Boekenrubriek

Recensie: 1001 Chess Exercises & 100 Endgames Workbook

Dit keer niet één, maar twee recensies. In de afgelopen weken heeft New in Chess een tweetal (werk)boeken gepubliceerd: 1001 Chess Exercises for Club Players van Frank Erwich en The 100 Endgames You Must Know Workbook van Jesus de la Villa. Geen tijd om rustig achterover geleund in je stoel een boek door te lezen. Je wordt aan het werk gezet! Maar wat kun je eigenlijk verwachten? Herman bespreek het boek van Frank Erwich, waaraan de Stappenmethode een steentje heeft bijgedragen. Daaronder is de recensie van Mark te vinden, waarbij het 300 opgaven tellende werkboek van Jesus de la Villa centraal staat.

Lees meer >

The Modernized French Defense: Volume 1 The Winawer

De binnen Nederland goed bekende IM David Miedema heeft zijn eerste schaakboek op de markt gebracht. Na al langer stukjes te hebben geschreven voor New in Chess is Miedema nu echt begonnen met het schrijven van boeken. Zijn geliefde Franse opening is het startpunt van zijn ‘nieuwe’ carrière. In twee volumes probeert hij de lezer een compleet repertoire voor te schotelen. In dit eerste deel behandelt hij de veel gespeelde Winawer variant. Naar verwachting zal in 2020 het tweede deel uitkomen met alle andere varianten in het Frans. Bekende varianten daarvan zijn de doorschuifvariant, afruilvariant en de Tarrasch.

Lees meer >

Recensie: Devoted to Chess, The Creative Heritage of Yuri Razuvaev

Als we bedenken wie misschien de beste schaaktrainer in de wereld zou kunnen zijn, komt de naam van Yuri Sergeyevich Razuvaev (1945 – 2012) bij vele spelers in het Westen niet meteen boven water. Mark Dvoretsky heeft een beetje die reputatie, maar de naam Razuvaev wordt in elk geval door de beste spelers ter wereld met groot respect uitgesproken. Tenminste, daar kwam ik pas achter bij het lezen van een uit het Russisch vertaald boek van Boris Postovsky. Deze oude Sovjet-coach, Boris Postovsky – ooit Sovjet-kampioen in het correspondentieschaak en coach van het Russische team dat goud won in vier Olympiades – voelde zich geroepen om de nalatenschap van deze grote man op schrift vast te leggen. Dit boek, getiteld “Devoted to Chess, The Creative Heritage of Yuri Razuvaev” is een monumentaal werk geworden van precies 365 pagina’s. Je zou bijna zeggen: één pagina per dag, een jaar lang gewijd aan Razuvaev omdat de man op een of andere manier zeer bijzonder is geweest.


En dit boek, dat zeer meeslepend is geschreven en ik vrijwel in één adem heb uitgelezen, heeft mij de ogen geopend over wie de persoon Razuvaev geweest moet zijn (hij is helaas al relatief vroeg gestorven). Het bevat vijf hoofdstukken, maar – zoals de auteur in zijn inleiding al meldt – kun je beter spreken van een driedeling:

1) Deel 1: herinneringen van zijn tijdgenoten
2) Deel 2: Selectie van partijen en artikelen met betrekking tot openingstheorie
3) Deel 3: Artikelen met betrekking tot de opleiding van jeugdtalenten

Voordat ik mij stortte op de eerste hoofdstukken, heb ik met stijgende verbazing het voorwoord gelezen van Vladimir Kramnik. De ex-wereldkampioen komt superlatieven te kort om zijn dankbaarheid te beschrijven jegens zijn voormalige leermeester. Hij beschrijft onder meer hoe hij als 16-jarige in 1992 meespeelde in het Dortmund Open. Daar viel zijn spel zodanig op bij Garry Kasparov en Yuri Razuvaev (die daar ook meespeelde) dat zij na afloop van het toernooi naar Kramnik toekwamen om hem te vertellen dat ze zij zich hard wilden maken om hem in het Sovjet-team op te nemen in de aanstaande Olympiade. Kramnik was natuurlijk aangenaam verrast en naar later bleek, ging de voordracht niet zonder slag of stoot, maar Kramnik mocht mee naar Manilla op de Filippijnen waar de Olympiade gehouden werd. Zoals later bleek, was dat een uitstekende keuze, Kramnik scoorde 8½ uit 9 op het laatste bord! Het was misschien wel het begin van een fantastische carrière.

