Rubrieken

“Straatduif” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie

Geboeid heb ik zitten kijken naar het verhoor van Michael Cohen door leden van het Congres. Mijn vrouw riep mij toen zij bij het zappen op CNN de live uitzending was tegengekomen.
Ik heb direct mijn werkzaamheden aan de kant gelegd en mij bij de televisie genesteld. De stategie van de Republikeinen bleek te zijn Cohen als een pathologische leugenaar neer te zetten. Iemand die gewoonweg altijd liegt als hem dat uitkomt. “U heeft eerder in een hoorzitting van het congres gelogen, waarom zouden we u nu wel geloven? Senator Jordan leidde de aanvallen in en elke senator na hem gaf een minuutje van zijn of haar eigen ondervraagtijd aan Jordan om Cohen extra af te matten. Enkele Republikeinse senatoren waren gematigd van toon, waarschijnlijk om te kijken of Cohen dan wat minder alert zou zijn. In schaaktermen: er werden enkele stille zetten gedaan dan wel een schijnaanval op de andere zijde van het bord geplaatst.

Cohen gaf geen krimp, ook niet toen de jaloezie kaart werd gespeeld. Hij zou geaast hebben op een post in het Witte huis en heeft, toen hij die niet kreeg, een 180 graden draai gemaakt en zich tegen de President gekeerd, na eerst één van zijn trouwste vazallen te zijn geweest. Cohen bleef uiterst secuur en correct antwoorden en beleed enkele malen zijn spijt. En zo waar: ik kreeg sympathie voor de man en zelfs begrip. In zijn tomeloze eerzucht deed hij alles (liegen, dreigen en zwijggeld betalen) om de President te dienen. Hij legde uit dat er een moment kwam dat dit alles zo tegen de belangen van het volk in druisde, dat hij dat niet meer wilde.
Hij heeft de veroordeling inzake zijn transacties en meineed al binnen en zal enkele jaren in de gevangenis moeten verblijven. Hij wil nu verklaren (wat iedereen overigens al weet, maar graag uit zijn mond hoort) dat de President een niets en niemand ontziend persoon is die alleen zijn eigen belang kent en tot elke prijs wil winnen.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 23 februari 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Gespot 92: Reuzendoder Wouter Spoelman

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

In Gespot 66: Reuzendoders bespreek ik een bijzondere overwinning van IM Manuel Bosboom op voormalig wereldtopper Peter Leko.
Maar we hebben in ons kleine kikkerlandje meer mensen rondlopen die wel eens een mooie ‘scalp’ te pakken krijgen. Wat eigenlijk niet zoveel onder de aandacht is geweest, maar in mijn ogen toch wel heel bijzonder, is wat de Amsterdamse grootmeester Wouter Spoelman in het vorige jaar voor elkaar heeft gekregen.

GM Wouter Spoelman (foto Frans Peeters)

Wouter is een oud-pupil die op jonge leeftijd niet alleen heel talentvol was, maar ook precies wist, wat hij wilde. Met grote discipline stortte hij zich op zijn schaakstudie en reeds op jeugdige leeftijd werd hij IM en later GM. Een profcarrière ambieerde hij niet; sterker nog, hij koos voor zo’n beetje de zwaarste en langst durende studie die er bestaat: medicijnen. Er zijn meer schakers die dit pad kozen en die hebben het schaakbord meteen aan de wilgen gehangen. Maar Spoelman niet! Hoewel hij nauwelijks de tijd heeft om zelf te schaken, begeeft hij zich sporadisch in de toernooi-arena. Zo liep hij een paar jaar geleden de nationale titel, die hij voor het grijpen had, mis. Dat moet een grote teleurstelling voor hem geweest zijn, maar hij houdt al jaren zijn rating van rond de 2585 redelijk in stand en dat is – als je zo weinig tijd kunt spenderen aan ons mooie spel – een prestatie van formaat.
Gelukkig zijn er nog andere manieren om te schaken en dat is via het internet. Zo laat hij zich via de Amsterdam Mosquitos op www.chess.com regelmatig zien. Dat gaat om een wereldwijde internetcompetitie waarin verschillende teams het tegen elkaar opnemen.

Vorig jaar wist Wouter op fraaie wijze wereldkampioen Magnus Carlsen met zwart te verschalken en nog niet zo lang geleden ging een andere wereldtopper, Maxime Vachier-Lagrave er bij hem onderdoor. Dat zijn bepaald niet de minsten! Ik heb deze opmerkelijke prestaties voor uw maar eens geanalyseerd.

Ook leuk om te zien hoe zijn tegenstander live commentaar geeft op deze partij. Han Schut heeft het filmpje voor u weten op te slaan via deze link. Het artikel van Han kunt u hier vinden.

