Schaakhistorie

Schaakhistorie (18) : Corry Vreeken Lid van Verdienste

Vorige maand werd Corry Vreeken benoemd tot Lid van Verdienste van de KNSB. Bij haar 90e verjaardag, vorig jaar december, werd ze al door haar schaakvereniging Maassluis en de Rotterdamse Schaakbond in het zonnetje gezet. Corry Vreeken was Neerlands sterkste vrouwelijke schaker in de jaren zestig en ook nog wel daarna, tot de komst van Katy van der Mije in 1974. Haar verdiensten reiken verder dan dat.

Corry Vreeken met Marleen van Amerongen bij haar benoeming tot Lid van Verdienste van de KNSB. Foto: Frans Peeters.

Als Corry Bouwman werd ze in 1928 geboren in Enkhuizen. Haar levensloop baseer ik hier voor een groot deel op het verhaal van Dirk Jan ten Geuzendam in het tijdschrift Matten in 2010. Op haar achttiende leerde Corry schaken, in een periode dat ze in het ziekenhuis lag. Ze werd lid van de schaakclub VVV in Alkmaar. Corry was een charmante jongedame en er waren altijd wel mannen die haar graag les wilden geven.
Ze trouwde met Piet Vreeken, ook een schaker. Hij accepteerde dat Corry regelmatig toernooien speelde in binnen- en buitenland. Ook met haar werk, ze had diverse administratieve banen, kon ze dat regelen. Van 1960 tot 1970 werd Corry Vreeken vijf van de zeven keer kampioen van Nederland bij de dames. Daarmee was ze de opvolgster van Fenny Heemskerk, die vanaf 1937 vrijwel onafgebroken kampioen was. Nadat Vreeken haar in 1960 onttroonde, kreeg Heemskerk in 1961 nog wel een revanchematch, die ze won. Daarna was Vreeken de sterkste. Toen Fenny Heemskerk in 2007 overleed, belde ik Corry Vreeken voor een artikel in Schaakmagazine. Ze vertelde onder andere dat ze een haat-liefdeverhouding had met haar rivale. Ze konden goed met elkaar opschieten, maar als Corry hoger eindigde in een toernooi, deed Fenny lelijk tegen haar. Tegen Ten Geuzendam zei ze hetzelfde.

 

Hans Bouwmeester
Fenny Heemskerk was rond 1950 een wereldtopper, maar Corry Vreeken meent, zo zei ze voor Matten, dat ze in de jaren zestig sterker was dan Heemskerk ooit was geweest. Ze boekte internationaal ook goede resultaten. Ik geloof haar wel, Vreeken speelde in de jaren zeventig met Rotterdam in de hoofdklasse en Heemskerk kwam niet in de buurt van dat niveau. De twee kregen in de jaren zestig samen training van Hans Bouwmeester. Vreeken in Matten: “Dat moest dan altijd samen met Fenny en Fenny had altijd meteen haar antwoord klaar als ik nog zat te denken. Of ik dacht, het zal wel zo zijn, maar dan had Fenny het alweer gezegd. En dan zei Bouwmeester: ‘Fenny, ja die snapt het’. Ik had dan meestal dat antwoord ook wel maar ik was niet zo snel om dat uit te roepen.”

Lees meer >

Hans Bouwmeester 90 jaar

Een dag nadat we Hans Ree in het zonnetje zetten vanwege zijn 75e verjaardag, bereikte een andere icoon van het Nederlandse schaken een kroonjaar. Hans Bouwmeester werd maandag 90 jaar. In de Top-40 en de Canon hier op Schaaksite kunt u lezen hoe ik het schaakleven van Bouwmeester heb samengevat.

 

In de Top-40 had ik Bouwmeester op plaats 21 gezet. Toen de serie klaar was, kreeg ik een mail van Coen Zuidema, Nederlands kampioen in 1972. Hij had geen commentaar op de volgorde die ik had gekozen, behalve op de positie van Bouwmeester. Die moest in de top tien staan. Belangrijkste overwegingen van Zuidema waren dat Bouwmeester in de jaren vijftig en zestig de onbetwiste nummer drie was achter Euwe en Donner en bovendien dat hij een van onze allergrootste Olympiadespelers was, wat nota bene in mijn verhaal stond.