Lees meer >

Over inspiratie

Laat me maar meteen met de deur in huis vallen: ik zit in een schaakdip. Wellicht kan je het een pre-post-titeldip noemen: met een virtuele rating van 2395 en drie normen op zak sta ik op matchpunt voor de IM-titel. Echter, hoewel het me in de schaakwereld wellicht wat meer status oplevert, zal ik er in de echte wereld geen vrouw extra mee imponeren – laat staan dat ik dichter kom bij het vervullen van mijn lotsbestemming (wat dat ook zou moge zijn).

Lees meer >

Recensie: Marin’s English Love – A complete repertoire for White after 1.c4

Tijd voor iets anders! In deze recensie staat er geen boek centraal, maar een dvd. Of eigenlijk twee dvd’s. De Roemeense grootmeester Mihail Marin heeft wederom zijn licht laten schijnen over de Engelse opening. Na de goed ontvangen Grandmaster Repertoire boeken (The English Opening Vol. 1, 2 and 3), komt Marin nu met twee dvd’s over de door hem zo geliefde opening: Marin’s English Love – A complete repertoire for White after 1.c4 (Vol. 1 and 2).

Marin is bij mij vooral bekend als schrijver. Zijn zojuist genoemde boeken over het Engels zijn de grondlegger geweest voor mijn witrepertoire. Andere boeken van zijn hand zijn onder meer Learn from the Legends (ChessCafe-boek van het jaar in 2005), Secrets of Attacking Chess en Secrets of Chess Defence. De meervoudig Roemeens kampioen heeft echter meer dvd’s dan boeken op zijn naam staan. Hij heeft al meer dan tien dvd’s uitgebracht, voornamelijk over openingen zoals de Benoni, het Klassieke Siciliaans en het Konings-Indisch.

Lees meer >

Boekrecensie: My Magic Years with Topalov

Inleiding

In deze recensie bespreek ik het boek My Magic Years with Topalov (Thinkers Publishing, 2019) van Romain Édouard, een Franse grootmeester die diverse internationale toernooien op zijn naam heeft staan en uitkomt voor het Franse nationale team.

Veselin Topalov is een Bulgaars grootmeester, die nog een jaar wereldkampioen is geweest ten tijde van de PCA, een afsplitsing van de FIDE. Beide hadden hun eigen wereldkampioenen, respectievelijk Topalov en Kramnik, die in 2006 een match tegen elkaar speelden. Kramnik won deze uiteindelijk, hoewel pas na de nodige calamiteiten.

Beoordeling

Er zijn al veel schaakboeken verschenen voor beginners, clubspelers en titelhouders, maar ik heb nog niet eerder een schaakboek gezien dat de fase van supergrootmeester behandelt, wanneer de speler zo goed is dat hij een secondant moet inhuren. Een secondant is het hulpje van de profschaker die nieuwtjes vindt, gaten in zijn openingsrepertoire opspoort, opzoekt wat zijn tegenstanders spelen en hem aanraadt hoe hij daarop zou moeten reageren. Het voordeel is dat grootmeesters zo meer energie overhouden voor het spelen van partijen, minder tijd kwijtzijn aan het onderbouwen van hun repertoire hun eigen ideeën extra gecontroleerd worden.

Beide heren spreken zeer lovend over elkaar (Édouard het hele boek door en Topalov in het voorwoord). Édouard vertelt dat hij zelf door middel van een soort sollicitatie enkele van zijn bevindingen opstuurde, waarvan Topalov onder de indruk was. Een overeenkomst in elkaar speelstijl bleek onontbeerlijk. Het lijkt me alleen ongemakkelijk dat, wanneer de samenwerking afgelopen is (wat inmiddels het geval is) en je tegen elkaar wordt ingedeeld, de ander alles van je weet.

Édouard, wiens rating de 2700-grens gepasseerd heeft en daarom niet veel onderdoet voor Topalov, kruipt in zijn huid en noemt hem een speler wiens grote kracht in zijn praktische spel ligt. Hij beschouwt schaken ´meer als een sport dan als een wetenschap´ en speelt wat goed aanvoelt; een talent dat je niet uit een boek kunt leren.

 

Toch wordt hier een poging daartoe gedaan. Het boek heeft geen inhoudelijk thema – dat wil zeggen ‘middenspel’ of ‘dynamiek’ – maar bespreekt leerzame partijen van Topalov aan de hand van belangrijke momenten in zijn schaakcarrière. De analyses worden verbonden door interessante anekdotes, waardoor je je als lezer goed in de soms bizarre situaties in kunt leven. Om alvast de nieuwsgierigheid te prikkelen, geef ik de eerste partij zonder commentaar:

Lees meer >

Let me ask you, do you know…?

