Rubrieken

schaakstukje

Dubbelganger

Het schijnt dat iedereen een dubbelganger heeft (ga maar bij jezelf na). Zo is er iemand die als twee druppels water op Lionel Messi lijkt. Deze persoon kun je inhuren voor feesten en partijen en heeft er dus zijn broodwinning van gemaakt. Dat gold ook voor het evenbeeld van voormalig F1-coureur Michael Schumacher. Ook de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un heeft een dubbelganger die sprekend op de grote roerganger lijkt.

Lees meer >

“Verbetalorigheid” door Manuel Nepveu

Ik ben nooit zo’n geweldige vluggeradept geweest. Het is misschien wel leuk om je tegenstander vluggergewijs te slim af te zijn – “Kijk mij jou nou eens de oren wassen” – maar ik vind het verder oppervlakkig.
Lees de hele column in PDF.

Deze, en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.

Krantenrubriek 23 januari 2021

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

schaakstukje

Schaakbord

Ik heb het schaken van mijn vader geleerd. Schoolschaken bestond nog niet en schaakcomputers al helemaal niet. De eerste regel die hij me leerde was om het schaakbord voor je neer te zetten met linksonder een zwart veld. Dit lijkt me ook de basisregel van het schaken. Daarna kwam de uitleg over de stukken.

Sindsdien heb ik bij elk plaatje, filmpje of wat dies meer zij van een schaakbord met stukken de onbedwingbare behoefte te kijken of het bord goed staat.

Lees meer >

“Dammende schakers en schakende dammers” door Hans Meijer

Tot mijn zestiende was dammen mijn favoriete denksport. Dat veranderde toen de damclub op Kockengen mij niet als lid wilde accepteren, dit vanwege het verkeerde geloof, en ik mij bij de schaakclub in Breukelen aanmeldde. Het damspel raakte in de jaren daarna bij mij uit het zicht. Lees de hele column in PDF.

Deze, en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns.

Lees meer >

The Hippopotamus Defence

Zo voor de kerst werd ik ineens online een aantal keer van het bord getikt door hetzelfde systeem: De Hippopotamus. Hoewel ik het ook het ‘nijlpaardsysteem’ zou kunnen noemen, houd ik het voor het gemak nu maar even op ‘de Hippo’. Ik had al wel eens van de Hippo gehoord, maar in alle eerlijkheid nam ik het systeem niet zo serieus. Hoe kan het ook goed zijn als zwart alleen pionnen op zijn 6e rij zet en zijn lichte stukken zelfs alleen maar op de 7e? Des te frustrerender is het om er meerdere keren van te verliezen. Tijd voor wat kennisverbreding. Het boek “The Hippopotamus Defence” bood uitkomst. Met de ondertitel “A Deceptively Dangerous Universal Chess Opening System for Black” zegt het in ieder geval niks te weinig!

 

De opzet van het boek

Kennisverbreding was niet helemaal de enige reden waarom ik dit boek koos voor een recensie. Ik had het boek eerder al eens langs zien komen, en toen was het mij al opgevallen dat de auteur een vrij unieke opzet voor het boek had gekozen. De opzet is als volgt:

Stage 1: “Flash”

Stage 2: “Reflection”

Stage 3: “In Depth”

Het interessante aan deze opzet is dat je rustig en oppervlakkig begint. Het eerste deel leidt je door standaardstellingen en -structuren heen. Het kondigt aan waar je in de opening moet letten en geeft een aantal leuke partijen waarin de kracht van de opening wordt gedemonstreerd.

Het tweede deel gaat vervolgens meer de diepte in. Het is niet te zwaar, de focus ligt op de vele witte opzetten en waar je in die structuren op moet letten als zwart. Zo geeft het boek aan dat een centrum van 1 of 2 pionnen aan de witte kant relatief onschuldig is voor zwart en dat een wit centrum met 3 of 4 pionnen een grotere bedreiging vormt. Dit tweede deel bestaat hoofdzakelijk uit partijen. Het interessante is dat bij elke partij een aantal smiley faces 😊 worden gebruikt. 1 😊 betekent dat zwart relatief eenvoudig uit de opening komt, 3 😊😊😊 staat voor een pittige partij waarbij wit weet wat hij doet in de opening. Ik twijfel soms een beetje aan de juiste beoordeling van het aantal smiley faces bij de partij, maar in veel gevallen geeft het een handige indicatie voordat je de partij bekijkt.

Lees meer >

Krantenrubriek 16 januari 2021

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

In de schijnwerpers: Hans Bouwmeester

Hans Bouwmeester is de oudste nog levende schaakmeester van Nederland. Hij is inmiddels 91 jaar en zijn gezondheid is niet meer die van een jonge man. Maar ons gesprek was uitermate onderhoudend. Ik ken Hans nog uit mijn tijd bij Schaakclub Utrecht. Maar ik maakte al veel eerder kennis met hem. Zoals waarschijnlijk veel schakers begin jaren zeventig, verslond ik de Prismaboekjes waarvan hij, in samenwerking met onder anderen Bert Kieboom, de auteur was.

Op een goede dag meende ik een fout in een van de boekjes gevonden te hebben. Wij spraken elkaar (ik meen over de telefoon) en ik ging op de fiets van Harmelen (waar ik woonde) naar Vleuten, de woonplaats van de beroemde schaker en auteur. Hij ontving me uitermate gastvrij en ik liet hem de vermeende fout zien. Al snel bleek dat de fout in mijn hoofd zat en niet in de tekst. Gelukkig moesten we er beiden om lachen.

