Rubrieken

“Pi op het schaakbord” door Hans Meijer. Column van Schaakvereniging Promotie.

De column van Hans Meijer is uit.

Voor deze column laat ik de geschiedenis van het getal Pi (π = 3.14159265….) beginnen met de komst van Ludolph van Ceulen (1540-1610) naar Leiden. Van Ceulen was een wiskundige die een deel van zijn tijd besteedde aan het berekenen van de decimalen van het getal Pi. Hij gebruikte hiervoor een bewerkelijke methode die afkomstig was van de Griekse wiskundige, natuurkundige, ingenieur en astronoom Archimedes (287 BC – 212 BC) die in Syracuse op Sicilië woonde. Archimedes slaagde erin om twee decimalen van Pi te bepalen. Van Ceulen kwam tot 35 decimalen. Een fantastisch resultaat dat weduwe Adriana in zijn grafsteen liet beitelen, zie Het grafschrift van Ludolph van Ceulen (2000) van R. Oomes, J. Tersteeg en J. Top. Een replica van deze grafsteen, de oorspronkelijke is verloren gegaan, is in de Pieterskerk in Leiden te zien.

Lees meer >

Juweeltjes 8: Kramnik – Carlsen

In deze rubriek nodigen we de bezoeker van Schaaksite graag uit om te genieten van de meest schitterende prestaties op het schaakbord, door alle eeuwen heen. De reden waarom voetballiefhebbers in vervoering raken als zij acties zien van Messi of Ronaldo moet bij ons schakers dezelfde zijn als wij de partijen naspelen die we hier willen tonen. En aarzelt u vooral niet om uw keus ook kenbaar te maken!

 

 

Vorige week maakte de Rus Vladimir Kramnik zijn afscheid bekend uit het professionele schaak. Het bracht misschien niet zo’n schok te weeg als het moment waarop Garry Kasparov aankondigde dat hij met pensioen ging, maar desalniettemin kwamen er toch veel reacties los. Kramnik is decennia een grootheid gebleken die zich heel lang op het allerhoogste niveau heeft weten te handhaven.

Vladimir Kramnik (foto Frans Peeters)

Bij het laatste Kandidatentoernooi, waarin hij heel goed begon en toen een gewonnen stelling bereikte tegen de latere uitdager, Fabiano Caruana, konden we echter al haarscheurtjes zien in de prestatie van de zo fenomenale speler die hij altijd was. De gewonnen stelling tegen de Amerikaan ging verloren en daarna begon hij min of meer ‘wild om zich heen te slaan’. Hij speelde alles of niets, probeerde stellingen te winnen, die onmogelijk te winnen waren en mede door dit roekeloze gedrag eindigde hij in de achterhoede. En dat, terwijl het begin er zo veelbelovend uitzag. Misschien heeft hij naar aanleiding hiervan besloten dat het genoeg was en het was voor Nederland leuk dat hij Tata Steel heeft uitgekozen als zijn laatste officiële toernooi. Wel liet Kramnik weten dat hij, in navolging van Kasparov, nog wel te porren zal zijn voor rapid- en snelschaaktoernooien. Zelf heb ik nooit persoonlijk kennis met hem gemaakt, maar ik herinner me de eerste keer dat ik hem ‘live’ zag spelen. Dat was in 1992 in Manilla op de Filippijnen waar hij – mede op gezag van Kasparov – was toegevoegd aan het team van Rusland. Dat bestond verder uit Khalifman, Dolmatov, Dreev en Vizmanavin. Kasparov deed het fantastisch op het eerste bord met 8½ uit 10. Maar de score van debutant Kramnik (8½ uit 9) aan het laatste bord was zo mogelijk nog mooier. Een van zijn slachtoffers was Loek van Wely, die – als ik het goed heb – ook voor het eerst aan een Olympiade mee mocht doen.

Lees meer >

Strike Like Judit!

