Mooie zetten en Bloopers

Gespot 54: De slechtste partij aller tijden

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Tegen de droge humor en zelfspot van de Britten kan bijna niemand tegenop.

Ooit verscheen er als reactie op het bondsblad ‘The British Chess Magazine’, een unieke uitgave van een rivaliserend blad genaamd King Pin.

In Nederland bestond er in de jaren ’60 en ’70 het beroemde blad Schaakbulletin dat tegenwicht moest bieden aan het wat droge bondsblad toen nog Schakend Nederland geheten. Veel kopstukken in het Nederlandse schaak, waaronder Jan Timman, Jan Hein Donner, Hans Ree, Gert Ligterink, Hans Böhm, Tim Krabbé, Max Pam om de meest prominente te noemen, schreven hierin hun prachtige eigenwijze stukken.

Lees meer >

Gespot 53: Het dubbeltorenoffer

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Nadat ik in mijn Gespot 51: Een aardige analogie een oproep had gedaan om ook partijen op te sturen waarin er sprake is van een analogie, kreeg ik een aardige reactie van Thomas Beuman. Hij liet weten dat hij in de partij F. Zeven – T. Beuman een toreneindspel met twee pionnen minder remise had weten te houden omdat hij op de hoogte was van een eindspelstudie van Kasparian. De analyse van dit eindspel is te vinden onder deze link,

Daarvoor had ook Richard Vedder een lezenswaardig artikeltje ( Gespot 51, vervolg) geschreven, waarin hij aanhaalt dat hij als jeugdspeler twee wensen koesterde. Namelijk om ooit een dame op een veld te zetten waar zij op meer manieren geslagen kon worden (zoals in de beroemde partij Lewitsky-Marshall). De tweede wens was om mat te kunnen geven “nadat hij twee torens op de onderste rij van het bord had laten meppen”, zoals dat in de partij Anderssen – Kieseritzky in Londen 1951 ooit gedaan was en die nog altijd als de ‘onsterfelijke partij’ de boeken is ingegaan. Hoewel vrijwel elke schaker deze partij zal kennen, geef ik hem hier nog eens. Het commentaar bij de eerste zetten zal ik u besparen.

Lees meer >

Gespot 52: De strijd van twee lopers tegen een paard

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Een van de bekendste schaakcommentatoren in ons land is Lex Jongsma. Ik heb hem voor het eerst gezien bij een van zijn fameuze commentaarsessies bij het Interpolisschaaktoernooi dat in de jaren ’80 en ’90 de wereldtop omarmde. Later heb ik Lex persoonlijk leren kennen als een bijzonder aimabele man die niet alleen goed gebekt was, maar ook een speciaal soort humor had. Met zijn ontelbare anekdotes zorgde hij voor de nodige hilariteit in de zaal. En hoewel sterke schakers wel eens hoofdschuddend wegliepen – omdat ze vonden dat Jongsma schaaktechnische steekjes liet vallen – kan niet ontkend worden dat de wijze waarop hij het publiek entertainment bood misschien wel ongeëvenaard is.

Sterke schakers vergeten wel eens dat het publiek waar ze mee te maken hebben, misschien een gemiddelde rating van 1500 heeft. Dan kun je wel aankomen met schaaktechnisch correcte varianten, maar als die iedereen boven de pet gaan, schiet dat zijn doel voorbij. Ik heb Lex op andere manieren van nabij mogen meemaken, waarbij ik zo vrij ben om twee anekdotes met u te delen.

(foto toernooiwebsite Hoogeveen)
Lees meer >

Gespot 51, vervolg

Ook een aardige analogie

Maar ik ben het vergelijkingsmateriaal kwijt

Toen ik Herman Grootens "Gespot" nummer 51 las moest ik denken aan twee wensen die ik als jonge schaker, we hebben het alweer over 30 jaar geleden, koesterde. Ik wilde ooit eens zo’n dreun uitdelen als Marshall tegen Lewitsky, die daverende Dg3 die op meerdere manieren geslagen kon worden. En ik wilde ooit eens mijn twee torens van de onderste rij laten meppen en dan mat geven, zoals Andersen deed tegen Kieseritsky en waarvan ik in mijn jonge jaren nog meer voorbeelden zag doordat Siep H. Postma er een artikel aan wijdde in het blad “Jeugdschaak”. Over meneer Bargehassus als ik het wel heb.

Lees meer >

Gespot 51: Een aardige analogie

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Dat in het schaken patroonherkenning een belangrijke rol speelt, staat gelijk met het intrappen van een open deur. Maar als je je gaat afvragen hoe dat nou ongeveer werkt in het menselijke brein, is het bepaald niet eenvoudig om daar een eenduidig antwoord op te geven. We komen dan al snel op het theoretische terrein van het geheugen terecht.

Uitleg van hoe geheugenfuncties werken, laat ik liever over aan mensen die er voor doorgeleerd hebben. Een van de meest baanbrekende onderzoeken was het proefschrift van Professor Adriaan de Groot getiteld Het denken van den schaker.