Pas jaren later ontmoetten wij elkaar af en toe weer. Deze keer in de zalen van het roemruchte SC Utrecht. Daar gaf hij soms ook schaaktraining. Hij deed het op een nauwgezette en zeer methodische wijze. Op een van die avonden liet hij zien hoe je de Pirc met zwart moest aanpakken. De kern van zijn betoog was dat je e5 moest proberen door te zetten. Na meer dan een uur training stak Lucas Bunge (een goede bekende van Hans) zijn vinger op en vroeg op plagerige toon:

In gepeins verzonken (Wikimedia commons)

“Maar Hans, als het zoveel moeite kost om e5 te spelen, waarom doe je het dan niet op de eerste zet?”

De zaal proestte van het lachen. Of de opmerking van de lolbroek bij Hans in goede aarde viel weet ik niet meer precies. Maar ik vermoed van niet. Daarvoor was hij te gedreven en serieus bezig.

Die gedrevenheid blijkt ook uit zijn verhalen over vroeger. In de Tweede Wereldoorlog ging hij naar de HBS. Maar hij kon zijn school pas na de oorlog afmaken. Daardoor ontstond er een probleem. Nederland was weliswaar bevrijd, maar we wilden ons koloniale bezit Nederlands Indië weer onder controle brengen en lieten ons verleiden tot een uitermate vervelende oorlog. Eufemistisch omgedoopt tot ‘politionele acties’. Hans vond dat nogal dom en deed er alles aan om onder de dienstplicht uit te komen. Maar hoe? Hij en zijn ouders waren verarmd door de oorlog. Dus was er geen geld voor een opleiding (mh – een reden tot uitstel van het vervullen van de dienstplicht). Tot overmaat van ramp werd hij ook nog goedgekeurd voor de gang naar Nederlands Indië. Hij zegt daarover:

“Ik was vastbesloten om niet te gaan. Ik had toen al contacten met talloze schakers over de grens. Desnoods smeer ik hem naar het buitenland!”

De redding kwam in de vorm van de kweekschool. Er was een groot tekort aan onderwijzers en hij kon een verkorte opleiding van 2 jaar volgen. Dat gaf hem net voldoende uitstel van militaire dienst om de ellende in de Oost te ontlopen. Uiteindelijk moest hij toch zijn dienstplicht vervullen en werd munitiesjouwer 2e klasse.

Na zijn diensttijd ging Hans het onderwijs in en gaf les op lagere scholen in Amsterdam en later in Gouda. Hij besloot om naast zijn baan wiskunde te gaan studeren. Dat ging in twee stappen. Destijds moest je staatsexamens doen. Dat was niet mis en een hele prestatie als je daarvoor slaagde. Het examen voor het tweede deel werd afgenomen door hoogleraren. In zijn geval Professor vd Woude. Dat was een uitstekende schaker. Hans had ooit van hem gewonnen. De prof zei op plechtige toon:

Lees meer >

Vraag over oprichting schaakclub (Morphy?) door Jan Esser in 1893

Van Klaas Marck kregen wij de volgende vragen. Is er een lezer die hier iets over weet, of iemand kent die er meer van zou kunnen weten?

Schrijvend aan een korte biografie over mijn vakgenoot Jan Esser stuit ik op het volgende probleem.

Zowel in het proefschrift van Barend Haeseker ‘Dr. JFS Esser and his contributions to plastic and reconstructive surgery’ (1983) als in ‘Het Tomeloze leven van Johannes Esser’ (2002) van journalist Ton Neelissens is te lezen dat Jan Esser in zijn middelbare-schooltijd de schaakclub Morphy heeft opgericht, en wel op 28 december 1893. Ook schrijft Neelissen dat Lasker in 1988 Leiden bezocht en gast was van de studentenschaakclub Alapin, waarvan Jan Esser de president was. Beide auteurs drukken in hun boek ook foto’s af (zie bijlagen).

Ik betwijfel of Jan Esser in zijn middelbare-schooltijd een schoolschaakclub heeft opgericht die Morphy werd genoemd. Waarom zou hij dat doen wanneer al in 1863 in Leiden bij het Leids Studenten Corps een gelijknamige club was opgericht? Kijken we naar de afbeelding ‘Esser scholierenschaakclub Morphy 1896′, dan is mijn indruk dat we niet naar scholieren kijken, maar naar studenten, die voor zich het portret van Morphy hebben staan.

Over studentenschaakclub Alapin vind ik op internet bij haagseschaakbond.nl/content/view/394/43/, een bijeenkomst waar Haeseker sprak en ook Hans Ree. Hier wordt vermeld dat Esser Morphy oprichtte in 1893 (als scholier) en later voorzitter was van de studentenschaakclub Alapin. Dat komt mij voor als merkwaardig. Esser was lid van het Leids Studenten Corps en dus vrijwel zeker ook lid van het veel eerder opgerichte Morphy.

Ook vind ik deze in mijn ogen foutieve informatie terug op oudzuylenutrecht.nl/esser-en-leussen/ een bijdrage van ene Robert Beekman uit 2016 bij Schaakclub Oud Zuylen.

Lees meer >

Jana Krivec – Improve your life by playing a game: Learn how to turn your life activities into lifelong skills

Om maar meteen te beginnen met een waarschuwing: dit is niet het gebruikelijke schaakboek. Dat blijkt al uit een paar droge feiten: er staan maar vijftien diagrammen in het hele boek, wel vijf dichtbedrukte pagina’s bibliografie en een paar honderd citaten die afkomstig zijn van een breed spectrum aan wijzen (van Plato via Kubrich en Osho naar Carlsen, Spassky en Aronian). Verwacht dus geen partijen, schaakpuzzels om op te lossen of technische verhandelingen over dubbelpionnen of het benutten van het initiatief in een partij.

Lees meer >