Lees meer >

Boekrecensie: Game Changer

Toen ik nog heel jong was, kregen we thuis het computerprogramma The Final Chess Card. Waarschijnlijk was het bedoeld voor mijn oudere broer en zus die toen iets verder waren in het schaken. De naam van dat programma suggereerde dat een definitieve oplossing van het schaakspel nabij was, maar dat was bij dit programma nog lang niet het geval.

Hierna volgden allerlei andere programma’s die steeds sterker werden: Fritz natuurlijk, Rybka sloeg ik over, Houdini kocht ik wel en de laatste jaren natuurlijk vooral Stockfish. Meestal liep ik een aantal versies achter en aan het kijken naar de instellingen heb ik me al helemaal niet gewaagd. Nee, het computerschaak vond ik niet zo interessant en de matches ‘Man vs. Machine’ uit mijn jeugd tussen Kasparov en Deep Blue en Kramnik en Deep Fritz al helemaal niet, hoewel ik het wel erg speciaal vond dat Kramnik zich zo maar mat in 1 liet zetten. De deelname van Fritz SSS* aan het Nederlands Kampioenschap in 2000 vond ik destijds heel apart en nu nog veel meer.

Gek genoeg maakte enige opwinding zich van mij meester toen begin december 2017 berichten over AlphaZero verschenen. Een programma dat binnen een paar uur schaken leert en dan al sterker is dan het sterkste programma ooit, doet het goed bij de massa en blijkbaar ook bij mij. Later bleek dat op de onderzoeksopzet wel wat af te dingen was. AlphaZero maakte gebruik van veel sterkere hardware en Stockfish was niet op zijn sterkst. Desondanks was ik bijzonder onder de indruk van het mysterieuze spel van AlphaZero dat op niets leek wat ik eerder gezien had.

Daarom gaf ik aan graag het boek Game Changer te recenseren. Naast het feit dat ik AlphaZero erg interessant vond, was ik ook benieuwd naar de invalshoek van de auteurs, Matthew Sadler en Natasha Regan. Van hen las ik eerder het bekroonde Chess for life dat erg helder en origineel geschreven was. Nu bleek ik niet de enige te zijn met interesse in dit boek, want op deze site vertelden Teun Koorevaar  en Han Schut al uitgebreid over het boek. Dat hoef ik natuurlijk niet nog eens te herhalen, dus heb ik het in mijn stukje iets meer over de relevantie van het boek voor mij als schaker.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: een verhandeling over het Wolgagambiet

In deze aflevering van deze rubriek heb ik (op verzoek) een compilatie gemaakt van een vijftal artikelen die in 2012 in Schaakmagazine zijn verschenen. Door ze gedeeltelijk bij elkaar te voegen is er nu een overkoepelende verhandeling over het Wolgagambiet verschenen.

 

De oorspronkelijke naam van de opening is het Wolga-gambit, genoemd naar de rivier de Wolga als gevolg van een artikel door B. Argunov dat werd gepubliceerd in het tweede nummer van 1946 van het tijdschrift Schachmaty in de Sovjet-Unie. De term wordt nog steeds veel gebruikt in de Russische literatuur. Omdat in de jaren ’60 de Amerikaan Pal Benkö deze opening met succes begon te spelen en zijn bevindingen ook publiceerde, heeft de opening – vooral bij de Engelssprekende schakers – zijn naam (Het Benkögambiet) meegekregen.

 

 

 

(Links Pal Benkö, rechts een afbeelding van de rivier de Wolga)

 

 

Het Wolgagambiet is een prachtig systeem voor spelers die van actief spel houden. Als je tactisch handig bent, is het misschien een aanrader om tegen 1. d2-d4-openingen te spelen. Door de druk die zwart uitoefent op de damevleugel, komt er de nodige tactiek om de hoek kijken. Tegelijkertijd ontwikkel je ‘spelenderwijs’ je strategisch inzicht; het gaat er tenslotte wel om dat je je stukken naar de goede velden weet te manoeuvreren.

Na de openingszetten 1. d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 brengt zwart met 3…b5!? een pionoffer op lange termijn.4. cxb5 a6 5. bxa6 g6 6. Pc3 Lxa6

Dit is de uitgangsstelling van de hoofdvariant waarin wit het pionoffer aanneemt. De compensatie voor het pionoffer kunnen we grotendeels als volgt formuleren:

• Zwart beschikt over een ontwikkelingsvoorsprong;
• De kwetsbare pionnen op a2 en b2;
• Wits problemen om zijn ontwikkeling te voltooien door de druk die zwart uitoefent op zijn damevleugel;
• De moeilijkheid voor wit om spel te creëren (bijvoorbeeld door het centrum met e4-e5) vanwege de actieve stand van de zwarte stukken.

