Rubrieken

Een tientje

Column van de Schaakvereniging Promotie

Lees meer >

Gespot 6: Trainer neemt afscheid van leerling

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders.

In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

Voor een trainer is het ultieme doel als zijn pupillen hem voorbij streven en prachtige resultaten behalen. Het is mij (gelukkig) al te vaak gebeurd. De grote vraag is natuurlijk tot wanneer een trainer zijn leerling kan blijven trainen. Daar zijn geen regels voor. De ongeschreven wet is dat er een substantieel verschil in speelsterkte moet zijn.

Lees meer >

Canon (15): Het IBM-toernooi

Het grootste schaaktoernooi ter wereld, noemde Berry Withuis het IBM-toernooi in Amsterdam. Net als het Hoogovenstoernooi bestond het uit een grootmeestergroep, een meestergroep en een amateurtoernooi met vele honderden deelnemers in tienkampen. Maar het begon heel bescheiden.

In het seizoen 1960-61 haalde het tweede team van het Verenigd Amsterdams Schaakgenootschap (VAS) een stunt uit door kampioen van Nederland te worden. Twee jaar later speelde VAS zelfs met drie teams in de hoofdklasse. De Amsterdammers hadden in Nederland nauwelijks concurrentie. Withuis (VAS-lid en groot organisator, over hem is in deze Canon een apart venster geschreven) bedacht daarom een toernooi waarin vijf of zes VAS’ers een internationale meesternorm konden scoren.

Het eerste toernooi in 1961, toen nog IBM/VAS-toernooi geheten, was meteen een succes. De 24-jarige Kick Langeweg won de twaalfkamp met 9 uit 11 (zonder remises!) voor Hein Donner. Hij scoorde maar liefst tweeënhalf punt boven de meesternorm.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Franse structuren 4

In de vorige drie afleveringen bespraken we stellingen voortkomend uit het Frans. In het eerste deel (onder A) werd de ketenstrijd belicht die ontstaat in de doorschuifvariant (1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5). In het tweede deel (onder B) hebben we onze aandacht gericht op varianten na 3. Pc3.

In deel 3 keken we naar, wat velen de juweel van de Franse verdediging noemen, de Winawervariant die ontstaat na 3. … Lb4.

In dit vierde en laatste deel rest ons nog één speelwijze die ook tot weer heel specifieke stellingsbeelden leidt, namelijk de ontwikkeling van het witte damepaard naar d2.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Franse structuren 3

We zijn al twee afleveringen bezig met de problematiek van gesloten stellingen in het Frans. In het eerste deel (onder A) werd de ketenstrijd belicht die ontstaat in de doorschuifvariant (1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5). In het tweede deel (onder B) hebben we onze aandacht gericht op de varianten na 3. Pc3.

We nemen nu de draad op met één van de hoofdlijnen namelijk de zogenaamde Winawervariant die ontstaat na 3. … Lb4.

Lees meer >

Modernisering van de FIDE

Modernisering van de FIDE

Internetconsultatie van de FIDE

Vandaag staat op de website van de FIDE een belangrijke mededeling. Het is een oproep tot internetconsultatie.

Dit instrument gebruikt de Nederlandse overheid al enige jaren, vgl.

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internetconsultatie

En wat men ook mag zeggen van de FIDE, de bond gaat wel met zijn tijd mee. De KNSB en de regionale bonden zouden met meer dan grote belangstelling dit idee van de FIDE moeten volgen. Wellicht stimuleert het hen het middel ook te gebruiken.

Lees meer >

Schaak Challenge met Hans Böhm

Schaakrubriek uit het weekblad Branbants Centrum

Lees meer >

Canon (14): Berry Withuis

“Er is een toernooidirecteur, een toernooicomité, een Raad van Advies, you name it. Maar ik zeg u: zonder een allesweter, alleskunner, allesregelaar, die altijd beschikbaar is en altijd zin maakt, zal het niet gaan.” Dit schreef Lex Jongsma in het tijdschrift Matten (januari 2009) over Berry Withuis.

Niemand heeft ooit zo’n grote rol gespeeld bij Nederlandse toernooien als Berend Jan Withuis (geboren 20 januari 1920). Hij richtte in 1956 een speciale persdienst op, voor het WK-kandidatentoernooi in Amsterdam. In 1957 deed hij dat bij het zonetoernooi in Wageningen, in 1959 begon hij bij het Hoogovenstoernooi en in 1961 was hij medeoprichter van het IBM-toernooi. Ook was hij perschef bij Nederlandse kampioenschappen. Withuis bedacht de dagelijkse toernooibulletins (met alle partijen), wat pas veel later door de FIDE verplicht werd gesteld. Dat lijkt een eenvoudig idee, maar tijdens de Olympiade in 1954 (Amsterdam) meende de KNSB nog de publicatierechten te hebben. Voor Withuis, communist in hart en nieren, was dat een gruwel. Hij hield zijn rol bij de diverse toernooien 35 jaar vol.

Lees meer >

Weer een klassiek geval van vals spelen

Weer een klassiek geval van vals spelen

De rol van de scheidsrechter

Op het Duits kampioenschap 2011 verlaat een speler regelmatig de speelzaal om lang weg te blijven. De tegenstander vraagt de bijstand van de scheidsrechter. Gezamenlijk gaan ze op onderzoek uit. Het blijkt dat de speler op het toilet is. De tegenstander vermoedt dat sprake is van fraude. De scheidsrechter doet niets. Voor de speler is de lol van het schaken eraf, en biedt remise aan, wat de tegenstander aanvaardt. Kort daarna gaat de scheidsrechter op onderzoek uit, en ontdekt dat de tegenstander op het toilet zijn smartphone heeft geraadpleegd waarop een schaakprogramma was geprogrammeerd.

Hoewel het voor de scheidsrechter uiteindelijk toch goed is afgelopen, verdient zijn optreden geen schoonheidsprijs. Zoals schakers zich verdiepen in openingsvarianten, zo moeten scheidsrechters zich verdiepen hoe zij zich moeten gedragen bij beschuldigingen van fraude. Want er komen nog wel meer gevallen van vermeende fraude.

Lees meer >

Het is een kwestie van optellen en aftrekken

Het is een kwestie van optellen en aftrekken

Hoe de digitale wereld het schaakrecht verandert

1. Het probleem

2. De subjectieve vlagval

3. De opvatting van Gijssen

4. -5 + 2 = -3

5. De digitalisering en de interpretaties van de FIDE-regels

6. De digitale klok als assistent-scheidsrechter

1. Het probleem

Nikita Tsjinarjev uit Rusland heeft het volgende meegemaakt in een partij waarbij een analoge klok werd gebruikt. De vlag van speler S valt, maar de tegenstander T bemerkt dat niet. Het spel gaat dus door. De partij gaat zelfs zolang door dat er na de vlagval vijf minuten zijn verstreken, dus -5 minuten. En dan komt het. De tegenstander (wiens vlag niet is gevallen) doet een ongeoorloofde (‘onreglementaire’) zet. De speler claimt. Op grond van artikel 7.4 sub b van de FIDE-regels moet de scheidsrechter dwingend rechtelijk de speler twee minuten extra bedenktijd toe te kennen.

Dan bemerkt de tegenstander natuurlijk dat de vlag van de speler al is gevallen. Hij claimt de winst van de partij. Echter, de scheidsrechter stelt de klok van de speler bij. Hij stelt de kloktijd in op twee minuten voor de speler, en beslist dat de partij zo verder wordt gespeeld. Dat nu vindt Nikita Tsjinarjev een onjuiste beslissing en vraagt Gijssen wat hij ervan vindt.

Lees meer >