Mooie zetten en Bloopers

Gespot 96 Een zet achteruit

Tigran Petrosian (foto Jos Sutmuller)

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

In de laatste column van Rudi Matai (van de schaakvereniging Promotie Zoetermeer) kon u lezen dat hij een paar gevallen aanhaalde waarin ex-wereldkampioen Anatoly Karpov het slachtoffer werd van een zet terug van de tegenstander. Dat was niet zelden een paardzet die over het hoofd werd gezien.

Toen ik het las, moest ik onwillekeurig denken aan een andere ex-wereldkampioen die zichzelf ook de das omdeed toen hij in een strategisch gewonnen stelling zijn dame en prise liet staan tegen Bronstein. Het is een dermate komische blunder dat het slachtoffer er zelf hartelijk om kon lachen.

 

Petrosian, Tigran V – Bronstein, David,

Kandidatentoernooi Amsterdam/Leeuwarden 1956

Lees meer >

Hoe sterk waren de meesters uit de 19e eeuw?

Hoe zat het nu werkelijk met de speelsterkte van de grote namen uit het verleden? Denk daarbij aan Steinitz, Chigorin en vele anderen die een heldenstatus hebben gekregen. Waren ze écht zo goed? Of overdrijft men hun kracht een beetje? Willy Hendriks doet hierover een boekje open in zijn prachtige werk “On the Origin of Good Moves”. Dit is niet bedoeld als een recensie. Waar het me nu om gaat is een eerste indruk van de speelsterkte van deze heren. Eigenlijk vallen deze reuzen een beetje van hun voetstuk. We kennen natuurlijk allemaal de volgende stelling waarin Steinitz een prachtige combinatie op het bord toverde. Verder lezen…

Lees meer >

Gespot 95 – Dominantie

 

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

 

Zoals u onlangs kon lezen in het artikel dat ik schreef naar aanleiding van het uitbrengen van een nieuwe versie van de eindspelstudiedatabase van Harold van der Heijden, werk ik als schaaktrainer regelmatig met eindspelstudies, die ik dan op thema probeer te zetten. De wereld van de eindspelstudies is eigenlijk een wondere wereld. Je zou kunnen zeggen dat eindspelstudies een soort van kunstvorm binnen de schaakwereld innemen.

Binnen ons jachtige bestaan vormt de eindspelstudie als het ware een oase van rust. Net alsof je met een duikerspak langs peilloze diepten glijdt, en alles in volledige kalmte aan je voorbij ziet komen. De prachtige structuren van de zeebodem in combinatie met de fantastische organismen die er in ronddrijven. Je moet er ook de tijd voor nemen. Hoewel de zuurstoffles niet eeuwig gevuld is, kan het geen kwaad om de mooie contouren van de nieuwe omgeving langzaam op je in te laten werken. Zo is het ook met eindspelstudies.

We halen nog even in herinnering wat een eindspelstudie eigenlijk is. We zouden het kunnen definiëren als een compositie waarbij een fraai combinatiemotief dat vaak zeer onder de oppervlakte zit, is verpakt in een originele zettenreeks. Er is sprake van een opgave, waarbij de oplosser van te voren weet dat er maar één winst- of remise-variant opgesloten zit in de stelling. Bijna altijd heeft elk stuk op het bord een functie.
Bij het maken van een eindspelstudie gaat de componist meestal uit van de slotstelling die hij bedacht heeft. Die slotstelling moet dan uiting geven aan de kunstvorm die de componist in gedachten heeft. Dan gaat hij aan het werk om er een passend voorspel bij te bedenken en voegt links en rechts stukken toe. Uiteindelijk mag er maar één winstvariant zijn en dat is eigenlijk het moeilijkste van zijn taak. Als er bijvoorbeeld sprake is van een manoeuvre waarbij het stuk langs twee verschillende wegen op de plaats van bestemming kan arriveren, wordt dit oogluikend toegestaan. Men spreekt hier van een ‘dual’. Wel kunnen er veel verschillende varianten zijn, waarin de verdediger zich (vaak ook op originele) zo goed mogelijk van zijn taak kwijt. Als de winstvoering in twee verschillende varianten in gespiegelde hoedanigheden optreedt, spreekt men van een ‘echo’. Bij het maken van composities gaat men uit van speciale combinatiethema’s die voorziet van een naam. Zo spreekt men bijv. van een ‘Novotny’ als er sprake is van een interferentiemotief (=onderbreek). In dit betoog wil ik het uitsluitend hebben over het ‘dominantiemotief’. Hierin zit het woord dominant, dat al een en ander duidelijk maakt. In het eerste diagram probeer ik duidelijk te maken wat er exact met dit dominantie-motief bedoeld wordt.