Nou was Bouwmeester tijdens het WK-jeugd van 1961 in Den Haag secondant van Zuidema, die daar verrassend vierde werd. Sindsdien zijn ze altijd bevriend gebleven. Dat doet echter niets af aan Zuidema’s argumenten. Sterker nog, ik kan me goed voorstellen dat er schakers zijn die zeggen: Bouwmeester was toch groter dan zijn tijdgenoten Van Scheltinga en Cortlever, die hoger staan in de Top-40? Mogelijk was hij sterker, maar jammer is dat hij dat niet liet zien waar hij dat moest laten zien, namelijk bij de Nederlandse kampioenschappen. Daar werden Van Scheltinga en Cortlever vaak tweede of derde achter Euwe. En Bouwmeester? Die deed bijna nooit mee. In 1952 debuteerde hij met een gedeelde vijfde plaats, maar bracht hij wel Euwe zijn eerste nederlaag op een NK toe sinds 1924. In 1957 werd Bouwmeester gedeeld tweede achter Donner. Pas in 1967 speelde hij zijn derde en laatste NK. Bouwmeester werd samen met Ree eerste, maar verloor de barragematch met 2½-1½.

Lees meer >

Hans Ree 75 jaar

De redactie van Schaaksite feliciteert Hans Ree met zijn 75e verjaardag, deze zondag. Je kunt je afvragen of het fijn is om 75 te zijn, maar ik schrijf het toch zo. Wat namelijk beslist een felicitatie waard is, is dat Ree nog steeds volop actief is.

Hans Ree in Spakenburg in 2018. Foto: Frans Peeters.

Niet alleen achter zijn bureau, met het schrijven van zijn wekelijkse rubriek (en meer), maar ook nog ‘in het veld’. Op de eerste foto is hij actief bij het Fish Partners Toernooi in Bunschoten-Spakenburg. Dat is wel een uitzondering, toernooien speelt Ree nauwelijks meer. Maar in de eerste klasse van de KNSB-competitie scoorde hij afgelopen seizoen met Caïssa met 4½ uit 8 naar wens. Zijn team werd kampioen en speelt komend seizoen dus in de Meesterklasse. Het is te verwachten dat Ree met zijn teamleider zal overleggen of hij aan een hoog bord blijft spelen.

Voor dat Fish Partners Toernooi werd Hans Ree beide keren (vorig en dit jaar) uitgenodigd. Dat lijkt bijzonder, maar sponsor Peter-Frans Koelewijn begon te schaken in de jaren zeventig en wilde graag zijn oude helden Ree, Timman en Van der Wiel weer eens in actie zien. Daarnaast kwamen ook jongere topspelers van nu in actie.

Natuurlijk begreep Ree dat hij was uitgenodigd als sterke schaker, maar vooral als grootheid uit het verleden. Voor hoe groot hij was, kan ik verwijzen naar deze aflevering in mijn Nederlandse top-40 aller tijden. Dat hoef ik dus niet te herhalen, maar samengevat noem ik hem de nummer één van Nederland van zijn eerste nationale titel in 1967 tot de eerste titel van Timman in 1974. Donner acht ik in die periode gelijk met hem, maar Ree werd drie keer kampioen en Donner niet één keer. Bovendien won Ree in 1971 een match van Donner met nipt verschil: 4½-3½. In 1973 vond de Amsterdamse Vierkamp plaats. Ree en Donner scoorden 6½ uit 12, Timman en Sosonko elk een punt minder. Deze vier spelers noem ik vaak de ‘grote vier’ van de jaren zeventig. In 1982 werd Ree voor de vierde keer kampioen. In 1972 stond hij op plaats 95 van de wereldranglijst. Dat lijkt zijn beste tijd, met bijzondere toernooiresultaten in Amerika en Canada. Maar van 1978 tot 1983 stond hij weer in de top honderd, met plaats 61 in januari 1980 als hoogste.