Al met al een interessant systeem dat door diverse topspelers met zwart is gespeeld. Net zoals we met de Benoni hebben gedaan gaan we ons oriënteren op de belangrijkste basisideeën die deze openingsvariant met zich meebrengt. We maken opnieuw een splitsing tussen Strategische en Tactische ideeën.

Strategische ideeën

Het is zinvol om de belangrijkste strategische ideeën voor beide spelers te ordenen.

Zwarts plan om te ontwikkelen

In het volgende schematische diagram zien we duidelijk in kaart gebracht wat zwart meestal voor ogen heeft over hoe hij zijn stukken wil ontwikkelen. Met torens op de a- en de b-lijn oefent hij (zware) druk uit. De loper op g7 ondersteunt van afstand al deze operaties, terwijl ook de zwarte dame de helpende hand uitsteekt. De positie van de dame hangt overigens af van welke opstelling wit gaat innemen.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 16 februari 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

‘Winnen wat je winnen kunt!’, met schaakschrijver Cyrus Lakdawala

Winnen wat je winnen kunt!

Boekrecensie van Cyrus Lakdawala’s Clinch it! (2018) door Daniël Zevenhuizen

Met Clinch it! is Amerikaanse schaakschrijver Cyrus Lakdawala  aan zijn tigste boek aangekomen. En de ervaring loont: het boek is tot in de puntjes uitgewerkt, boeiend en vooral erg goed geschreven. Het hoofddoel van de auteur is om het winnende voordeel vast te stellen en dan tot een goed einde te brengen.

Lees meer >

“Als je eens wist…” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie.

Het is een waarheid als een koe: wie een geschiedkundig onderwerp bestudeert dat niet al te contemporain is, heeft het voordeel van de wijsheid achteraf. Toen de Eerste Kamer werd geïntroduceerd in 1815 was dat op verzoek van de Zuidelijke Nederlanden die een plaatsje wilden reserveren voor hun adel. Daar ging Willem I mee akkoord. Het was op dat moment een handige zet om onze zuiderburen binnenboord te krijgen.

Lees meer >

Herinneringen aan kapper De Brie

Je hoeft geen grootmeester te zijn om een legendarische schaker te zijn. Misschien heeft iedere stad of dorp wel zijn schaaklegendes. In Utrecht behoort kapper De Brie daartoe. In zijn kapperszaak vonden tijdens het knippen de meest wonderlijke schaaktaferelen plaats. Daarnaast was hij ook een sterke schaker, in een simultaanseance won hij eens van Euwe. Een mooi verhaal van Robert Beekman en Bert Kieboom, met historische foto’s en partijfragmenten, op de website van Oud Zuylen Utrecht.

 

Kapper de Brie (11 september 1879 – 31 maart 1961). Bij leven al een legende. Iedereen kent hem. Eén van de meest geliefde leden van Schaakclub Utrecht. Ook erelid van de Nederlandse Kappersbond in 1947. Hij is in die wereld administrateur van de kappersvakschool geweest, penningmeester van de afdeling Utrecht en leider van de kappersziekenkas.

Zo rond 1900 richt hij samen met een aantal vrienden de schaakclub Schaakmat op. In 1920 gaat diezelfde schaakclub failliet. Hij kan amper begrijpen waarom. De reden is namelijk dat er in de zaal naast het clublokaal niet meer gebiljart kan worden (!)

In 1916 is hij al lid van Schaakclub Utrecht geworden waar Olland dolblij met hem is.

Lees meer >

Belevenissen van een arbiter: ‘Boontje komt om zijn loontje!’

“Wie heeft het toernooi gewonnen?” vraagt mijn jeugdige collega de dag na afloop van het Tata Steel Chess Tournament als ik de draad van het gewone leven op mijn werk weer probeer op te pakken. “Magnus Carlsen” antwoord ik iets te snel maar ik voeg er gelijk aan toe: “en nog een paar honderd anderen!” Want het toernooi bestaat niet alleen uit de Masters en daarop volgend de Challengers. De vele vierkampen en tienkampen zorgen samen met wat speciale groepen – waaronder het journalistenkampioenschap en zelfs een arbiterstoernooi – voor meer dan 320 winnaars! Natuurlijk zijn de spelers op het podium het belangrijkst en het uithangbord van het toernooi. Maar wat het ook zo wereldberoemd maakt is het feit dat het overgrote deel van die amateurs in één zaal speelt met de professionals en dat het systeem van meerkampen met promotierecht iedere schaker de mogelijkheid geeft om de groep van de Masters te bereiken!

Lees meer >