 

Dominantie 1 – Constructiestelling

Lees meer >

Grote pret met je tegenstander een rad voor ogen draaien

Je kent vast wel het gelukzalige gevoel dat je hebt wanneer je een prachtige partij hebt gespeeld en deze, als een kers op de taart, hebt afgerond met een fraaie combinatie. Het is mij af en toe gelukt. Helaas meer af dan toe, maar vooruit. Ook ik heb een enkele keer in mijn leven een mooie partij gespeeld.

Het is me zelfs een keertje gelukt om in een serieuze rapidpartij van een grootmeester te winnen.

Lees meer >

Gespot 94: Mat met twee paarden

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

Dat het paard in het schaakspel een bijzondere rol vervult, moge duidelijk zijn. Het is het enige stuk dat over andere heen mag springen, de paardensprong is ook heel bijzonder in vergelijking met wat de andere stukken mogen. Ik las ooit dat het paard mag springen zoals het nu doet omdat men in onderstaand minidiagrammetje het volgende had bedacht (zie diagram).

De loper en de toren kunnen allebei naar h3. Toen vond men het leuk dat ook het paard naar dat veld zou mogen om de symmetrie te bewaren en daarom heeft men de paardensprong bedacht. Of dit waar is? Geen idee, ik kan helaas niet meer terugvinden waar ik dit gelezen heb. Feit is dat de paardensprong ook gebruikt wordt in letterpuzzels, zoals bijvoorbeeld in de ‘Twee-voor-twaalf-quiz’ op tv.

Ziet u het woord in nevenstaand lettervierkant?

 

Aan het schaakbord was ik altijd gebiologeerd door matten met paarden. Twee voorbeelden:

 

Mat met 2 paarden (voorbeeld 1)

Toen ik deze stelling voor het eerst zag, vond ik het een gewaarwording dat het witte paard van c2 in twee zetten een relatief grote afstand overbrugt. Want na
1. Pd4 Pf5 2. Pe6#
staat zwart mat.

Dan moet je ook nog even met je ogen knipperen dat de koning in eendrachtige samenwerking met zijn paarden alle vluchtvelden van de zwarte koning onder controle heeft genomen (zie diagram rechts)!

Lees meer >

Ben ik nou zo slim…?

Drie weken vakantie achter de rug! Omdat wij zo’n leuke tuinoverkapping hebben laten maken besloten wij deze zomer lekker thuis te blijven. Ook omdat we in januari, nog net voor de Coronacrisis, naar Gibraltar waren geweest. Wat ik dan doe in die weken? Fietsen, wandelen en… schaakboeken lezen! Nieuwe, maar ik trek ook graag oude schaakboeken uit de kast om nog eens te lezen. Zo kwamen deze zomer (ook al voor mijn vakantie) de volgende boeken aan de beurt:

“My Chess World” van David Navara.

Lees meer >

Nieuwe serie #Blijf-thuis-puzzels

De eerste serie van tien puzzels is inmiddels afgelopen. De prijswinnaars staan op onze website.

Sinds vrijdag staat de eerste puzzel van de tweede serie op onze website.  www.maxeuwe.nl/index.php/activiteit/blijf-thuis-schaakpuzzels

We beginnen met een schone lei, dus een goed moment om mee te gaan doen!

We hopen dat jeugdleiders en/of ouders de jeugdige schakers willen attenderen op de puzzels.