                                             “Let me ask you, do you know…?”

Toen ik dit boek thuis binnenkreeg, en er eens oppervlakkig doorheen bladerde, dacht ik het antwoord wel te weten op de titel. Op het eerste gezicht staan er veel basiseindspelen in. Hier een stelling met beide partijen een pion, daar een stelling met een dame tegen een pion. Het antwoord op de titelvraag zou in de meeste gevallen wel “ja” zijn.

En toen begon ik met de eerste les. Ik stel me even voor dat ik schrijver Nikola Karaklajić tegenover me zou hebben, en dat hij vervolgens zijn vraag nog een keer licht aangepast stelt:

                                                     “Let me ask you, do you still think you know…?

Lees meer >

Play the Semi-Tarrasch! (Part 1+2)

Op topniveau wordt hedendaags vaak gekozen voor een solide opzet met zwart. Wit weinig kansen bieden en proberen maar het halfje te behouden. Vervolgens op winst spelen met wit en je kan zomaar een goed toernooi hebben. Het met wit op winst en met zwart op remise spelen is een welbekend fenomeen op het hoogste niveau. Een van Kramnik zijn favorieten hiervoor was de Semi-Tarrasch, waarbij hij zelfs een duidelijk vraagteken durfde te stellen bij het voordeel van wit. Internationaal meester, schaakcoach, theoreticus en auteur Tibor Karolyi is hier verder op ingegaan en heeft twee delen geschreven over het zwarte wapen voor een remise.

Lees meer >

Recensie: Secrets of Attacking Chess van Mihail Marin

In deze boekenrubriek treft u voornamelijk recensies aan van boeken die zeer vers van de persen zijn gerold. Het is natuurlijk altijd leuk om het publiek te informeren over boeken die anno 2019 worden gepubliceerd. Ondertussen hebben we ook gemerkt dat het op prijs wordt gesteld dat er af en toe ‘een klassieker’ van al even geleden voor het voetlicht wordt gebracht. Om aan deze wens te voldoen wil ik graag het boek Secrets of Attacking Chess van de Roemeense grootmeester Mihail Marin onder de aandacht brengen. De ondertitel Understanding when, where and how to attack belooft in elk geval al veel goeds!

 

Over Marin

Dat ik dit boek heb gekozen heeft ook te maken met het feit dat ik zeer gecharmeerd ben van de ‘schrijfsels’ van Marin. Hij lijkt in elk geval één van meest productieve auteurs van vele boeken, artikelen, analyses terwijl hij daarnaast ook nogal wat dvd’s rondom bepaalde thema’s of openingen op zijn naam heeft staan. Marin, geboren in 1965, is meermalen kampioen van Roemenië geweest en hij vertegenwoordigde zijn land op maar liefst 12 Olympiades, waarin hij eenmaal (in 1988) een individuele bronzen bordmedaille behaalde. Hij passeerde in 2001 de grens van 2600 en staat nog altijd hoog genoteerd op de ratinglijst.

De meest bekende boeken te noemen van zijn hand zijn:
Secrets of Chess Defence
• Learn from the Legends: Chess Champions at Their Best
• Beating the Open Games
• A Spanish Opening Repertoire for Black
• Reggio Emilia 2007/2008 (met Yuri Garrett)

Het tweede boek uit dit lijstje, Learn from the Legends kreeg zelfs een prijs bij Chesscafe.com als ‘boek van het jaar 2005’. Maar in ook talloze andere boeken staat zijn naam gekerfd. Voor de serie ‘Grandmaster Repertoire’ schreef hij The Pirc Defence en The English opening (Vol 1, 2, 3), boeken die ook in het Italiaans en het Duits werden vertaald.

In de analyses die hij publiceert, bijvoorbeeld op www.chessbase.com toont de Roemeense grootmeester zijn grote didactische kwaliteiten door met veel instructieve tekst uit te leggen waar het in stellingen om draait. Varianten dienen bij hem ter ondersteuning wat hij wil zeggen en voeren meestal niet de boventoon. Juist die verbale uitleg, waarin de plannen en concepten duidelijk naar voren komen, geven de naspelende lezer houvast om het spel beter te gaan begrijpen.
Er is een recente dvd verschenen die hij heeft samengesteld over zijn ‘liefde voor de Engelse opening’.

