Rubrieken

Schaakrubrieken weekend 30 september 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Schaken als oefening in “handelen”, de column van Jan Willem Duijzer. Schaakvereniging Promotie

De column van Jan Willem Duijzer is weer zeer lezenswaardig.

De Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt maakt onderscheid tussen drie soorten van menselijke activiteiten: “arbeiden”, “werken” en “handelen”. In het arbeiden zijn mensen gelijk aan dieren: het betreft puur datgene wat steeds opnieuw nodig is om te overleven. Werken is voor haar het maken van ‘dingen’, een doelgerichte activiteit waarmee de mens zich al begint te onderscheiden van de dieren. Pas in het handelen wordt een mens echt mens, aldus Arendt. Handelen is “het omgaan met anderen”, waarin mensen zich in vrijheid aan elkaar tonen met alle uitdagingen en risico’s die daaraan verbonden zijn. Haar grote voorbeeld is de Griekse polis, waar vrije mensen in een directe democratie samen vormgaven aan hun samenleving. Maar evenzogoed noemt ze voorbeelden van handelen in de kring van vrienden en gezin.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 23 september 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

“Stellingen over schaken – Deel 1” column van Hans Meijer, Schaakvereniging Promotie

Er zijn vele stellingen in het schaken. Maar er zijn ook stellingen over het schaken. Hans Meiijer schrijft hierover in zijn eerste column van dit seizoen.

Op vele Nederlandse universiteiten is het een goede gewoonte dat een promovendus zijn of haar proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor vergezeld doet gaan van een inlegvel met tien tot vijftien stellingen. In de loop der tijd heb ik van zo´n veertig geleerde vrienden en collega’s een exemplaar van hun proefschriften gekregen die nu allen in mijn (virtuele) boekenkast staan.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 22: Coen Zuidema

Vier keer werd Coen Zuidema eerste bij het Nederlands kampioenschap. Drie keer moest hij die eerste plaats delen en verloor hij de barrage. Van 1965 tot en met 1973 (zeven toernooien) werd hij daarmee op Hans Ree na wel de meest succesvolle NK-deelnemer.

Coen Zuidema (geboren 29 augustus 1942) werd in 1961 en 1962 jeugdkampioen van Nederland. Ook in 1959 werd hij eerste, maar samen met Frans Kuijpers, die daarmee zijn titel behield zonder een barrage te hoeven spelen. Eigenlijk waren ze het in vijf jaar tijd dus allebei drie keer.

In 1961 verraste Zuidema bij het wereldjeugdkampioenschap in Den Haag. In de laatste partij van de voorronde versloeg hij favoriet Vlastimil Hort in een partij van tien en een half uur, terwijl de wedstrijdleiding al op de indeling van de finalegroepen zat te puzzelen. Zuidema ging naar de kampioensgroep, Hort had geen zin meer in groep B en trok zich terug met de mededeling dat hij overschaakt was. Zuidema kreeg in allerijl Hans Bouwmeester als secondant aangewezen voor de finalepoule, waarin hij tot het laatst meedeed om de medailles. In de laatste ronde werd hij teruggewezen naar een gedeelde vierde plaats, samen met Helmut Pfleger, achter kampioen Bruno Parma.

Vier keer eerste

Na een goed debuut op het Nederlands kampioenschap van 1963 werd Zuidema in 1965 eerste, samen met Lodewijk Prins. Hij verloor de beslissingsmatch met 1,5-2,5. In 1970 deelde hij de eerste plaats met Eddie Scholl. Bij een stand van 3-3 ging de beslissingsmatch over in ‘sudden death’ en verloor Zuidema de eerstvolgende partij. Twee jaar later werd hij kampioen, voor Jan Timman, Kick Langeweg en Hans Ree. Een voor die tijd zeer sterk bezet NK. In 1973 werd hij weer eerste, maar moest hij die plaats delen met Bert Enklaar en de pas in Nederland gevestigde Genna Sosonko. De ex-Rus won de beslissingsdriekamp, Zuidema werd tweede.