Lees meer >

Schaakhistorie (17) : Het diepe inzicht van Manuel Bosboom

Gedeeld winnaar van het Open kampioenschap van Nederland in Dieren, deze zomer, dat is het grootste succes dat Manuel Bosboom in zijn schaakcarrière heeft behaald. Althans in het klassieke schaken.

Bosboom in 2018. Foto: Frans Peeters.

In het snelschaak kent iedereen natuurlijk zijn overwinning op Gari Kasparov in 1999 en zijn toernooizeges, die niet meer te tellen zijn. Zelf is hij er ook niet de man naar om daar statistieken van bij te houden. Volgens zijn Wikipedia-pagina heeft hij het snelschaaktoernooi van Amstelveen achttien keer gewonnen. Dat zou heel goed waar kunnen zijn. Het totaal aantal toernooizeges zou best boven de honderd kunnen liggen.
Kijkend naar statistieken zou je zeggen dat Manuel Bosboom (geboren 24 januari 1963) zijn toptijd had rond 1990. Van 1988 tot en met 1992 plaatste hij zich vier van de vijf keer voor het Nederlands kampioenschap. In 1990 werd hij gedeeld vijfde na overwinningen op Van der Wiel, Nijboer, Douven, Pliester en Blees. De andere keren scoorde hij onder de vijftig procent. Dat deed hij ook in 2000, 2004, 2007 en 2008. Na dat laatste NK kon hij wel zeggen dat hij dus twintig jaar tot de Nederlandse top behoorde. Tijdens de editie van 2000 viel hij op door tegen de computer Fritz $$$, waarvan de deelname omstreden was, uit protest na een paar zetten op te geven. Schaken tegen een computer past helemaal niet bij Bosboom.

 

Grootmeesternormen
Dieren noem ik Bosbooms grootste succes omdat ik het een toernooiwinst noem, al werd Casper Schoppen officieel tot open kampioen uitgeroepen. Zijn prestatie op het open toernooi Leeuwarden 1997 was echter minstens zo groot. Achter Sokolov en Gleizerov werd Bosboom derde, samen met Speelman, Van Wely en Lobron, voor onder anderen Van den Doel, Landa, Reinderman en Nijboer. Het was zijn eerste grootmeesternorm. Dieren was op rating een grootmeesternorm, maar gold niet omdat Bosboom niet genoeg grootmeesters tegen zich kreeg (maar één) en niet genoeg buitenlanders (ook één).
Bosboom is een van de topscorers aller tijden in de hoogste klasse van de KNSB-competitie. Daarin speelde hij voor HWP Zaandam, VAS, Amstelveen, Rotterdam, De Variant, Apeldoorn en En Passant. Met die laatste club boekte hij twee grote individuele successen. Bij de Europacup 2013 op Rhodos scoorde hij 5 uit 7, wat een grootmeesternorm was. Dat herhaalde hij een jaar later in Bilbao, waar hij Peter Leko versloeg.

Lees meer >

Schaakhistorie (16) : De vijf grootste NK-stunts

De nummer laatst op rating, Lucas van Foreest, werd zondag kampioen van Nederland. Een grotere stunt is niet denkbaar. De vergelijking dringt zich op met Hein Donner, die in 1950 werd toegelaten tot de hoofdgroep van het Hoogovenstoernooi omdat hij twee keer de reservegroep had gewonnen. Maar, zo zeiden diverse officials bij de openingsceremonie gewoon hardop, de jongeman moest niet teleurgesteld zijn als hij laatste zou worden, want dat was zijn te verwachten plek. Donner won het toernooi.

Gert Ligterink drie jaar voor zijn NK-titel van 1979. Foto: Nationaal archief.

