbeelden dan van lange lappen tekst, dus laat ik ook maar beginnen met een mooie partij, voorzien van de commentaar uit het boek:
Dit wordt een ietwat onconventionele recensie. Want in plaats van een verhandeling per hoofdstuk van deze overigens voortreffelijke biografie van Manuel Bosboom, wil ik een pleidooi houden voor de (auto)biografie van schakers. In juli 2020 recenseerde ik de uitstekende biografie over Sultan Khan door Daniel King. Met deze biografie werd een fascinerende speler uit het Interbellum aan de vergetelheid ontrukt. De schaakgeschiedenis kent vele boeiende spelers die niet alleen opvielen door hun partijen,
Recensie van The Modernized Philidor Defense(2021), geschreven door Sergio Trigo Urquijo





