Rubrieken

Begrijp wat u doet: De Drakenvariant van het Siciliaans

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

 

Een prachtige openingsvariant is de Drakenvariant van Siciliaans. Die stond al een tijdje op het verlanglijstje om aan een nader onderzoek onderworpen te worden. Zwart posteert met 5…g6 zijn koningsloper op de lange diagonaal waarmee hij later hoopt deze Drakenloper tot een monster te transformeren. Het gaat er in deze openingsvariant vaak om een aanval op de vleugel te ontketenen waar de tegenstander heeft gerokeerd. We zien dat wit veelal met 0-0-0 de koning op de damevleugel opbergt, zwart bijna altijd met 0-0 op de koningsvleugel. U zult begrijpen dat het dan aankomt op een stormloop aan weerszijden van het bord die meestal ontaardt in regelrechte vuistgevechten…

Grootmeester Genna Sosonko, voorheen één van de grote Draakspecialisten (foto Jos Sutmuller)

Eigenlijk maken we hiermee een begin met het ‘variantenmonster’ dat de Drakenvariant geworden is vanwege het soms geforceerde karakter van de voortzettingen. Daarom zullen zowel de wit- als de zwartspeler goed beslagen ten ijs moeten komen. Het was in de jaren ’80 al zo dat sommige stellingen zonder theoretische achtergrond nauwelijks te behandelen waren. Dat is anno 2020 alleen nog maar erger geworden nu veel spelers zich prepareren met database en engines. Niettemin zijn er gelukkig ook nog voldoende waaghalzen die durven te vertrouwen op hun creatieve vermogens. We onderscheiden twee redelijk onafhankelijke hoofdtakken:

Hoofdtak 1 – De Lc4-variant
Hoofdtak 2 – De lange rokade variant

Lees meer >

“Wonderkinderen” door Hans Meijer

In deze Kersttijd vieren we het wonder van de geboorte van een heel speciaal kind. Maar Hans bericht over andere wonderkinderen.

Mijn oog viel op een berichtje in de krant van woensdag 11 december 2019 waarin de faculteit Electrical Engineering (EE) van de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) genoemd werd. In de jaren zeventig studeerde ik op de TUE bij EE en ik heb uitstekende herinneringen aan die tijd zodat ik meteen klaarwakker was.

Lees meer >

The Club Player’s Modern Guide to Gambits

Gambieten spreken tot de verbeelding. In de negentiende eeuw speelde men bijna niet anders, met vooral het Koningsgambiet en het Evans Gambiet als snelle wegen om de koning van de tegenstander naar de strot te vliegen. Dat is allang niet meer het hoofddoel, vertelt Nikolai Kalinichenko al op de achterflap van dit boek. Als redenen om een gambiet te spelen onderscheidt hij:

– een voorsprong in ontwikkeling;

– open lijnen tegenover de andere koning;

– bezetting van het centrum (Blumenfeld Gambiet);

– verhinderen van rokade van de tegenstander (Cochrane Gambiet of Traxler);

– verzwakking pionnenstructuur van de tegenstander (Anti-Moskou-variant);

– een stuk van de tegenstander naar een ongemakkelijke positie lokken (offeren b-pion);

– positioneel voordeel bereiken (Wolga Gambiet).

 

In het boek staan 48 gambieten op 255 pagina’s. Met die constatering loop ik eigenlijk al vooruit op een van de conclusies, namelijk dat het boek niet zelfstandig geschikt is om een gambiet in je repertoire op te nemen. Dat kan ook niet de ambitie zijn van de schrijver en de uitgever. Het is een bonte verzameling, bloemlezing, van wat er op dit gebied allemaal bestaat, een soort encyclopedie van gambieten. Overigens niet compleet, zegt de schrijver, maar met 48 komt hij wat mij betreft behoorlijk ver. Wil je een gambiet serieus gaan spelen, dan heb je een aanvullend boek nodig. Zeker als het op je club bekend is dat je die opening speelt.

Is het boek inhoudelijk dan te mager? Om een proef op de som te nemen, bekeek ik een paar gambieten die ik zelf gespeeld heb.

 

Evans Gambiet

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.b4

De toelichting is dat wit een vleugelpion geeft om twee tempi te winnen en de loper naar a3 of b2 te ontwikkelen. Een degelijk gambiet, Fischer en Kasparov hebben het gespeeld.

4…Lxb4 5.c3 La5 6.d4 d6

Na 6…exd4 7.0-0 krijgt wit compensatie, wordt kort aangegeven. De schrijver geeft twee varianten zonder toelichting plus een illustratieve partij waarin zwart alle pionnen aanneemt, wat niet is aan te bevelen.