In de geschiedenis van het Nederlands kampioenschap is er geen stunt die zo groot is als die van Lucas van Foreest. Uiteraard kijk ik dan alleen naar kampioenen. Albert Blees stond in 1989 rondenlang aan kop, maar won niet. Daniel Stellwagen was in 2003 de jongste deelnemer ooit (16) en won zijn eerste vier partijen. Hij werd gedeeld tweede. Als ik de titel van Rini Kuijf in 1989 een stunt zou noemen, zou ik hem beledigen. Hij was er gewoon sterk genoeg voor. Jan Smeets werd in 2010 kampioen voor Giri en Van Wely. Dat was zeker een stunt, maar hij was twee jaar eerder ook al kampioen geweest en stond hoog op de Nederlandse ranglijst. Frans Kuijpers dan, in 1963, anderhalf punt voor Donner die tweede werd. Ja, maar Kuijpers was drie keer jeugdkampioen van Nederland geweest, dus zijn succes kwam niet uit de lucht vallen. Hij verloor wel van Donner, maar die verloor van outsider Sarink en speelde te veel remises. Hieronder mijn top vijf van grootste stunts.

 

Nummer 5: Hein Donner (1954)
Onverwachts kun je het niet noemen, dat de 52-jarige Max Euwe na een hegemonie van 33 jaar zijn titel eens zou kwijtraken. In 1952 had hij al voor het eerst sinds 1924 een partij op het NK verloren en wel van Hans Bouwmeester. Nu verloor hij een partij van Nico Cortlever, door een blunder. Daardoor eindigde Hein Donner, die remise speelde tegen Euwe, een punt voor Cortlever en Euwe. Anderhalf jaar later won Euwe een revanchematch van Donner met 7-3 zonder nederlagen. Zoals in de inleiding staat, had Donner al eens het Hoogovenstoernooi gewonnen. Maar omdat hij de geschiedenis in ging als de man die Euwe onttroonde en omdat Euwe zo overtuigend de revanchematch won en dus nog wel degelijk sterker was, geef ik Donner toch de vijfde plaats in deze lijst van NK-stunts. Na de match besloot Euwe niet meer aan het NK deel te nemen. Zijn tijd was voorbij.

 

Nummer 4: Rudy Douven (1988)
Timman en Sosonko speelden niet mee, maar Van der Wiel was in 1988 een wereldtopper en Kuijf, Van der Sterren en misschien al de jonge Piket werden ook sterker geacht dan Rudy Douven.

Lees meer >

Schaakhistorie (15) : Bijzondere winnaars bij HSG Open (2006 tot heden)

Als Loek van Wely komend weekend het HSG Open wint, is dat zijn eerste toernooiwinst sinds hij op 11 juni benoemd werd tot Lid van de Eerste Kamer. Je kunt het ook andersom zeggen: het HSG Open zou dan voor het eerst een politicus als winnaar krijgen. Daarmee zou hij in een mooi rijtje komen, het Hilversumse toernooi heeft meer bijzondere winnaars gehad.

Robin van Kampen, hier op een foto van Frans Peeters uit 2015, was een van de HSG’ers die het toernooi wonnen.

2006
In 2006 haalde Jan Nagel het Nederlands kampioenschap van Leeuwarden naar Hilversum. De organisatie was in handen van de KNSB, maar HSG kreeg uiteraard de gelegenheid op het toernooi mee te liften. Dat deed de club door het organiseren van een internationaal grootmeestertoernooi: het HSG Open. Nou ja, internationaal… van buiten Nederland meldde niemand zich aan. En grootmeestertoernooi… Karel van der Weide was de enige deelnemende grootmeester.
Van der Weide was oppermachtig, hij won alle negen partijen. Helemaal van een leien dakje ging dat niet, tegen HSG’er Kees Nagtegaal kwam hij verloren te staan. In een artikel op de KNSB-site schreef Van der Weide dat hij in gewonnen stelling een slechte zet deed toen hij vanuit een ooghoek de door hem gehate schaakjournalist J.H. zag binnenkomen. Nagtegaal profiteerde, zette het bord in brand maar maakte een fout in de afronding. Hij werd tweede, samen met clubgenoot Herman van Engen en de jonge Stefan Kuipers uit Apeldoorn. Het gat achter Van der Weide bedroeg maar liefst drie punten.

