Columns

Balansen

Als kind las ik eens aan het begin van het nieuwe jaar een vreemde tekst op de deur van een gesloten winkel. ‘Tijdelijk gesloten wegens inventarisatie’. Mysterieus als de boodschap was, dacht ik dat het iets met de voorbije feestdagen te maken had. Nu weet ik dat het een soort lockdown was waarin de middenstand … Meer lezen over Balansen

“Verliezen en verliezen” door Manuel nepveu

Arie is een waardige tegenstander. Als je van hem wilt winnen: werk ze maar! Misschien is hij het vergeten, maar in de vorige eeuw, toen hij bij het eerbiedwaardige DD speelde, hadden we al eens tegenover elkaar gezeten. Ik had Zwart en verloor. Niet zo lang geleden – hij was pas bij Promotie komen spelen – mocht ik weer tegen hem. Lees de hele column in PDF.

Lees meer >

What’s in a name…

De Mierlose Schaak Club begon in 1978 met de organisatie van een jeugdschaaktoernooi, dat is uitgegroeid tot het Open NK Rapidschaak voor Jeugdteams. In 2014 voor de zeventiende en laatste keer met een definitief einde in 2016, altijd in september en toen onder de naam 39e Internationaal jeugdschaaktoernooi Mierlo. Op het hoogtepunt met een deelname van ruim 800 jeugdigen en in 1984 kom ik 460 namen tegen bij de verwerking van de uitslagen.

Lees meer >

Landelijke Ladder

Open brief aan Koos Stolk 

Beste Koos,

Online competitie
Twee dagen geleden ontvingen wij jouw mail, waarin een online competitie wordt aangeboden als voorlopige vervanging van de KNSB-competitie. Een en ander staat netjes uitgelegd op schaakbond.nl/competitie/online-competitie.

Het is een mooi initiatief, op deze manier is er toch nog een landelijke teamcompetitie tussen schaakclubs mogelijk. Het speeltempo vind ik persoonlijk gek,

Lees meer >

De bordenjongen die meneer Donner vergat

Jeroen van den Berg                                    (foto Tata Steel Chess Tournament)

We zijn vereerd met het feit dat Jeroen van den Berg, bekend als toernooidirecteur van diverse grote toernooien (waaronder het Tata Steel Chess Tournament), bereid is om af en toe één van zijn belevenissen, in zijn rijke geschiedenis bij toernooien, voor Schaaksite op te tekenen. Dat een toernooidirecteur de nodige dingen meemaakt, is een eufemisme, maar meestal blijven die binnenskamers. Daarom is het natuurlijk extra leuk als er een tipje van de sluier wordt opgelicht van dingen die achter de schermen gebeuren tijdens een groot toernooi. Dit is de tweede aflevering van een serie columns die hij voor Schaaksite gaat schrijven. 

 

Het is, zelfs voor ons schakers, een vreemde tijd. Toen de tweede golf zich in oktober aandiende, gingen veel schaakclubs weer dicht, nadat zij kort daarvoor – met de beste intenties – juist voorzichtig hun deuren weer hadden geopend. Schaken en corona, het gaat op zichzelf wel samen, want online-schaken is een fraai alternatief. Schaakvrienden treffen elkaar in toernooivorm via – bijvoorbeeld –  de toernooiarena, en hebben ondertussen hun zoom/whatsapp aan staan om zodoende onderling contact te houden over alle prestaties in teamverband. Niet iedereen kent deze vorm van ontspanning ten tijde van de pandemie.

Toch speel ik zelf liever achter een bord met echte stukken, in een goed gevulde speelzaal met na afloop een gezellige nazit. Nu dat voorlopig niet kan, begin ik weleens te mijmeren. Dan denk ik bijvoorbeeld terug aan de tijd waarin al die prachtige technieken nog niet bestonden. Toen pers, publiek en commentatoren nog volledig afhankelijk waren van bordenjongens bij de grote toernooien.

Voor de jongere lezers onder ons: een bordenjongen was in vroegere tijden iemand die de zetten op grote demonstratieborden bijhield voor publiek. Elektronische borden en internet bestonden nog niet. Begin jaren tachtig was ik zelf bordenjongen bij enkele grote toernooien in Nederland. Zo’n toernooi was in zekere zin voor alle in- en externe communicatie volledig afhankelijk van de bordenjongens. Immers, zij voorzagen pers, arbiters en publiek van de meest essentiële informatie: de zetten.