 

Na deze introductie is het tijd voor een bespreking van zijn boek Secrets of Attacking Chess. Zoals hij zelf schrijft in zijn inleiding is het boek ontstaan naar aanleiding van zijn eerdere boek Secrets of Chess Defence.

Vanuit het gezichtspunt van de verdediger moet er kennis genomen van de verschillende manieren waarop een aanval gespeeld kan worden. En door het inzicht dat Marin opdeed met het schrijven van het eerste boek, was het natuurlijk niet al te moeilijk om van het perspectief van de aanvaller ook een boek het daglicht te laten zien. Het gekke is dat het logischer lijkt om eerst vanuit de aanvaller te redeneren en dan pas vanuit de verdediger. Maar zelf ben op een of andere manier ook uitgekomen in deze volgorde met de publicatie van twee boeken. Mijn jeugdschaakboek De verdediging van de koning verscheen (bij uitgeverij Van Spijk in Venlo) in 1983 en pas in 2016 kwam Attacking Chess for Club Players uit (bij uitgeverij New in Chess in Alkmaar).

Globale aanpak

Het boek bevat iets minder dan 30 partijen hetgeen erg weinig lijkt voor een leerboek dat gaat over aanvallen. Maar Marin dekt zich hier tegen in: hij heeft al het partijmateriaal zeer uitvoerig geanalyseerd en van commentaar voorzien, waardoor er toch zeer veel instructief materiaal tevoorschijn is gekomen. Omdat hij – in de tijd dat het boek geschreven werd – niet zo handig was met de computer, vroeg hij zijn vriend IM Valentin Stoica of die hem kon helpen met de computeranalyses. Zoals Marin het zelf opschrijft: ik concentreerde me alleen op het schaakbord en Stoica op het scherm. Deze opmerkelijke symbiose heeft inderdaad geleid tot een fraai eindresultaat. Op het moment dat de computer het ook even niet ‘zag’ (anno 2005) werd duidelijk de hand van de grootmeester zichtbaar. Maar ook sloeg hem de schrik om het hart toen bleek dat er wel erg grote analysebomen in de output zaten. Aangezien Marin er juist om bekend staat zoveel mogelijk verbale uitleg geeft en liever varianten ter ondersteuning geeft, moest hij dat in dit geval loslaten. Niettemin is hij aan de slag gegaan om binnen de varianten zoveel mogelijk verbaal commentaar toe te voegen en een aantal varianten te schrappen. Marin: ‘I’ve tried to make the final result easy to read and understand’.

Inderdaad was mij bovenstaand al opgevallen, nog voordat ik het voorwoord gelezen had. Erg veel varianten, soms excessief geanalyseerd, maar ook veel tekst. In sommige gevallen gebruikt hij vele pagina’s om een stelling te onderzoeken totdat hij een eindoordeel heeft geformuleerd. Het deed mij een beetje denken aan het Het Groot Analyseboek van Jan Timman, die soms ook een beetje deze methode hanteerde om de ‘waarheid’ in een stelling te ontdekken.

 

Lees meer >

Boekrecensie: The Longest Game

Gaat er niet meteen een belletje rinkelen bij het horen van de titel van het nieuwste boek van Jan Timman? In dat geval brengt de ondertitel soelaas: ‘The Five Kasparov – Karpov Matches for the World Chess Championship’. Een boek over de tweestrijd van de twee K’s, die tussen 1984 en 1990 maar liefst 144 partijen hebben gespeeld in 5 verschillende WK matches. Maar waarom komt het boek nu pas, zo’n 30 jaar na dato? Het idee is afkomstig van Allard Hoogland, de eigenaar van New In Chess. Hij wilde een boek over ‘Money, madness, brilliancies and blunders’.

Timman was in eerste instantie sceptisch, maar zag uiteindelijk genoeg redenen om decennia later de matches nogmaals onder de loep te nemen. Er zijn in de loop der jaren de nodige boeken verschenen over de gevechten tussen de Russische grootheden, maar nog nooit zijn alle vijf de matches in één werk verzameld. Kasparov heeft uitgebreid over zijn ervaringen geschreven, maar hij is uiteraard niet helemaal objectief. Daarnaast zijn de analyses van zijn hand soms moeilijk te doorgronden. Timman kiest voor een lichtere vorm van analyse, waarbij Stockfish helpt om tot nieuwe inzichten te komen.

Lees meer >