Is het interessant om in 2018 een boek uit te brengen over Judit Polgar, die in 2014 stopte met topschaak? Zijn er al niet genoeg boeken over haar? Dat waren mijn eerste vragen toen ik zag dat New in Chess vorig jaar dit boek presenteerde. Het antwoord is snel gegeven: het boek overlapt in elk geval niet met eerdere boeken en het is ook geen afsluiting van haar carrière, een magnum opus of iets dergelijks. Het is een boek met veel leuke partijfragmenten, toevallig afkomstig van één persoon.

Toch even een kort overzicht van de belangrijkste eerdere boeken. In 1990 schreef Ed van Eeden het boek ‘De Polgar-zusters, de creatie van drie schaakgenieën’. Judit is geboren in 1976 en was dus veertien jaar oud. Uit dezelfde tijd herinner ik me een eveneens Nederlandstalig boekje van Siep Postma en een Engelstalig boek van Cathy Forbes, waar de zussen niet blij mee waren. Het boek van Van Eeden is het enige dat ik heb bewaard.

In 1997 schreef Susan Polgar samen met haar man Jacob Shutzman het boek ‘Queen of the Kings Game’, over haarzelf, maar natuurlijk ging dat ook over de familie. In 2005 schreef ze samen met Paul Truang het boek ‘Breaking Through’ over alle drie de zussen. Het eerste boek is vooral verhalend, het tweede bevat vooral partijen.

In 2004 verscheen ‘Judit Polgar, The Princess of Chess’ van Tibor Karolyi, een fameuze Hongaarse auteur. Het bevat 89 uitvoerig geanalyseerde partijen plus artikelen over bijvoorbeeld haar speelstijl. Het was het eerste boek van enige importantie dat niet over de zussen, maar alleen over Judit ging. Even terzijde: wel opmerkelijk om Susan de Queen en Judit de Princess te noemen. Reden is natuurlijk dat Susan wereldkampioene is geweest en Judit niet. Maar dan nog.

In 2012 begon Judit Polgar zelf aan de serie ‘Judit Polgar Teaches Chess’, met het boek ‘How I beat Fischer’s record’. In 2013 gevolgd door ‘From GM to Top Ten’ en in 2014 ‘A game of Queens’. De boeken bevatten persoonlijke herinneringen, gedenkwaardige partijen en partijen op thema. Een beetje rommelig door elkaar, maar bij elkaar een prachtige trilogie, ook mooi uitgevoerd.

 

Nu dan ‘Strike Like Judit!’ van Charles Hertan, een FM uit Massachusetts die al meer dan dertig jaar werkt als trainer en schrijver. Het boek begint met zeven pagina’s over de invloed van de computer op het schaakspel. (Ik schrijf in het vervolg voor het gemak ‘de computer’, ook al zijn daar natuurlijk veel verschillen in.) Dat had niet langer hoeven te zijn, want vanaf het begin vroeg ik me af wat Hertan nou eigenlijk wil zeggen. Toch een paar belangrijke punten.

  1. Judit leerde schaken in een tijd dat computers nog niet van belang waren. Ze moest dus helemaal zelf nadenken.
  2. Er zijn stellingen die wij allemaal snappen en de computer niet, omdat die alleen varianten uitrekent.
  3. De computer is een hulpmiddel. Er moet ook een kapitein aan het roer staan die de beslissingen neemt.
  4. Een schaakschrijver moet de computer niet gebruiken om partijen tot in den treure te analyseren, maar als hulpmiddel om verhalen te vertellen en een mooi boek te schrijven.

De eerste drie punten zijn duidelijk, punt 4 vind ik een interessante mening van Hertan.

Lees meer >

Zet Game Changer de schaakwereld op zijn kop?

Intro

In Wijk aan Zee werd eind januari, tijdens het Tata Steel Chess Tournament, het boek ‘Game Changer’ gepresenteerd. Game changer met AlphaZero’s groundbreaking Chess Strategies and the Promise of AI. Volgens oud-wereldkampioen Kasparov trilt het schaakspel op haar grondvesten sinds de komst van AlphaZero. En Kasparov zou Kasparov niet zijn als hij zichzelf geen schouderklop zou geven. Volgens uitgever New in Chess is dit het boek waar het meest naar is uitgekeken. Ongekend in het bestaan van de uitgeverij, zo liet men weten.