2007
Een jaar later deed zich het merkwaardige feit voor dat het prijzengeld van het NK daalde en dat van het HSG Open steeg. Het resultaat was ernaar: er meldden zich zeven grootmeesters. De Georgiër Mikheil Mchedishvili had de hoogste rating, maar werd tweede. Tot grote vreugde van de organisatie ging de hoofdprijs naar Humpy Koneru uit India, een van de twee vrouwen in het veld van 74 deelnemers. Normunds Miezis uit Letland werd derde. Op de gedeelde vierde plaats eindigden elf spelers, onder wie titelverdediger Van der Weide en de twaalfjarige Robin van Kampen.
Nagtegaal, die 23e werd, speelde ook nu weer een opvallende rol. Hij was een van de weinigen die het Koneru lastig maakten. Sterker nog, hij stond waarschijnlijk gewonnen, zag dat hij voor de laatste zet voor de tijdcontrole nog veertien seconden had en ging eens rustig nadenken welke van drie sterke zetten hij zou spelen. Te rustig, de veertien seconden waren om voor hij er erg in had.

2008
Ook het derde toernooi, inmiddels met Intomart GfK als hoofdsponsor, had een leuke winnaar: de dertienjarige Anish Giri. De nieuwe Nederlander scoorde zijn eerste grootmeesternorm.

Lees meer >

Een youtube-playlist met filmpjes Bogoljubow, Capablanca, Euwe, Botwinnik etc.

Op Youtube is veel te vinden, dus ook filmpjes van vroeger over schaken. Iemand heeft een playlist gemaakt waarin veel van deze filmpjes verzameld zijn. Euwe met Capablanca en met Aljechin, Botwinnik met Flohr en met Petrosjan, Fischer, Tal, Spassky, Karpov en zelfs een (helaas erg kort) filmpje uit de jaren ’20 met o.a. Bogoljubow en Reti!

Lees meer >

Schaakhistorie (14) : De onverwoestbare Zhaoqin Peng (1997 tot heden)

Zhaoqin Peng doet niet mee aan het Nederlands kampioenschap, hoewel ze die deelname eerder wel had toegezegd. Ze vraagt zich af wat haar deelname nog zou toevoegen aan haar veertien titels. Nu vindt ze het tijd voor de jongere generatie, die ze graag wil trainen en begeleiden. Dat zei ze tien jaar geleden ook. Vorige week speelde ze haar afscheidswedstrijd voor En Passant. Dat deed ze vorig jaar ook. Maar dat geeft niet, Peng mag zo vaak afscheid nemen als ze wil, als ze maar steeds weer terugkomt. Intussen is dit een mooie aanleiding haar geschiedenis eens op een rijtje te zetten.

Alle foto’s: Harry Gielen, 2017/2018

 

Kennismaking met Nederland
Zhaoqin Peng werd geboren op 8 mei 1968 in Canton, China, nabij Hongkong. Pas op haar twaalfde leerde ze schaken, maar twee jaar later werd ze al derde bij het Chinese vrouwenkampioenschap. Ze ging naar een sportinternaat en werd drie keer kampioene van China. Op de Olympiade van 1988 behaalde ze een gouden medaille aan het derde bord.
In 1994 nam Peng in Tilburg deel aan het WK-kandidatentoernooi dat tegelijk met het Interpolis-toernooi plaatsvond. Daar maakte ze niet alleen kennis met Nederland, maar ook met een man, die in de organisatie actief was. Een jaar later reisde ze na een paar toernooien in Joegoslavië weer door naar Nederland, om met deze man te trouwen. Ze had het gevoel dat ze in China niet voldoende zelf over haar leven kon beslissen, ze wilde meer vrijheid, een nieuw leven.
In 1997 nam Peng voor het eerst deel aan het Nederlands kampioenschap voor vrouwen. Haar doel was vooral zich in het Nederlandse schaakleven op de kaart te zetten. Winnen was vanzelfsprekend, na zes zeges sloot ze af met drie remises, waarmee ze anderhalf punt voorbleef op de nummers twee. Tegen Jeroen van den Berg zei ze voor het bondsblad: “Nu ik mij in Nederland gevestigd heb, vind ik het belangrijk om de titel een keer te winnen. Dan weten de mensen tenminste dat ik hier ben. Bovendien wil ik mijn vrouwelijke collega’s graag eens ontmoeten.” Het niveau van haar tegenstanders viel haar tegen: “Het is beduidend lager dan wat ik gewend was. Ik kon het me hier zelfs ongestraft permitteren om tweemaal met 1.e2-e4 te openen, wat ik normaal nooit doe.” Na de zes zeges vond ze het moeilijk geconcentreerd te blijven.