Lees meer >

Chess for hawks

 

De afgelopen zeven jaar heeft Cyrus Lakdawala meer dan dertig (!) schaakboeken geschreven. Ook in 2017 zit de Amerikaanse schaaktrainer niet op zijn lauweren te rusten, getuige de uitgave van (onder meer) Chess for Hawks. Het leeuwendeel van Lakdawala’s productie bestaat uit Move by Move boeken. In die serie worden, in vraag-en-antwoordformaat, openingen dan wel partijen van bekende spelers besproken. Chess for Hawks is in dat opzicht een vreemde eend in de bijt. Het is geen openingsboek of biografie. De speelstijl van de lezer staat centraal: ben je een duif of een havik?

 

Duif of havik

Lakdawala komt (tot zijn schrik) al op achtjarige leeftijd tot de ontdekking dat hij een duif is.

In bovenstaande stelling speelt hij de voor hem meest natuurlijke zet, Te2. Zwart dreigt immers met zijn toren de tweede rij binnen te vallen. Meteen wordt hij door zijn trainer op de vingers getikt: “Waarom speel je niet de actieve zet Te7? Je zou een veel sterkere speler zijn als je niet als een mietje zou schaken.” Duif is in het boek een eufemisme voor mietje, en Lakdawala beseft bijna een halve eeuw later dat hij nooit in een havik zal veranderen.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 16 september 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

“Oudjes onder elkaar” door Manuel Nepveu

Toen mijn schoonmoeder op haar zevenenveertigste met een bolle buik door Coevorden liep, werd er achter haar rug om gezegd: “De oudjes doen het nog goed”. Deze column had die titel ook kunnen krijgen, maar daar zie ik nu toch maar van af.

Midden juli werd het jaarlijkse seniorentoernooi in Dieren georganiseerd, de opvolger van het Bilderberg-toernooi dat tussen begin jaren zeventig en twee jaar geleden in Oosterbeek georganiseerd werd.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 9 september 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 23: Frans Kuijpers

Nadat Hein Donner in 1954, 1957 en 1958 drie keer op rij kampioen van Nederland was geworden, lukte het hem niet net als zijn voorganger Max Euwe een hegemonie te vestigen. In 1961 was er Hoan Liong Tan, in 1963 Frans Kuijpers. Vanaf 1967 zat Hans Ree Donner in de weg, totdat in 1973 Jan Timman wel een nieuw tijdperk vestigde.

Frans Kuijpers (geboren 27 februari 1941) werd vanaf 1958 drie keer op rij jeugdkampioen van Nederland. In 1963 werd hij met zijn 22 jaar de jongste kampioen sinds Euwe in 1921. Weliswaar verloor Kuijpers van Donner, maar met 9 uit 11 bleef hij anderhalf punt op hem voor. Hij werd in de jaren zestig nog derde en twee keer vierde. Met zijn clubteam Rotterdam werd hij als eerstebordspeler kampioen van Nederland in 1966 en 1968.

Kuijpers werd uitgenodigd voor IBM- en Hoogovenstoernooien, waar hij niet heel succesvol was. Wel won hij partijen van wereldtoppers: Gligoric (twee keer), Benkö, Kotov en Uhlmann. Tot en met 1980 nam hij acht maal deel aan het Nederlands kampioenschap. In 1984 werd hij met zijn clubteam Eindhoven (tweede bord) verrassend kampioen van Nederland, voor het machtige Volmac Rotterdam. Je kunt Kuijpers twintig jaar lang een Nederlandse topspeler noemen. Niet zo bekend is dat hij ook een prima snelschaker was. Hij werd open snelschaakkampioen van Nederland in 1962, 1970 en 1971.

 

Olympiades

Kuijpers’ status van Nederlandse topspeler werd ook bevestigd in zijn vier deelnames aan de Olympiade. Daarin maakte hij bovendien grote faam.

Lees meer >