7.Db3 Dd7 8.dxe5 Lb6

Beter niet 8…dxe5 9.La3.

Lees meer >

De Column van Kollen op het Schaakfestival

Het Schaakfestival presenteert met trots zijn nieuwe columnist: Zyon Kollen. De 24-jarige FM schaakt in de Meesterklasse voor Charlois Europoort en komt in de Bundesliga uit voor SV Lingen. Zijn beste resultaat is het winnen van het SPA Chess toernooi in Amsterdam in 2018, waar hij veel favorieten het nakijken gaf. Kollen heeft op het moment van schrijven een rating van 2347.

Kollen kent Groningen goed, hij studeerde er en speelde voor SISSA.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 14 december 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

“Psychologie, Beethoven, de Wachttoren en Caïssa” door Manuel Nepveu.

Afhankelijk van de omstandigheden wissel ik voor het begin van een schaakpartij in toernooi of externe competitie meestal enkele woorden met mijn tegenstander. ”Bij welke vereniging speelt u?” “Kan het zijn dat wij zo’n twintig jaar geleden al eens tegen elkaar zijn aangetreden?” “U speelt bij BSG. Daar heb ik ook ooit gespeeld. Speelt de heer X daar nog steeds?” Na de partij gaat het over de al of niet bloedstollende gebeurtenissen op het bord,

Lees meer >

Masterclass ‘Strategie’ IM Manuel Bosboom in Apeldoorn

IM Manuel Bosboom. (foto Karel van Delft)

IM Manuel Bosboom geeft de masterclass van Schaakacademie Apeldoorn op zondag 15 december. Manuel Bosboom spreekt over strategie en zal daar zijn geheel eigen draai aan geven. Sinds decennia geldt Manuel als een van de meest creatieve Nederlandse topspelers.

Schaakacademie Apeldoorn organiseert dit seizoen weer twee series van vier Masterclasses.
De masterclasses zijn zondag na een KNSB-ronde in Denksportcentrum Apeldoorn (13.00 – 16.30 uur).
IM Merijn van Delft stelt het programma samen. Karel van Delft regelt praktische zaken.
Trainingen zijn voor spelers met Elo vanaf 1900. Deelname aan een enkele masterclass kost 40 euro.
Site: www.schaakacademieapeldoorn.nl/masterclasses
Contact: karel@kvdc.nl

Compacte impressies van de masterclasses met korte video verschijnen in de nieuwsbrieven van Schaakacademie Apeldoorn: www.schaakacademieapeldoorn.nl/nieuwsbrieven

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 7 december 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Recensie: A Startling Chess Opening Repertoire New Edition – Baker & Burgess

Op mijn deurmat plofte al een tijdje geleden een boek van uitgeverij Gambit uit Londen met de volgende lange titel: A Startling Chess Opening Repertoire New Edition van Chris Baker en Graham Burgess. De ondertitel belooft veel: A turbocharged modern update of a popular repertoire. Het is duidelijk dat dit boek een nieuwe, geüpdate versie is van een eerder boek, dat een aantal keer is herdrukt. Zoals bekend gaat het zo met veel openingsboeken. Op het moment dat het boek verschijnt is het op sommige punten al weer verouderd. De moderne openingstheorie schrijdt razendsnel voort, overal over de wereld worden partijen gespeeld die veelal in een grote database terecht komen en waarvan veel spelers gebruik kunnen maken. De moderne toernooischaker gaat gewapend met laptop naar toernooien en behalve dat hij gebruik maakt van de database, kan hij met sterke engines checken of de varianten die hij wil spelen wel deugen. Daarnaast een boek biedt echter nog meer hulp!

Om even een idee te geven van wie de auteurs zijn. De één, Chris Baker, is een internationale meester uit Engeland met een enorme schat aan schaakervaring op club- en weekendtoernooi-niveau. De eerste editie van A Startling Chess Opening Repertoire vestigde zijn reputatie als schrijver en bleek buitengewoon populair, meerdere keren herdrukt. Bekroonde auteur Graham Burgess is een Fide-meester en een voormalig kampioen van de Deense regio Funen. In 1994 vestigde hij een wereldrecord voor marathon snelschaken.

