Schaakhistorie (11) : Polgar-manie in Nederland (1989-1992)
![](https://www.schaaksite.nl/wp-content/uploads/2018/12/Polgar-boek-325x450.jpg)
Quality Chess, 2012
Judit Polgar zal vast nog door vele schaakliefhebbers gezien worden als een jongedame. Ze is echter 42, in de huidige top tien van de wereld zou ze na Anand en Kramnik de oudste zijn. Het is ook al dertig jaar geleden dat ze de wereldtop binnenkwam. Nederland speelde daarbij een belangrijke rol.
Natuurlijk, ook zonder Nederland zouden de Polgar-zussen zijn ‘ontdekt’ en zou Judit een wereldtopper zijn geworden. Maar het is aardig om de rol te zien van een groep jonge Eindhovenaren. In april 1985 beschreef Leon Pliester dit in het bondsblad.
Een jaar eerder waren Johan van Mil, Herman Grooten en Rudy Douven in Boedapest geweest en hadden kennisgemaakt met de familie. Terwijl ze met elkaar ravotten en voortdurend onder de tafel doken (Judit was zeven jaar) wonnen de meisjes moeiteloos van de Nederlandse meesters. Een halfjaar later ging Pliester zelf naar Boedapest, samen met Filip Goldstern en met Van Mil, die hem bij de familie introduceerde. Pliester hield contact en bracht de familie een paar jaar later in contact met Joop van Oosterom. Die bood de zussen maar liefst honderdduizend dollar per jaar aan voor trainingsdoeleinden. Pliester: “Van Oosterom zei: als jullie iets willen hebben, kom maar naar mij en ik regel het.” Een kleine tegenprestatie was, dat de meisjes een paar keer voor HSG zouden spelen, de Hilversumse club die door Van Oosterom werd gesponsord.
Voorpagina’s
Het eerste optreden van Judit Polgar in Nederland was bij het OHRA-toernooi in 1989 in Amsterdam. In de open groep (er was ook een kroongroep met zes spelers) won ze als dertienjarig meisje in de eerste ronde van Hans Ree. De media rukten massaal uit. De Volkskrant zette haar om die overwinning op de voorpagina en na de achtste ronde nogmaals, nadat ze een grootmeesternorm had gehaald. Het NOS-journaal was aanwezig toen ze in de laatste ronde de toernooizege miste. Samen met Gelfand werd ze derde, achter Azmaiparasjvili en Psakhis.
Judit schrijft erover in haar boek ‘How I beat Fischer’s record’ (2012), deel 1 van haar trilogie ‘Judit Polgar Teaches Chess’. Na een aantal goede resultaten was ze aanvankelijk uitgenodigd voor de kroongroep, maar haar vader oordeelde wijselijk dat dat te hoog gegrepen was. Inderdaad, de groep bestond, in volgorde van eindstand, uit Beljavski, Kortchnoi, Speelman, Gulko, Piket en Van der Wiel. Dat zou te gek zijn, meende vader, die zijn oudste dochter Zsuzsa (nu Susan) ook al eens door het ijs had zien zakken.