Strategic Chess Exercises

Tegenwoordig worden schakers opgeleid door middel van de stappenmethode en daarmee worden hun tactische inzichten goed verbreed en daarnaast zijn er ook verschillende boeken en websites die vol staan met tactiek opgaves om mee te kunnen trainen. Ik zelf heb hiervan ook maar vaak genoeg gebruik gemaakt in mijn schaakcarrière. Wat trucjes vinden in een stelling is het probleem dan ook niet van vele schakers, maar kunnen ze ook altijd zien of ze goed staan zonder dat daarbij een materialistisch verschil komt kijken? Ik maak mezelf hier ook schuldig aan dat dit niet altijd lukt. Natuurlijk zie je het wel eens, maar op het gebied van strategie ondervind ik zelf een stuk meer problemen dan in het tactiek gedeelte. Toen ik dan ook het boek Strategic Chess Exercises van Emmanuel Bricard (peakrating: 2511) voorbij zag komen had ik snel interesse om dit boek door te werken.
Lees meer >
Toen ik in 2012 met enkele vrienden van de Koninklijke Brugse schaakkring een toernooi in het Spaanse Benasque speelde, waren twee van hen, Frederic Decoster en Linton Donovan, in de ban van de Tarrasch-verdediging. Ik was toen net begonnen met het spelen van 1. d4 en met de nuances en subtiliteiten van de Tarrasch-verdediging was ik onbekend. In mijn onwetendheid ging ik ervan uit dat wit makkelijk spel had tegen de geïsoleerde pion op d5. Dat was natuurlijk wel erg kort door de bocht aangezien veel giganten uit het verleden de Tarrasch in hun repertoire hadden. Frederic en Linton lieten me toen zien welke gevaarlijke ideeën zwart tot zijn beschikking heeft en sindsdien had ik altijd wat schrik om de Tarrasch tegen te krijgen, wat ook weer overdreven was. In 2011 verscheen het boek The Tarrasch Defence van Jacob Aagaard en Nikolaos Ntirlis wat gerust een standaardwerk genoemd mag worden. Het boek leidde tot een opleving van de opening die vooral populair was in de jaren 70 en 80. Sinds 2011 heeft men natuurlijk niet stilgezeten en volgens de laatste stand van de theorie heeft zwart volgens mij wat probleempjes. Ik was dus benieuwd wat Alexey Bezgodov zou vertellen in The Art of the Tarrasch Defence dat eind 2017 verscheen bij uitgeverij New in Chess. 
c repertoire for white”. Ulf Andersson, dat is toch de man wiens partijen je bestudeert voor het slapen gaan zodat je sneller in slaap valt? Een schuiver pur sang wiens speelstijl zó droog is dat zelfs het bestuderen van een partij je met frisse tegenzin vergaat? Of toch niet? Is het mogelijk dat je niet één, maar zelfs meerdere van zijn partijen achter elkaar met plezier doorneemt?
