Om des Keizers baard
Filmhuis Cinecitta te Tilburg was zaterdag 2 april weer het toneel van de thuiswedstrijden van De Stukkenjagers. Het eerste team trad aan tegen het Amsterdamse Caissa, met als inzet ‘des Keizers baard’. Uh? Laten we meteen maar even een etymologisch woordenboek raadplegen om te zien waar deze uitdrukking vandaan komt.
- Om des keizers baard betekent ‘zonder enig belang’. Zo is een wedstrijd om des keizers baard een wedstrijd waar niets van afhangt.
- De uitdrukking komt waarschijnlijk uit het Duits, waarin um des Kaisers Bart streiten voorkomt. Dit is volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) mogelijk een verbastering van um den Geissenbart streiten (dus om de ‘baard’ van een geit). En dat zou weer een vertaling zijn van het Latijnse de lana caprinia rixari (‘ruziemaken over geitenwol’, een zinsnede uit de Epistulae van Horatius). In het desbetreffende hoofdstuk stelt Horatius quasi-serieus de vraag aan de orde of je geitenhaar ‘wol’ zou mogen noemen, net als een schapenvacht. Deze discussie ging later symbool staan voor een nutteloze discussie in het algemeen. Van Dale (2005) geeft bij de lana caprina dan ook de betekenis ‘over niets (ruzie maken)’.
Zo, weet u dat ook weer. Schaken waar dus niets vanaf hangt, wat wenst een mens zich nog meer? De Amsterdammers traden aan met maar liefst twee grootmeesters: de oudgedienden Paul van der Sterren en Hans Ree. Beide Kampioen van Nederland geweest. Van der Sterren werd het twee keer (in 1985 en in 1993), Ree werd kampioen in 1967, 1969, 1971 en 1982.
Omdat wij invaller Arend-Jan van Meerwijk hadden opgesteld, zakte ons ratinggemiddelde onder dat van hen en dat leek ons op voorhand een goed idee om deze niet te onderschatten tegenstander zand in de ogen te strooien.
Zelf mocht ik aantreden tegen Paul van der Sterren, die zich een tijd geleden zijn professionele schaak carrière beëindigd had en zich had toegelegd op het schrijven van boeken.
Lees meer >