Komt er nu een geheel nieuwe kijk op ons eeuwenoude koninklijke schaakspel?  Is het schaakspel nu definitief opgelost? Wint wit of zwart altijd bij perfect spel van beide zijden of eindigt iedere partij in remise? Kunnen schakers (amateurs en professionals) iets van AlphaZero leren of is het alleen voorbehouden aan supersnelle computers met superslimme programma’s? Begrijpen schakers het spel van AlphaZero of staat de uitleg nog in de kinderschoenen en heb je nog steeds mensen nodig zoals Matthew Sadler en Natasha Regan om het te duiden? Kan de toptien van de wereld, als ze de partijen en concepten van AlphaZero bestuderen, nog een grote stap voorwaarts maken in hun rating? Kunnen zij hiermee bij voorbeeld binnen drie jaar 250 ratingpunten of meer winnen en kunnen zij de 3000-barrière definitief slechten? Moeten onze schaakjournalisten naar een Zero-bijscholingscursus? Wat moet Schaakmagazine er mee? Moet Van Wijgerden zijn Stappenmethode herzien?

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 2 februari 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

“Charmeoffensief” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie.

In de streek waar ik woon is sprake van bodemdaling. Het veen klinkt vanzelf in, het waterbeheer ten behoeve van de landbouw en de winning van magnesiumzout en aardgas maken het kwartet compleet. Bodemdaling is geen gecontroleerd proces. De zoutwinning levert behalve aan de randen van de kom wel een vrij egale bodemdaling, maar de andere drie oorzaken kennen een andere dynamiek. Mijn huis staat nog niet aan de rand van de kom,

Lees meer >

“Voor welke toekomst zou u kiezen?” door Hans Meijer. Column van Schaakvereniging Promotie.

De column van Hans Meijer behoeft geen nadere toelichting. Lees hem hier !

Schaakrubrieken weekend 26 januari 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Recensie: My Secrets in the Ruy Lopez van Lajos Portisch

Inleiding

In deze recensie bespreek ik het boek My Secrets in the Ruy Lopez van Lajos Portisch (geboren 1937). Portisch behoorde in de jaren zeventig tot de wereldtop, werd meermalig kampioen van Hongarije en werkte als secondant van Karpov tijdens diens match tegen Kasparov in 1990.

Het lijkt een groot karwei om op deze leeftijd nog aan een schaakboek te beginnen, maar Portisch maakt gebruik van de assistentie van de bevriende grootmeester Imre Hera en het enorme archief dat hij in al zijn actieve jaren op heeft kunnen bouwen.

 

Analyse

Heeft dergelijke kennis nog wel waarde in het computertijdperk? Portisch geeft toe dat al zijn analyses met de computer gecontroleerd zijn en begint hoofdstuk twee over de Steinitz-verdediging met hoe deze variant een deel van zijn repertoire is geworden, alsook de dialogen tussen Fischer en Portisch over deze opening.

Daarnaast legt Portisch uit van welke meesters de lezer partijen zou moeten bestuderen, wat wordt benadrukt door het feit dat regelmatig partijen gebruikt worden die meer dan een eeuw oud zijn. De nostalgie komt ook naar voren door herinneringen op te halen aan het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Portisch maakt door het hele boek dergelijke uitstapjes naar de (schaak)geschiedenis. Wie niet geïnteresseerd is, staat het uiteraard vrij om dit over te slaan.

Lees meer >

“Mar del Plata, 30 maart 1960” door Jan Willem Duijzer. Column van Schaakvereniging Promotie.

We hebben het nu natuurlijk over Wijk aan Zee, maar in Mar del Plata werd ook geschaakt. Lees de column van Jan Willen hier !