Gespot 94 Bordvisie

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

“Je wordt ouder papa”. Dit beroemde nummer van de Brabantse artiest Peter Koelewijn (een versie uit 2018 valt te zien en te beluisteren op YouTube) lijkt ook van toepassing op schakers die een bepaalde leeftijdsgrens zijn gepasseerd. U begrijpt het al, dit wordt gedeeltelijk een autobiografisch betoog. Maar wellicht met herkenbare componenten van problemen waar veel clubschakers mee worstelen: bordvisie! Wat dit fenomeen inhoudt en met wat voor soort obstakels veel spelers, maar in het bijzondere oudere schakers, soms kunnen worstelen, hoop ik met de volgende voorbeelden te laten zien.

Voordat hier meer over uitgeweid wordt, wil ik u graag de volgende twee fragmenten voorleggen uit partijen die ik iets meer dan een jaar geleden speelde en vorige week nog, tijdens de Tata Steel tienkampen.

Grooten, Herman – Van den Doel, Erik

Deze partij werd in november 2018 gespeeld in een wedstrijd in de Meesterklasse tussen Charlois/Europoort en De Stukkenjagers. Het diagram geeft het kritieke moment in de partij aan. Ik voelde op mijn sloffen aan dat ik hier iets moest hebben. Mijn tegenstander, die al vanaf zet 11 over weinig tijd beschikte, had hier nog iets als 2 à 3 minuten. Zelf had ik vanaf zet 20 ongeveer zo’n 15 minuten meer op de klok. Nu moest ik dat voordeel gaan uitbuiten, maar er diende concrete berekeningen gemaakt te worden, meestal niet eenvoudig en zeker niet een sterke grootmeester.

Lees meer >

Gespot 93: Pal Benko en de ‘Fischer Challenge’

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

Op 26 augustus van dit jaar is de beroemde grootmeester en eindspelcomponist Pal Benko overleden. Hij werd 91 jaar. Oorspronkelijk werd zijn naam zo geschreven: Pál Benkő maar in de lange tijd dat hij in de Amerika woonde heeft hij het accentje en trema maar laten vallen en dat doe ik dan ook maar.

Benko werd op 14 juli 1928 geboren in Amiens (Frankrijk) waar zijn Hongaarse ouders op vakantie waren, maar hij groeide op in Hongarije. Hij probeerde zijn geboorteland in 1952 (dat toen Communistisch was) te ontvluchten maar hij werd gevangen genomen en zat maar liefst 16 maanden vast. Uiteindelijk lukte het wel om in 1958 naar de Verenigde Staten te vluchten. Datzelfde jaar werd hij door de Fide benoemd tot grootmeester. Zijn grootste prestatie was om zich te kwalificeren voor het Kandidatentoernooi in 1959 en 1962, waarin acht van ’s werelds beste spelers deelnamen. Hij gaf zijn plaats op in 1971 om Bobby Fischer toe te kunnen laten in dat Interzonale toernooi. Zoals bekend won Fischer dat met grote overmacht en liep hij daarna in de Kandidatenmatches ook over Mark Taimanov (6-0), Bent Larsen (6-0) en Tigran Petrosian (5,5-2,5) heen om daarna in de WK-tweekamp de regerend wereldkampioen Boris Spassky ook ruim te verslaan en zo de wereldtitel te veroveren. Benko kreeg zijn naam verbonden aan een opening die wij in het Nederlands kennen als het Wolgagambiet.

 

1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 b5

Het Wolgagambiet dat in het Engels bekend staat als ‘The Benko Gambit’.

Mocht het u interesseren. Ik heb daar drie artikelen over geschreven in Schaakmagazine die u via Schaaksite kunt bekijken:

 

Toen hij op latere leeftijd terugkeerde naar Hongarije werd hij trainer van spelers uit dit land die later ook zeer bekend werden zoals de Polgar zusjes en Peter Leko. De opening is tot op de dag van vandaag zeer populair en wordt door sterke grootmeesters gespeeld.

