Boekenrubriek

Recensie: de wereld van het online streamen

Een relatief recent fenomeen is het streamen van games: mensen die een (computer)spel spelen en ondertussen zowel hun beeldscherm als hun webcam-beeld delen met de wereld. Schietspellen als Call of Duty en Fortnite, of een voetbalspel als FIFA worden op deze manier al door duizenden mensen gestreamd en door een veelvoud daarvan live bekeken: gemiddeld kijken er meer dan een miljoen mensen tegelijkertijd live naar dergelijke streams op de grootste streamingsite  www.twitch.tv.

Ook de schakers hebben inmiddels de weg naar het streamen gevonden, en dat is natuurlijk ook een hele logische stap: ons spel wordt al veelvuldig online gespeeld en andermans partijen konden ook in de begintijd al door geïnteresseerden bekeken worden. Voeg daar een webcam en geluid aan toe en je bent een streamer! En niet de minste namen hebben deze stap genomen: onder andere Carlsen en Nakamura streamen regelmatig.

Lees meer >

Twee presentaties rondom het Damegambiet

Één van de meest gespeelde openingen ontstaat na de openingszetten 1.d2-d4 d7-d5, het Damegambiet. In elk geval zullen deze beginzetten in partijen van clubschakers zeer regelmatig op het bord verschijnen. Vandaar dat het nieuwe boek van ondergetekende, dat de afgelopen zomer is verschenen, de titel heeft gekregen: ‘Begrijp wat je doet deel 2, Damegambiet structuren’. Het boek is een zeer uitgebreide aanvulling op de artikelen ‘Begrijp wat u doet’ die de auteur voor het blad van de KNSB, Schaakmagazine, verzorgt. Dit boek, het tweede in een reeks, geeft een overzicht van stellingen, hun bijbehorende plannen en concepten die ontstaan in het Damegambiet. Het boek is in het Nederlands geschreven en wordt uitgegeven bij de Belgische Uitgeverij Thinkers Publishing.

Magnus Carlsen aan het werk in Wijk aan Zee (foto Frans Peeters)

Van het Damegambiet wordt wel eens gezegd dat elke speler deze opening absoluut een keer gespeeld moet hebben. Vrijwel alle wereldkampioenen hebben de opening op hun repertoire gehad omdat bekend is dat het inzicht in verschillende structuren hierdoor vergroot wordt. Het begrip van de diverse pionnenstructuren, zoals de geïsoleerde pion of de hangende pionnen, is dermate belangrijk, dat hierdoor meer diepgang in het spel kan worden bewerkstelligd. In het boek wordt aangegeven hoe men plannen en concepten kan

afleiden aan de hand van een pionnenstructuur. Via de teaser kan men hiermee al even bekijken hoe dat in zijn werk gaat.

 

Speciaal voor de geïnteresseerde bezoeker van Schaaksite geef ik hieronder een sterk staaltje dat in het boek is opgenomen waarin de huidige wereldkampioen een oud-wereldkampioen weet te verslaan puur op basis van een zwakte in de pionnenstructuur. De twaalfde zet uit deze partij werd dat jaar uitgeroepen tot het ‘Nieuwtje van het jaar 2016’. Carlsen kreeg de prijs overhandigd, maar schonk hem onmiddellijk aan zijn secondant Jon-Ludvig Hammer, die de geweldige en op het ook zeer bizarre zet in de studeerkamer had bedacht.

Lees meer >

Introductie in het Hypermodernisme: Réti revisited

Introductie in het Hypermodernisme: Réti revisited

Wat is de aantrekkingskracht van Richárd Réti’s (1889 – 1929) ‘hypermoderne’ benadering van de opening? De inmiddels alweer lang overleden meester van de moderne school hield van fianchetto’s, van spel over de flanken, en beslist niet van het strikt navolgen van de traditionele Gouden Regels. Pionnen in het centrum kunnen een kwetsbaarheid zijn, meer nog dan een vaste waarde. Daarnaast waren er zelfs toen al genoeg partijen verspeeld met steeds maar weer diezelfde beginzetten. Ik kan me zo voorstellen dat Réti zuchtend langs de schaaktafels liep als hij overal 1. d4 – d5 en 1. e4 – e5 op de borden zag staan. Nee, de meester van het hypermodernisme beroemde zich op de flexibiliteit van zijn openingsaanpak. Met 1. Pf3! zou hij maximaal kunnen anticiperen op het spel van zijn tegenspeler, of deze nou een agressieve of positionele speelstijl zou willen hanteren.

