Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom u lid bent van een schaakvereniging en in het verlengde daarvan van de schaakbond? Eerlijk gezegd heb ik daar nooit zo bij stil gestaan. Voor mij was het een vanzelfsprekendheid. Maar door de ontwikkelingen van de laatste tijd ga je er wel over nadenken. Paul van der Sterren schreef onlangs een open brief waardoor mij duidelijk werd dat wij in de schaakwereld ergens een verkeerde afslag hebben genomen.
De schaakbond maakte dit jaar al niet zo’n beste beurt met de behandeling van de coronacrisis. Het beleid in de zomer bleek veel te optimistisch. Men ging er iets te gemakkelijk van uit dat schakers analoog aan zweetsporten wel urenlang tegenover elkaar mochten zitten. Dat terwijl de overheid tot vervelens toe de anderhalve meter afstand er bij het volk had ingeramd (en je handen stukwassen natuurlijk). Men kwam laat tot het inzicht dat ook schakers zich aan de anderhalve meter moesten houden.
Weifelend optreden
Daarna bleef men lang weifelen, terwijl steeds duidelijker werd dat een clubcompetitie er dit jaar niet meer in zat. Er waren gelukkig anderen die wel actie ondernamen. Niet in het najaar, maar al kort na het uitbreken van de pandemie. Ik denk dan met name aan de geweldige inzet van Govert Pellikaan en zijn vereniging uit Groningen. Zij stampten een succesvolle online competitie uit de grond. De bond keek er naar en deed aanvankelijk weinig. Pas onlangs kwam men met een online initiatief. Het is een beetje als mosterd na de maaltijd. Er zijn meer zaken waarbij de bond zwak opereert.
Lees meer >