Lees meer >

Elias Stein, Nederlands topschaker

Op welke positie plaatsen we Elias Stein in de historische rangorde van Nederlandse schakers?

Weinigen zullen ooit van hem hebben gehoord. Ik ook niet, totdat ik een aantal antieke boekwerken geschonken kreeg van Henk van der Linden. Henk moest zijn mooie woning in Rozendaal vanwege gezondheidsproblemen verruilen voor een kleinere behuizing waar hij helaas al enkele maanden later, in maart 2012, overleed. Hij moest dus voor zijn verhuizing ontspullen en ik prijs me gelukkig met zijn gift.

Lees meer >

Schaakhistorie (13) : Vijf keer Loek van Wely in Leeuwarden (2001-2005)

In 2000 won Loek van Wely zijn eerste Nederlands kampioenschap, in Rotterdam. Er volgden er nog vijf op rij, alle vijf in Leeuwarden. Dit verhaal schreef ik voor het Friese tijdschrift Skaakstikken, waarvan onlangs het derde nummer verscheen.

Het Friesche Vlag Toernooi is legendarisch. Van 1969 tot en met 1981 vond het Nederlands kampioenschap dertien keer in Leeuwarden plaats. Kampioen werden Hans Ree (twee keer), Eddie Scholl, Coen Zuidema, Genna Sosonko (twee keer), Jan Timman (zes keer), Viktor Kortchnoi en Gert Ligterink. Wie nu denkt dat ik niet kan tellen: jawel, Timman en Sosonko werden een keer samen kampioen. In 1982 vond de eerste helft in Amsterdam plaats en de tweede helft in Drachten. Ree werd weer kampioen.
Ook in 1942 had het NK in Leeuwarden plaatsgevonden, maar in de vorm van een kandidatentoernooi. Winnaar A.J. van den Hoek mocht Euwe uitdagen voor een titelstrijd, die de arme man met 8-2 (vier remises) verloor. In 1904 vond in Leeuwarden een bondstoernooi plaats dat al sinds 1873 bestond en veel later ‘onofficieel NK’ werd genoemd. Winnaar werd D. Bleijkmans.
Voor de schaaksport is het mooi als het NK door het land trekt. Dat het in 2019 voor de achtste keer op rij in Amsterdam plaatsvindt is voor mij wel prettig (ik woon in Baarn), maar iedere Fries, Zeeuw of Limburger die zegt dat dat niet de bedoeling is, geef ik groot gelijk.
Toch kwamen Friezen er goed vanaf, want vanaf 2001 werden er weer vijf NK’s in Leeuwarden gespeeld. Dat brengt het totaal op 20 in 75 edities, Drachten meegeteld. Of 19 van de laatste 51 keer, dat is een nog veel hoger percentage.

 

Mannenwereld
Mijn eerste kennismaking met het NK in Leeuwarden, in 2001, begon een beetje raar. Nadat ik een uur in de auto had gezeten, had ik behoefte mijn blaas te legen. Ik stopte op een prachtige parkeerplaats bij het Tjeukemeer. In de bosjes had ik tijdens mijn handeling een geweldig uitzicht.

Lees meer >