 

Maar elk “nadeel heb z’n voordeel”, en zo zit het ook met het schaakhypermodernisme. De flexibiliteit gaat ten koste van het scherpe gevecht om een openingsvoordeel. Want wie de teugels laat vieren kan niet garanderen dat hij in het zadel blijft zitten. Daarmee bedoel ik natuurlijk niet te zeggen dat de tegenspeler steeds beroep kan maken op dat voordeeltje, slechts dat de flexibiliteit, waar ook hij van profiteert, hem de mogelijkheid verschaft om voor dat voordeel te strijden. Maar dat spreken over voordeeltjes is iets dat voornamelijk relevant is voor computers en misschien voor heel sterke meesters. Voor ons liefhebbers, maar toch ook voor de meeste meesters, speelt het menselijke aspect een veel belangrijkere rol: heeft de tegenspeler moeilijkheden om een plan te vinden? Wordt haar stelling steeds bedreigd? Kan zij ‘vrijuit’ spelen en het initiatief nemen, of loopt zij achter de feiten aan?

Lees meer >

Boekrecensie – Endgame virtuoso Magnus Carlsen

 

Ik had gehoopt betere resultaten te boeken in de zomertoernooien. Het Nederlands Kampioenschap eindigde nog met een acceptabel resultaat en op het Open NK in Dieren begon ik veelbelovend met 3 uit 4 tegen sterke tegenstand.

Ronde 5 werd het keerpunt van de hele schaakzomer. Met wit tegen Casper Schoppen speelde ik een goede partij waarna we in onderstaand eindspel terechtkwamen

 

 

Keer op keer verzuimde ik de genadeklap uit te delen en naarmate de partij vorderde in de warme speelzaal, zag ik steeds minder en minder en werd het geloof in een goede afloop steeds onzekerder. Toen ik uiteindelijk toch dacht vorderingen te maken, trakteerde Casper me op een geweldige truc.

Leenhouts – Schoppen

71… Txc7+! 72. Kxc7 Pe6+! en remise is onvermijdelijk. Casper speelde hierna een beresterk toernooi en scoorde een prachtige grootmeesternorm, terwijl ik in de zomer maar liefst 40 ratingpunten, en een aantal illusies, verloor. Veel punten gingen verloren in het eindspel, dus wat meer aandacht hiervoor aan de hand van het nieuwe boek Endgame virtuoso Magnus Carlsen dat verscheen bij uitgeverij New in Chess kan geen kwaad. 

Lees meer >

Grandmaster Chess Strategy van IM Guido Kern en FM Jürgen Kaufeld

Inleiding

In deze recensie bespreek ik het boek Grandmaster Chess Strategy (New in Chess, 2011) van twee Duitse schaaktrainers, IM Guido Kern en FM Jürgen Kaufeld. Dit werk is al wat ouder, maar het onderwerp is strategie waardoor de kennis niet zal verouderen. Bovendien heeft het boek een zekere reputatie omdat het voor diverse prijzen genomineerd is en vele goede kritieken heeft ontvangen, zoals van niemand minder dan Simen Agdestein (de voormalige trainer van Magnus Carlsen) en Péter Lékó.

Lees meer >

Recensie: The chess toolbox

‘The chess toolbox’ is een naam die wat mij betreft niet beter gekozen had kunnen worden door auteur Thomas Willemze. De analogie gaat best wel ver: het boek een grote variatie heeft aan gereedschap, de gereedschapskist is op het eerste gezicht wat rommelig (maar is dat niet, kom ik op terug) en, last but not least, het gereedschap is alles behalve bot, krom of verroest. Hoewel IM John Watson in het voorwoord van het boek (beschikbaar in sample pages op newinchess.nl) al een hele mooie recensie schrijft met daarin een goed overzicht van het boek, hoop ik jullie door middel van deze recensie nog een extra kijk te geven op het boek.

Lees meer >

Bologan’s King’s Indian: A modern repertoire for black

Een opening die leidt tot veelal gecompliceerde stellingen en die vroeger als wapen gold voor grootheden als Fischer en Kasparov. Uiteraard hebben we het over de KID (King’s Indian Defence). Deze twee grootheden die dit meermaals met succes hebben gespeeld, wisten er natuurlijk ook veel vanaf. Helaas voor de wat luiere schakers onder ons, is dit ook hard nodig om de KID met succes te kunnen spelen. Het is een leuke opening die kan lijden tot ongebalanceerde stellingen waarbij een creatieve geest altijd van pas komt.

Lees meer >

The Full English Opening

Na The Gambit Guide to the English Opening: 1…e5 (1999) en The Symmetrical English (2000) komt de Deense FM Carsten Hansen opnieuw met een boek over het Engels: The Full English Opening. Naast 1.c4 e5 en 1.c4 c5 (daarover gaan de boeken uit 1999 en 2000) komen nu ook de Indische openingen aan bod, evenals de Slavische en Hollandse opstelling tegen het Engels. Ik was erg benieuwd naar dit boek, omdat het Engels al een tijdje op mijn repertoire staat. Daarnaast is het een hele kunst om de volledige Engelse opening in één boek te bespreken.

