Schaakhistorie

Oude doos (19): Broer Van Oosterom

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

Oude doos (18): Van Scheltinga-Aljechin

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

De K is van Karpov en Kasparov

Schaakalfabet van Huub van Dongen

Lees meer >

Oude doos (17): Het PAM-toernooi (1961)

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

De J is van Jarosj

Het Schaakalfabet is een oorspronkelijk door Huub van Dongen geschreven serie voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Wat een minorpromotie is, weten jullie natuurlijk allang! Nee, niet het jeugdblad. Ik bedoel de zet: het promoveren van een pion tot een ander stuk dan de dame. Een minder stuk. Het is al een hele kunst om een stelling te verzinnen, waarin je alleen met zo’n ‘minderpromotie’ kunt winnen. Op de omslag van dit blad zie je er een stel. Linksboven is mat in twee: dat kan alleen door torenpromotie, want een dame halen is pat. De derde is ook leuk: mat in drie kan alleen door loperpromotie (dame of toren is pat, paardpromotie lukt niet omdat de zwarte loper b6 kan dekken). Na de loperpromotie moet de zwarte loper zetten; wit speelt Pd8-c6 en er is niets aan Lc8-b7 mat te doen. Nummer 2 en 4 kun je alleen winnen met paardpromotie. Leuk. En als je het weet gemakkelijk genoeg. Maar wat Leonid Vladimirovitsj Jarosj met minorpromoties kan, is gewoon toveren.

Lees meer >

Oude doos (16): Schakerskwalen

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

Oude doos (15): Rudy Douven, huppalakee

Verhalen uit de oude doos

Lees meer >

De I is van Interpolis

Het Schaakalfabet is een serie, geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, in oorsprong geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het Alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Moet je eens opletten als je een schaaktoernooi speelt: aan het begin en aan het eind wordt er altijd een speech gehouden. Heel vaak wordt er dan een bedrijf bedankt. Dat is de sponsor. Een sponsor is een geldschieter. Alles kost geld en dankzij het geld van de sponsor kan het toernooi worden gespeeld. De sponsor huurt de zaal, de schaakspelen en de klokken. Hij betaalt de scheidsrechter en de koffie op de vergaderingen van het toernooicomité. Advertenties, folders en posters om het toernooi aan te kondigen worden op kosten van de sponsor gemaakt en vaak ook nog een website. Zelfs de prijzen worden door de sponsor gefinancierd. Zo gaat het bij jeugdtoernooien, maar ook bij de grootmeesters. En de beste schaaksponsor aller tijden kwam uit Tilburg: Interpolis Verzekeringen.

Lees meer >

Pagel en Kuligowski (2)

Aanvulling op de Oude Doos

Lees meer >

De H is van Jac. Haring

Het Schaakalfabet is een serie, geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, in oorsprong geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het Alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Heb je je wel eens afgevraagd waar al die opgaven uit het Stappenboek vandaan komen? En al die problemen uit Minorpromotie? Ja, heel van die stellingen komen uit schaakpartijen. Daar vinden de Cor van Wijgerdens, Herman Grootens en Petra Schuurmansen hun vraagstukken. Ze spelen een partij na, zien een leuke stelling met een aardige truc, en ze hebben weer een opgave. Maar er zijn ook stellingen die níet uit partijen komen. Stellingen die door iemand worden verzonnen. Iemand die in zijn hoofd een mooie truc bedenkt en er dan een stelling omheen construeert. Zulke mensen heten schaakcomponisten. Je hebt eindspelcomponisten, zoals Grigoriev onze pionnenheld met een G uit het vorige nummer, en probleemcomponisten. En de beste Nederlandse probleemcomponist aller tijden was Jac. Haring, voluit Jacobus, maar zijn vrienden noemden hem Jaap.

Lees meer >