De meeste partijspelers zullen soms wel iets tegenkomen in een partij waarvan ze weten dat ze het eerder hebben gezien. Vaak blijkt het een vage herinnering te zijn aan, voor sommigen is het veel concreter. Zelf word ik regelmatig getroffen door bepaalde analogieën die mij mateloos interesseren. Zo heb ik in een eerder artikel (Gespot 12: Rondom Ta8!!) een grappig voorval beschreven rondom het torenoffer Ta8!! dat in twee partijen van ex-wereldkampioen Mikhael Tal een grote rol speelde. Om de diagrammen met de cruciale zet nog even tevoorschijn te halen:

Tal-Spassky
Tal-Brinck Claussen
Lees meer >

Gespot 50: Het eindspel Timman-Velimirovic

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Door de steeds krachtigere processoren op de computers, de snel toenemende geheugencapaciteit, de steeds slimmere software, wordt ons leven steeds meer bepaald door de machine. Een dagje zonder internet of e-mail kunnen mensen zich al bijna niet meer voorstellen en bij de jeugd is het helemaal verschrikkelijk als een netwerk plat ligt zodat ze via hun telefoon facebook, twitter, hyves of andere communicatieforums niet kunnen benaderen.

Lees meer >

Overzicht van alle rubrieken getiteld “Gespot”

Overzicht “Gespot”

Lees meer >

Gespot 49: Kruispenningen

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Als trainer maak ik veel gebruik van eindspelstudies. De database van Harold van der Heijden is daarbij vrijwel onmisbaar. De fraaiste thema’s komen tevoorschijn in studies. Een van de redenen dat ik met studies werk is dat je een combinatiemotief in zijn zuivere vorm kunt tonen. In een (correcte!) studie staan weinig stukken op het bord, er is maar één variant die tot de winst leidt en het tegenspel is vaak verborgen en daarom nuttig om het zoeken naar verdedigingen te trainen. Middenspelsituaties uit actuele partijen zijn vaak onoverzichtelijk waardoor een bepaald motief naar de achtergrond wordt gedrongen.

Lees meer >

Gespot 48: Iclicky

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


De vereniging waar ik al sinds 1997 voor speel, De Stukkenjagers uit Tilburg, heeft het vorige seizoen de beste prestatie ooit weten te behalen. Het eerste team, op papier verreweg het zwakste, een gedoodverfde degradatiekandidaat dus, stond na in de Meesterklasse de eerste paar ronden verrassend aan kop. Hoewel er op een gegeven moment een beetje de klad in kwam, eindigde het team heel knap op een derde plaats. Dat gaf recht op het spelen van Europa Cup wedstrijden. Als amateurclub tussen al die gesponsorde grootmachten, is deelname aan zo’n Europa Cup niet zomaar even geregeld. De mensen die graag mee wilden naar Eilat in Israël, moesten in principe hun eigen onkosten betalen. Gelukkig waren een paar geheime geldschieters binnen deze allersympathiekste vereniging bereid om letterlijk en figuurlijk een duit in het zakje te doen, zodat de spelers niet helemaal voor alle kosten hoefden op te draaien. Zo gezegd, zo gedaan reisde een bont gezelschap af naar de Israëlische badplaats. De Europa Cup wordt al een tijd lang in toernooivorm gehouden. Vroeger waren er nog echt Europa Cup wedstrijden waarin na loting de thuisspelende ploeg op zes borden de strijd aanging met de tegenstander in twee wedstrijden, die op de eigen locatie werden gespeeld.

Lees meer >

Gespot 47: Nog een laatste groet aan Leon Pliester

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Onlangs overleed Internationaal Meester Leon Pliester. Hij is al de zoveelste generatiegenoot die er niet meer is. Vorig jaar overleed mijn goede schaakvriend Huub van Dongen (voor wie ik nog een In Memoriam heb geschreven) en een paar geleden IM Johan van Mil. Eerder wijdde Johan Hut al een uitgebreid artikel aan Leon Pliester.

Pliester was een stuk ouder dan ik, maar desondanks kregen we toch betrekkelijk vaak met elkaar te maken. Hoewel ik hem als Amsterdammer had ontmoet, bleek dat hij toch zuidelijke roots had. Zo heeft hij jaren aan een hoog bord van de Eindhovense schaakvereniging gespeeld, de club waar ik later ook lid van werd en waarin ik de nodige successen zou boeken. Afkomstig uit Dommelen, vlakbij Valkenswaard dat onder de rook van Eindhoven ligt, nam hij deel aan Brabantse jeugdkampioenschappen. Net als Leon was ik een betrekkelijke laatbloeier en in de dagen dat hij aan deze kampioenschappen deelnam, was ik nog een volkomen anoniem toeschouwer. Mijn leermeester Huub van Dongen – die me vaak naar toernooien meenam – zei ooit nadat hij van Pliester had verloren: “Ik moest tegen een gast met van die bolle ogen en een merkwaardige snor, maar voor ik het wist, lag ik eraf!”

Lees meer >