Jan Hein Donner

De leukste herinneringen bewaar ik aan mijn team tijdens de Hoogovenstoernooien. Maar de meest persoonlijke en bijzondere herinnering, stamt van het NK-schaken in Hilversum, in de AVRO-studio. Ik maakte toen mijn debuut als bordenjongen. We werden destijds in ploegen ingedeeld: ofwel je was permanent in de speelzaal om daar alle gespeelde zetten te noteren en tevens voor het publiek bij te houden; ofwel je was permanent in de perskamer om alles daar te coördineren en de inbellende journalisten te woord te staan over de actuele stellingen; ofwel je was verantwoordelijk voor het doorgeven van de zetten aan de commentator van de dag.

Op de dag dat de legendarische Jan-Hein Donner commentaar gaf, was ik op eigen verzoek degene die de zetten naar het commentaar zou brengen. Ik was als jonge, ambitieuze schaker altijd fan geweest van Donner en las zijn verhalen in de Volkskrant en andere uitgaven erg graag. Zodoende had ik als bordenjongen het genoegen om hem voor de eerste (en naar later zou blijken enige) keer de hand te schudden. Opvallend: hij maakte een buitengewoon vriendelijke indruk bij de kennismaking (en dat was hij in zijn stukken lang niet altijd), terwijl hij het ambt bordenjongen zeer bleek te respecteren: “Ik zal vandaag volledig afhankelijk zijn van jou en weet welke zware taak het is om de partijen, vooral in tijdnood, bij te houden. Succes daarmee!”

Lees meer >

“Schaken met Mafalda” door Hans Meijer

Joaquín Salvador Lavado Tejón (17 juli 1932 – 30 september 2020), alias Quino, was een Argentijnse striptekenaar. Quino tekende op het niveau van beroemdheden als Bill Watterson (1958-heden), de man achter Casper en Hobbes, en Charles M. Schulz (1922-2000), de man die Charlie Brown, Lucy, Linus, Woodstock en Snoopy, gestalte gaf. In Latijns-Amerika en Spanje is Quino een begrip maar vreemd genoeg geldt dit niet voor Nederland. Lees de hele column Schaken met Mafalda in PDF.

Lees meer >

“Trappen lopen” door Theo Mooijman

Publicatie van een column geschreven in 2009
Mijn oog valt op pagina 39 van het dagblad van het Noorden van 10 oktober 2009. Vette kop: “De man die Yab Yum maakte en verloor”. En daaronder een foto van een oudere man. Bouwjaar 1935 blijkt uit het artikel. Het was tijd geworden voor een autobiografie. Lees de hele column (PDF)

Deze, en andere columnisten van SV Promotie,

Lees meer >

“Wolfgang Uhlmann” door Manuel Nepveu

Uitgelachen worden door een grootmeester, het zal je maar gebeuren. Mij overkwam het. Met schaakmaten deed ik in 1999 aan het “Dresdner Open” mee, het toernooi dat ons het jaar daarvoor ook al zo goed bevallen was. Dit jaar hadden we uitzonderlijk veel last van wespen. Met behulp van mijn sigaren joeg ik de beesten de stuipen op het lijf. Op zijn minst.

Lees meer >

“En Passant, Dubbelschaak en Promotie” door Hans Meijer

Welke naam geef je aan een schaakclub? Wie een blik werpt op de namen van clubs die aan de KNSB-competitie deelnemen ziet namen van beroemde schakers (Botwinnik, Philidor, Paul Keres), namen van stukken (Het Witte Paard, De Raadsheer, De Zwarte Dame), plaatsnamen (Middelburg, Rijswijk, Venlo), chique schaakgenootschappen (BSG, DD, HSG), af en toe een sponsor (MuConsult Apeldoorn, LSG IntelliMagic, Qonnected Hardenberg),… lees de hele column in PDF

Deze,

Lees meer >

Een catastrofe

Het is 2 juli 1950. Er waait een frisse noordoostenwind. De zomer laat zich niet zien in Rotterdam. 979 km oostelijker is het wél hoogzomer, daar in Szczawno Zdrój, het Poolse stadje niet ver van de grens met Tsjechië, dat tot 1945 Duits was en toen Bad Salzbrunn heette. Zelf was ik me, een baby van nog geen vijf maanden oud, slechts bewust van mijn Rotterdamse wieg. En nog vele jaren daarna kon ik me geen voorstelling maken van het drama dat zich die dag in dat Poolse stadje voltrokken had.

Lees meer >