Rubrieken

Krantenrubrieken weekend 30 april 2022

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Boekrecensie – Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution van Ivan Sokolov

In het laatste Tatatoernooi was Magnus Carlsen als vanouds dominant met bijvoorbeeld overtuigende winstpartijen tegen Anish Giri (36 zetten), Richard Rapport (31 zetten) en Shakhriyar Mamedyarov (27 zetten). De partijen lijken simpel. Hoe doet hij dat toch? Iets voor het toernooi, in december 2021, kwam het boek Magnus Carlsen’s Middlegame Evolution uit van Ivan Sokolov waarin ik hoopte een antwoord te krijgen op deze simpele vraag.

Ivan Sokolov heeft inmiddels al heel wat boeken op zijn naam staan. In mijn boekenkast staan er twee: een boek over 4.e3 tegen het Nimzo-Indisch en Winning Chess Middlegames over verschillende pionnenstructuren in 1.d4-openingen. Beide werken las ik met plezier, omdat Sokolov met al zijn ervaring er goed in slaagt om ingewikkelde concepten relatief eenvoudig uit te leggen. Daarom was ik benieuwd naar zijn laatste werk dat zijn eerste boek is voor uitgeverij Quality Chess. 

Lees meer >

De geschiedenis van wat nu het Max Euweplein is

Niet helemaal schaakgerelateerd, maar wel een beetje: hoe is het Max Euweplein ontstaan en wat was de plek voordat het dat was? Om alvast antwoord te geven op de laatste vraag: een gevangenis! Dat gebouw bestaat nog steeds en als ik het goed zie zit nu o.a. het Max Euwecentrum erin. In de Tweede Wereldoorlog was het gebouw berucht en werd het door de Duitsers misbruikt. Nog een opmerkelijk feitje: Anne Frank heeft haar laatste nachten in Amsterdam doorgebracht op de plek waar nu het Holland Casino staat.

Lees meer >

Recensie :   Everybody’s talking about the Bird

De meeste schaakboeken die tegenwoordig op de markt komen zijn ofwel openingsboeken, dan wel leerboeken.  Persoonlijk juich ik de komst van die tweede categorie toe , hoewel er natuurlijk verschillen zijn in de kwaliteit van het aangebodene. En vind ik persoonlijk dat er veel te veel wordt gepubliceerd over modern openingsspel.  Een onderwerp als bijvoorbeeld de de huidige stand van zaken in de Najdorf variant van het Siciliaans is minder interessant voor spelers onder elite of sterk grootmeester niveau. Om te beginnen is door de snelle ontwikkelingen in de hoogste schaakechelons een idee vaak al verouderd als het word gepubliceerd. Verder betreft het openingen van het karakter waarvoor dagelijks onderhoud noodzakelijk is om het goed bij te houden. En tenslotte betekent het klakkeloos kopiëren van de openingsfinesses van elitespelers dat men subtiliteiten moet doorgronden die het bevattingsvermogen van het merendeel van de lezers meestal te boven gaan. Inclusief ondergetekende, laten we daar duidelijk over zijn.  Men koopt dergelijke boeken zodoende om zettenreeksen te kopiëren, en dat kan nooit de bedoeling zijn…

Er zijn ook schaakboeken, die de koper willen inspireren.  Die niet de ambitie hebben om direct bij te dragen aan verhoging van de speelsterkte van de lezer maar ideeën presenteren.  De schaakspeler kan het spel op twee manieren beleven, ofwel hij volgt strikt de voorschriften van de goede leerboeken, en houdt zich bij alle facetten van het spel aan de geschreven en ongeschreven wetten .  Op die manier kan de schaakstudent een hele goede speler worden.  Een hele andere benaderingswijze is wel kennis te nemen van de bekende leerstellingen, maar er zelf ook kritisch over na te denken en open te staan voor nieuwe ideeën.  Voor zulke schaakstudenten is de schaaktechnische ontwikkeling gepaard met vallen en opstaan, want de onderzoeker heeft het niet altijd (meteen) bij het juiste eind.

Afgelopen maand is in eigen beheer een boekje verschenen van de beroemde – of beruchte –  Britse meester Michael Basman wat de clubschaker wil inspireren om de eigen creativiteit in het spel te ontwikkelen.  En hij doet dat door de keuze van een rolmodel, een verrassende keuze, namelijk de 19e eeuwse Britse meester Henry Bird.

 

De titel :  “Everybody’s talking about the Bird
De subtitel :  “A celebratory talk about Britain’s greatest ever chess player Henry Bird, competitor, innovator, author, theorist, teacher, historian and visionary

 