Benko kreeg ook op een andere wijze naamsbekendheid, omdat hij zich intensief bezighield met het componeren van eindspelstudies en schaakproblemen. Van die laatste discipline zijn de meeste partijspelers niet zo gecharmeerd (wat heeft het voor zin om mat in drie op te lossen als je het halve bord aan materiaal voorstaat) maar toch blijken deze problemen in een behoefte te voorzien. Zo is er een beroemde anekdote bekend waarbij Benko zelf het volgende zegt:
“Toen ik begon met het componeren van schaakproblemen, was mijn interesse vooral gericht op composities die drie zetten diep of langer waren. Een van hen was het volgende probleem dat ik als tiener componeerde. Het werd vele malen gepubliceerd, omdat de oorspronkelijke opzet zowel probleemoplossers als toernooispelers aansprak. Tijdens de Olympiade (in Lugano 1968), waar Bobby Fischer aanwezig was, heb ik met hem gewed dat hij het probleem niet binnen 30 minuten kon oplossen. Na verloop van tijd raakte Fischer geïrriteerd en eiste het antwoord te zien. Toen ik het hem liet zien, stond hij erop dat er andere oplossingen moesten bestaan. Dit leidde natuurlijk tot een nieuwe weddenschap! Na meer tijd werd hij gedwongen om beide verloren weddenschappen te betalen. Het ging om de volgende stelling:

 

Pal Benko, Chess Life 1968 – Mat in drie

Lees meer >

Gespot 92: Reuzendoder Wouter Spoelman

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

In Gespot 66: Reuzendoders bespreek ik een bijzondere overwinning van IM Manuel Bosboom op voormalig wereldtopper Peter Leko.
Maar we hebben in ons kleine kikkerlandje meer mensen rondlopen die wel eens een mooie ‘scalp’ te pakken krijgen. Wat eigenlijk niet zoveel onder de aandacht is geweest, maar in mijn ogen toch wel heel bijzonder, is wat de Amsterdamse grootmeester Wouter Spoelman in het vorige jaar voor elkaar heeft gekregen.

GM Wouter Spoelman (foto Frans Peeters)

Wouter is een oud-pupil die op jonge leeftijd niet alleen heel talentvol was, maar ook precies wist, wat hij wilde. Met grote discipline stortte hij zich op zijn schaakstudie en reeds op jeugdige leeftijd werd hij IM en later GM. Een profcarrière ambieerde hij niet; sterker nog, hij koos voor zo’n beetje de zwaarste en langst durende studie die er bestaat: medicijnen. Er zijn meer schakers die dit pad kozen en die hebben het schaakbord meteen aan de wilgen gehangen. Maar Spoelman niet! Hoewel hij nauwelijks de tijd heeft om zelf te schaken, begeeft hij zich sporadisch in de toernooi-arena. Zo liep hij een paar jaar geleden de nationale titel, die hij voor het grijpen had, mis. Dat moet een grote teleurstelling voor hem geweest zijn, maar hij houdt al jaren zijn rating van rond de 2585 redelijk in stand en dat is – als je zo weinig tijd kunt spenderen aan ons mooie spel – een prestatie van formaat.
Gelukkig zijn er nog andere manieren om te schaken en dat is via het internet. Zo laat hij zich via de Amsterdam Mosquitos op www.chess.com regelmatig zien. Dat gaat om een wereldwijde internetcompetitie waarin verschillende teams het tegen elkaar opnemen.

Vorig jaar wist Wouter op fraaie wijze wereldkampioen Magnus Carlsen met zwart te verschalken en nog niet zo lang geleden ging een andere wereldtopper, Maxime Vachier-Lagrave er bij hem onderdoor. Dat zijn bepaald niet de minsten! Ik heb deze opmerkelijke prestaties voor uw maar eens geanalyseerd.

Ook leuk om te zien hoe zijn tegenstander live commentaar geeft op deze partij. Han Schut heeft het filmpje voor u weten op te slaan via deze link. Het artikel van Han kunt u hier vinden.

Lees meer >