Als ik de wervingstekst op de site van de uitgever mag geloven, hebben beide auteurs in dit boek de lezer een hoop werk uit handen genomen. Hun varianten zijn niet alleen gecheckt met de nieuwe generatie computerprogramma’s gebaseerd op neurale netwerken, zoals we kennen van Alpha Zero. Ook heeft een “openingsexpert en uitgever met een schat aan ervaring bij het maken van repertoires” dit boek verder uitgewerkt. Een kleine blik op de drie directeuren van Gambit Publications Ltd levert het volgende lijstje op: GM Dr. John Nunn, GM Murray Chander en FM Graham Burgess. Het ligt voor de hand dat behalve co-auteur Burgess, één van de twee grootmeesters in de staf meegeholpen heeft om dit boek te updaten. Dat geeft het in elk geval een stevige basis. Jammer dat er niet wordt vermeld wie zich daadwerkelijk met dit boek heeft bemoeid…

Het is tijd om een indruk te geven wat de beide auteurs voor ogen stond toen zij het eerste boek schreven in 1998. Na wits 1.e2-e4 worden in principe alle mogelijke openingssystemen onder de aandacht gebracht, tot het Olifantengambiet toe! De auteurs wijken graag zo snel mogelijk af van de hoofdvarianten omdat clubschakers volgens hen dan door teveel theorie moeten ploeteren om zich bepaalde systemen eigen te maken. Burgess geeft de lezer van te voren nog het volgende mee: “So, what is the spirit of this repertoire? I see it as ‘we want to be dangerous’. We shall force the opponent to display good knowledge and decision-making at the board”.

Een paar stereotiepe voorbeelden die ik uit dit boek gefilterd heb:

1) Repertoire tegen 1… e5
Hiervoor wordt gekozen voor de opzet van de Max Lange Aanval. Die komt als volgt op het bord:
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. d4 exd4 5. O-O

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Het Russisch

 

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

Soms kom ik bij een presentatie die ik geef iemand tegen die mij heel specifiek vraagt of ik een bepaalde opening aan de orde zou willen stellen. Mijn wedervraag is dan: “Welke opening zou dat moeten worden dan?” Natuurlijk kan ik niet zomaar op elke vraag ingaan. Maar als er een openingssysteem aan de orde gesteld wordt dat in de grootmeesterpraktijk regelmatig gespeeld wordt, wil ik een dergelijk verzoek wel eens honoreren. Dat is nu het geval bij de Russische opening. Die komt op het bord na de volgende zetten:

1.e4 e5 2.Pf3 Pf6

Alexander Petrov

Met deze zet is het Russisch ontstaan. Internationaal gezien heeft het de naam ‘The Petrov Defence’ meegekregen, genoemd naar de Russische speler Alexander Petrov (1794–1867) die evenals Carl Jaenisch het systeem heeft gepopulariseerd. De opening heeft – wellicht ten onrechte – de naam dat hij saai en inspiratieloos is en dat de zwartspeler uitsluitend op remise uit is. Het klopt wel dat er veel remises vallen, maar gelukkig zijn er genoeg scherpe varianten. Met deze aanpak vermijdt zwart veel gespeelde openingen als het Spaans, het Italiaans of het Schots. Het is voor witspelers niet makkelijk om hier voordeel tegen te halen.

3.Pxe5

Nu zwart de pion niet gedekt heeft, slaat wit hem maar meteen van het bord. Hij stelt meteen een valstrik die vooral in partijen van kinderen op het bord kan komen. Andere mogelijkheden zijn 3.Pc3 Pc6 dat meestal een overgang naar het Italiaans Vierpaardenspel oplevert. Ook is 3.d4 Pxe4 4.dxe5 d5 een variant die ook onder grootmeesters redelijk vaak gespeeld wordt. Zo werd er aan het eind van vorig jaar nog een interessante rapidpartij Harikrishna-Yu mee gespeeld.

3…d6

Het witte paard moet eerst teruggejaagd worden, alvorens zwart de pion op e4 ongestoord kan nemen. Zwart kan op dit moment overigens beter van de pion op e4 afblijven:

3…Pxe4?! 4.De2
en nu is
4… De7
relatief de beste mogelijkheid. Bij kinderen zie je regelmatig 4…Pf6?? 5.Pc6+ met damewinst op het bord komen.
5.Dxe4 d6 6.d4 dxe5 7.dxe5
En wit heeft een pion meer, maar er zijn grootmeesters die hier heil in zien voor zwart. In een partij Sergeev-Afromeev, 2006 kwam zwart zelfs tot winst! Het gekke is dat wit niet zoveel lijkt te hebben aan zijn pluspion. In een partij Ye-Ni, 2004 liet de witspeler echter zien hoe de witte stelling wellicht aangepakt zou kunnen worden.

Lees meer >