Een hele mond vol, er er zullen zeker lezers van deze boekenrubriek zijn die zich afvragen wie Michael Basman en Henry Bird eigenlijk zijn?  Laten we beginnen met de auteur, een Britse meester die zich sterk ontwikkelde in de 60er jaren van de voorgaande eeuw en zelfs door Botwinnik als toekomstige hoop van het Britse schaak werd bestempeld. Zover is het niet gekomen, en dat had diverse oorzaken waarvan de belangrijksten wellicht waren gedeelde interesses ( bijv. schaakdidaktiek)  en een onbeteugelde experimenteervreugde van onze hoofdpersoon.  Maar Michael Basman heeft door de jaren wel een naam opgebouwd. Als sterke speler die diverse toernooien heeft gewonnen, zoals (gedeeld) eerste plaatsen in het Brits kampioenschap van 1973, Biel 1979, Luik open 1981 en vele kleinere evenementen.  Op zijn naam staan verder plusremises tegen wereldkampioenen Botwinnik en Tal, en van Smyslov verloor hij vooral omdat hij onverstandig een remiseaanbod van zijn legendarische tegenstander afsloeg. In Engeland heeft Basman een grote reputatie verworven als schaaktrainer en  popularisator van schoolschaak, waarbij hij een landelijke competitie voor scholen heeft ontwikkeld waar op het hoogtepunt tienduizenden kinderen aan mee deden. Internationaal is hij vooral bekend als speler, door zijn onconventionele spel en ongewone spelopeningen zoals 1.g4.. of 1.e4 h6 2.d4 a6.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 23 april 2022

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Recensie: Countering the Queen’s Gambit

Openingsboeken zijn er in allerlei soorten en maten. Zoals elke schaker heb ik er heel wat in mijn bibliotheekje staan. Maar er zitten exemplaren bij de ik nauwelijks heb bestudeerd. De reden?

Er zijn openingsboeken die boordevol staan met vrijwel uitsluitend varianten en bitter weinig toelichting. Na een paar bladzijden is de gemiddelde lezer al verdwaald in een woud aan varianten. Het nodigt zeker niet uit tot lezen. Andere boeken beginnen met ongebruikelijke varianten. Het lijkt me een vreemde kronkel om op die manier te beginnen.

Als er één ding is wat een auteur moet zien te bereiken is om de lezers bij zijn lurven te pakken en hem enthousiast maken om verder te lezen. Dan begin je dus met wat er toe doet. Dus maak je een vliegende start met de hoofdvarianten en de achterliggende principes en ideeën. Je valt de lezer op zo’n moment nog niet lastig met de één of ander obscure variant die je nooit op het bord krijgt.

Zo bekeken ben ik al een stuk enthousiaster over dit boek. De auteur neemt de lezer inderdaad bij de hand en laat hem op een bijzonder vriendelijke (en instructieve) manier kennis maken met het (geweigerde) damegambiet. Het boek bestaat uit vier delen en daarin elf hoofdstukken. Wat mag de lezer verwachten?

Lees meer >

schaakstukje

Cheesechess

Bij het bordspel keezen (variant van mens-erger-je-niet) worden de pionnen niet verplaatst door een dobbelsteen maar door kaarten. Zo mag je bijvoorbeeld alleen een pion opzetten als je een aas of een heer hebt. Ik stel me voor hoe deze regel te gebruiken bij het schaak. Net als bij het pokeren wordt het schaak (of wat daarvan over is) ook gedeeltelijk een geluksspel.

Elke speler krijgt vijf speelkaarten.

Lees meer >

“Schaken op muziek” door Manuel Nepveu

Er zijn veel dingen die je kunt doen op of met muziek. In de film Bolero (1984) spelen Bo Derek en nog iemand het oudste spel ter wereld terwijl de tonen van de bolero van de Franse componist Maurice Ravel het vuurtje nog eens lekker oppoken. Uit de tijd van de Braziliaanse dictatuur (1964-85) herinner ik me een luguber krantenbericht. Lees de hele column in PDF.

Lees meer >

Tot hier

Dit is mijn laatste bijdrage aan Schaaksite.

Het ga jullie goed beste lezers!  Ik heb de positieve reacties op mijn stukken steeds op prijs gesteld.

Lees meer >

Lezing Jan Timman in het Max Euwe Centrum

Foto: Bart Stam

Vorige week woensdag gaf Jan Timman zijn jaarlijkse lezing in het Max Euwe Centrum (MEC). Het was de perfecte locatie voor deze lezing omdat Max Euwe en zijn kwaliteiten als schaker centraal stonden in het verhaal van Timman.

Men twijfelt nogal eens aan de kwaliteiten van Nederlands enige wereldkampioen schaken. Vaak verwijst men dan naar de hoeveelheden alcohol die Aljechin tijdens de match zou hebben genuttigd.

Jan Timman haalde aan dat er inderdaad in de match enkele partijen waren die deze twijfels versterkten. Maar dat doet onrecht aan de prestatie van Max Euwe, die wel degelijk tot de wereldtop behoorde. Gedurende het jaar waarin hij de wereldtitel veroverde was hij ook de nummer één van de schaakwereld.

Boek over Euwe en zijn beste partijen

Jan Timman is bijzonder actief met het schrijven van boeken. Op dit moment werkt hij aan een boek over Max Euwe met daarin zijn 80 beste partijen. Het boek behandelt diverse periodes van het leven van Max Euwe en beslaat een periode vanaf zijn jonge jaren tot en met zijn partijen van na de Tweede Wereldoorlog.

Een van de beste prestaties van Max Euwe was zijn tweede – bijna gedeelde eerste – plaats in het naoorlogse toptoernooi in Groningen (1946). Uiteindelijk werd hij daar met 14 uit 9 tweede achter Botwinnik die het toernooi op zijn naam schreef met 14½ punten. Max Euwe bleef daarmee sterke schakers zoals Smyslow, Najdorf, Szabó. Boleslavski en Flohr voor. De laatste partij in het boek is die tegen Gennadi Sosonko in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het boek verschijnt ergens in 2023.

Lees meer >