Schaakhistorie

Oude doos (22): Moeder aller afgebroken partijen

Etmans-Tilstra

Lees meer >

Oude doos (21): NK 1971: Ree en Donner

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

Een oude foto

Joop en Henny van Oosterom

Lees meer >

De L is van Lasker

Het Schaakalfabet is een serie geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, oorspronkelijk geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Zoveel krachtpatsers als bij de K zijn er bij de L niet. Maar ook de keuze tussen lolbroek en leeuwenhart is niet gemakkelijk. De lolbroek is Sam Loyd, geboren in 1841 in Philadelphia, overleden in New York in 1911. Hij bedacht honderden schaakproblemen (meestal lastig, altijd leuk) en duizenden wiskundige raadsels, puzzels en spelletjes. Hij was op dat gebied echt een onovertroffen genie. Maar in deze serie moet hij plaatsmaken voor Emanuel Lasker. Want Lasker is misschien wel de grootste aller tijden.

Dr. Emanuel Lasker is geboren op kerstavond in 1868 in Berlinchen, een gehucht in een prachtig natuurgebied in het noordoosten van Duitsland. Hij stierf in 1941 in New York, gevlucht uit Europa waar hij als zoon van een rabbi, al was hij nog zo beroemd, geniaal en vreedzaam, voor zijn leven moest vrezen.

Lasker was wereldkampioen van 1894 tot 1921. Zevenentwintig jaar lang. Hij won de titel door de eerste officiële wereldkampioen Wilhelm Steinitz verpletterend te verslaan. Hij verloor de titel aan Capablanca, die we al bij de C hebben ontmoet. Maar hij heeft een behoorlijk excuus: er werd gespeeld in Havanna en hij kon absoluut niet tegen het tropische klimaat. En bovendien had hij er zo langzamerhand genoeg van altijd maar wereldkampioen schaken te blijven. Want hij wilde zo verschrikkelijk veel meer.

Lasker was doctor in de wiskunde en de filosofie. Hij schijnt baanbrekende algebraïsche ontdekkingen op zijn naam te hebben, maar hij schreef ook dikke filosofische boeken, die nu staan te verstoffen in universiteitsbibliotheken. Het bordspel Laska, dat zowel op dammen, schaken als go lijkt, is bedacht door Lasker en was voor de Tweede Wereldoorlog behoorlijk populair in Duitsland en Nederland. Bovendien schreef Lasker toneelstukken, die vaak met veel succes werden opgevoerd, en boeken over bridge en skat. Maar wat hij ook deed, hij bleef gewoon de schaakwereldkampioen. Hij kwam er niet onderuit. Hij was gewoon de beste. Dat was zijn lot.

Al als elfjarig jongetje, toen hij met zijn grotere broer Berthold in Berlijn mocht gaan wonen om wiskunde te studeren, moest Lasker schaken om geld te verdienen. Berlijn was een grote wereldstad. Er was van alles te doen en er liepen volop grote meneren rond die in de café’s om geld wilde spelen. Een mooie bijverdienste voor de kleine Emanuel. Hij werd steeds sterker en toen hij in 1888 met een honderd procent score het kampioenschap van het Kaiserhof Café op zijn naam schreef, kreeg hij zo’n reputatie dat hij voor het eerst werd uitgenodigd voor internationale toernooien.

Lees meer >

Oude doos (20): Ron Nep

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

Oude doos (19): Broer Van Oosterom

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

Oude doos (18): Van Scheltinga-Aljechin

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

De K is van Karpov en Kasparov

Schaakalfabet van Huub van Dongen

Lees meer >

Oude doos (17): Het PAM-toernooi (1961)

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

De J is van Jarosj

Het Schaakalfabet is een oorspronkelijk door Huub van Dongen geschreven serie voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Wat een minorpromotie is, weten jullie natuurlijk allang! Nee, niet het jeugdblad. Ik bedoel de zet: het promoveren van een pion tot een ander stuk dan de dame. Een minder stuk. Het is al een hele kunst om een stelling te verzinnen, waarin je alleen met zo’n ‘minderpromotie’ kunt winnen. Op de omslag van dit blad zie je er een stel. Linksboven is mat in twee: dat kan alleen door torenpromotie, want een dame halen is pat. De derde is ook leuk: mat in drie kan alleen door loperpromotie (dame of toren is pat, paardpromotie lukt niet omdat de zwarte loper b6 kan dekken). Na de loperpromotie moet de zwarte loper zetten; wit speelt Pd8-c6 en er is niets aan Lc8-b7 mat te doen. Nummer 2 en 4 kun je alleen winnen met paardpromotie. Leuk. En als je het weet gemakkelijk genoeg. Maar wat Leonid Vladimirovitsj Jarosj met minorpromoties kan, is gewoon toveren.

Lees meer >