Geen boek over openingstheorie

In de inleiding (zie voorbeeldpagina’s) wordt al meteen duidelijk dat het boek in kwestie geen traditioneel openingsboek is. De theorie van het Engels kan wel een update gebruiken volgens de schrijver, maar hij acht het belangrijker om de fundamentele concepten van de Engelse opening te bespreken. Vandaar ook de ondertitel van het boek, Mastering the Fundamentals.

Lees meer >

Hoe Grünfeld zijn been verloor

Toen ik de aankondiging zag van de verzamelde schaakrubrieken van Gerben van Manen, schrok ik. Schreef hij fantasieverhalen in de Leeuwarder Courant? Nee, Ernst Grünfeld had een houten been en Van Manen heeft met hem in de auto gezeten.

Gerben van Manen schreef de schaakrubriek in de Leeuwarder Courant van 1998 tot 2009. Bij de grote landelijke kranten is deze taak altijd in handen geweest van sterke schakers, minstens van meestersterkte. Bij de regionalen verschilt het. Sterke schakers waren daar bijvoorbeeld Herman Grooten (Eindhovens Dagblad, rubriek opgeheven) en Erik Hoeksema (Dagblad van het Noorden, rubriek vervangen door die van de Leeuwarder Courant). Tot de zwakke schakers onder de rubricisten mag ik mezelf (Hollandse Media Combinatie) rekenen met mijn rating van 1918. Anderen zal ik maar niet noemen. Van Manen zit ertussenin. Hij speelde van 1978 tot 1984 met Philidor Leeuwarden in de hoofdklasse en scoorde daar 50 procent. Hij is geboren in 1946 en toen hij op z’n 52e begon met zijn schaakrubriek, kon je hem dus omschrijven als iemand die op hoog niveau geschaakt had, dat achter zich had maar nog ruim genoeg begrip had voor het spel om erover te schrijven. Hij is trouwens internationaal meester in het correspondentieschaak.

Het ‘wereldje’ kent hij ook als medeoprichter van de Stichting Schaak Friesland, die in de jaren negentig in Leeuwarden vier keer het grote VB-Accountants-toernooi organiseerde. Van Manen is Lid van Verdienste van Philidor.

 

In de korte beschrijving van de auteur die in het boek staat, lees ik dat Van Manen ook een groot verzamelaar is van schaakboeken en -curiosa. Dat verbaast me niets, bij het lezen van het boek. Verhalen, anekdotes, hebben voorrang op verslagen van actuele toernooien. En als hij een toernooi verslaat, springt het verhaal eruit. Of dat karakteristiek is voor zijn rubriek kan ik niet beoordelen, want met een selectie van 56 rubrieken bevat het boek ongeveer 10 procent van alles wat Van Manen in die jaren geschreven heeft. Misschien heeft hij alleen de smeuïge rubrieken uitgekozen, maar aangezien dit een recensie is van het boek, hoef ik dat niet te weten.

Er zijn twee stokpaardjes die in het boek steeds terugkomen. De eerste is het Hoogovenstoernooi. Nou ja, je kunt slechtere stokpaardjes hebben.

Lees meer >

Boekrecensie: Chess Middlegames volume 2 van Ivan Sokolov


Inleiding

Deze recensie gaat over het boek Chess Middlegame Strategies: volume 2 van Thinkers Publishing, geschreven door Ivan Sokolov. Dit boek is het tweede deel uit Sokolovs nieuwe serie over middelspel, die de natuurlijke opvolger vormt van zijn boek Winning Chess Middlegames: An essential guide to Pawn Structures (2009, New in Chess)

 

 

 

Met strategieboeken voelt het soms alsof ik door de bomen het bos niet meer zie vanwege de inhoud en titels die op elkaar lijken, maar Sokolov lijkt een gat in de markt te hebben gevonden. Zijn eerste boek over strategie, Winning Chess Middlegames, was zeer instructief en bevatte veel voorbeelden over pionnenstructuren en waar de stukken aan de hand daarvan heen moeten. De vraag blijft dan – als we het meest instructieve al gezien hebben – hoe moet het vervolg eruit zien? Hoewel de nadruk in Chess Middlegame Strategies minder ligt op pionnenstructuren, legt Sokolov nog steeds haarfijn uit hoe beide kleuren zich het beste op dienen te stellen. Hij neigt hierbij steeds meer richting middenspel, waardoor het boek schommelt tussen opening en middenspel en hieraan zijn unieke structuur dankt.

 

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken:

  1. Sicilian strategies
  2. Spanish piece sacrifice
  3. The Caro-Kann doubled f-pawn
  4. Benoni strategies
  5. Catalan strategies
  6. Knight tales
Lees meer >