Opleiding en Training

Leren combineren 7

In deze nieuwe rubriek, primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, worden beginselen van het combinatiespel centraal gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

Inleiding

In deze aflevering wordt een thema gepresenteerd dat ogenschijnlijk minder voorkomt dan de gebruikelijke combinatiemotieven zoals mat, dubbele aanvallen, penningen enzovoort. We zullen het insluiten van stukken onder de loep nemen. Bij dit thema moet gedacht worden aan de bewegingsvrijheid van een bepaald stuk. De dame is het stuk met de grootste actieradius, het vangen hiervan komt niet zo vaak voor. Als het aantal velden waarnaar de dame gespeeld kan worden echter drastisch wordt beperkt, kan de jacht op dit stuk worden ingezet. Een elementair voorbeeld zien we in de eerste diagramstelling.

De zwarte dame lijkt actief te staan, maar zij heeft niet zoveel bewegingsvrijheid. Met zijn volgende zet toont wit aan dat het altijd link is als een belangrijk stuk zo weinig velden tot zijn beschikking heeft.

Instructievoorbeeld 1

1. Pe3 1-0

Lees meer >

Leren combineren 6

Deze nieuwe rubriek is primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, waarin de beginselen van het combinatiespel centraal wordt gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

Inleiding

Het ultieme doel in het schaakspel in het matzetten van de vijandelijke koning. Het mechanisme om op een leeg bord de vijandelijke koning met koning en dame of koning en toren mat te zetten, zal iedereen die de spelregels geleerd heeft, snel machtig worden. Moeilijker is om het mat te herkennen op een vol bord met stukken. Dat kan aangeleerd worden door verschillende matbeelden te bestuderen. Dit blijkt een erg nuttige oefening te zijn, omdat men zo spelenderwijs leert te zoeken naar logische verbanden. Door het samenspel te bekijken tussen de stukken die de vijandelijke koning matzetten, oefent men de in het schaakspel de o zo essentiële patroonherkenning.

Dat had de Hongaar Laslo Polgar, toen hij zijn dochters groot-bracht met het schaakspel, ook bedacht. Op de wand van de slaapkamer van de drie zusjes hing vader Polgar wekelijks een groot aantal diagrammen op met voornamelijk matbeelden. Later zijn deze diagrammen in een boek verschenen waarbij iedereen zelf mag proberen te zoeken naar het bewuste matmotief. Een voorbeeld hiervan.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Gambiet 6: Het Staunton gambiet

Gambiet 6: Het Staunton gambiet

Het Hollands is altijd een populaire opening geweest. De term ‘Hollands’ is overigens afkomstig uit de kingen van de wat cynische Britten over deze opening. Met hun uitdrukking ‘Double Dutch’ wordt duidelijk dat de Engelsen een wat denigrerend oordeel over dit systeem vellen.

Waarom de opening veel aanhangers kent, heeft vooral te maken dat zwart in de meeste gevallen zelf het systeem (of dat nu de Leningrader met … g6 of de Stonewallopstelling is) kiest en dus in stellingen terecht kan komen die hij van te voren heeft bestudeerd. Dat heeft veel voordelen en daarbij is de opening natuurlijk niet zo slecht als de Britten ons willen doen geloven. Een van hen, de sterke Engelse IM Robert Bellin, heeft zelfs een uitgebreide manual getiteld ‘Winning with the Dutch’ geschreven.

En als topspelers zoals Mikhail Gurevich, Nigel Short, Artur Yusupov en uit ons land Friso Nijboer en de huidige Nederlandse kampioen Dimitri Reinderman in deze opening brood zien, kan hij toch niet al te slecht zijn. Want als sterke spelers een opening spelen, volgen clubschakers snel. Een reden te meer om een verrassingswapen klaar te hebben liggen, waarin de witspeler het spel dicteert en voor de verandering niet degene die de opening mocht kiezen. Een ideale bestrijdingswijze is dan ook het Stauntongambiet.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Gambiet 5: het Jänisch gambiet

Gambiet 5: het Jänisch gambiet

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de goede en speelbare gambieten en de soms gevaarlijke, maar vaak ook zeer dubieuze of verdachte gambieten. Zo bestond er enige tijd een tijdschrift over gambieten, getiteld Gambitrevue. Toen mijn schaakvriend IM Gerard Welling (zie foto Dimitri Reinderman) me eens een nummer onder ogen gaf, was ik verbaasd over de vele idiote zetten die mensen voorgesteld hadden en daar ook nog graag hun naam aan gekoppeld wilden hebben. De mensen uit Gambitrevue waren duidelijk op zoek naar onsterfelijkheid zou je zeggen, maar het ene gambiet was nog inferieurder dan het andere. Tegenwoordig is er het veel serieuzere blad Kaissiber, onder regie van Stefan Bücker, waarbij hij niet over een nacht ijs is gegaan.

Na deze inleiding hoop ik u een gambiet aan te bieden dat misschien in een kwade reuk stond, maar zijn weg heeft gevonden tussen de varianten met een goede reputatie.

Ik heb het over het Jänisch gambiet dat ontstaat na 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 f5.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Gambiet 3: Het Budapester gambiet

Gambiet 3: Het Budapester gambiet

Dit seizoen wordt een aantal gambieten besproken. Op clubniveau zijn gambieten populair. Men offert een pion, soms zelfs meer en hoopt dan dat de onvoorbereide tegenstander in de wirwar van varianten de mist in gaat. Een aantrekkelijk vooruitzicht! Niet alle gambieten zijn even gezond, maar de kans op succes is relatief groot. Op voorwaarde natuurlijk dat men het gambiet goed in de vingers heeft zitten. En dat is meer dan zetjes uit het hoofd leren. Sterker nog: het alleen memoriseren van de openingsboom is helemaal geen garantie tot succes. Zoals in alle vorige afleveringen van deze serie inmiddels wel duidelijk mag zijn geworden, gaat het ook hier om het bestuderen van typische plannen, en combinatoire wendingen. Parate kennis daarbij is wel handig, maar niet zaligmakend! We zullen de gambieten bespreken aan de hand van ideeën, waarbij we er niet aan zullen ontkomen dat er meer varianten gegeven zullen worden.

Na tweemaal een gambiet voor witspelers aangeboden te hebben, wordt het tijd om de zwartspelers eens op hun wenken te bedienen. Ik heb gekozen voor het Budapester gambiet omdat het recentelijk opduikt, zelfs in partijen van spelers uit de wereldtop, die het kennelijk een goed alternatief vinden voor de uitgekauwde varianten van de reguliere openingen. Een van de belangrijkste aanhangers van het systeem is Mamedyarov, bepaald niet de minste!

Lees meer >

Leren combineren 5

Deze rubriek is primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, waarin de beginselen van het combinatiespel centraal wordt gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

Inleiding

Schaken is voor een groot deel je fantasie gebruiken. De redeneertrant om te denken “Als dat paard nou daar zou staan, dan zou ik winnen”, kan wel eens van pas komen om de juiste zettenreeks te vinden. Om nog even bij dit zelfde paard te blijven. Als het paard een vork kan geven op de vijandelijke koning en dame, is materiaalwinst gegarandeerd. Maar soms staat een eigen stuk op het veld, waar het paard die vork wil geven. Dat stuk willen we dan graag wegzetten om de vork mogelijk te maken. Dat heeft alleen effect als het met tempowinst weggezet wordt. Het moet dus een dwingende zet zijn. Welke dwangmiddelen kennen we ook al weer in het schaken?

  • Schaak
  • Slaan/offer
  • (Mat)dreiging

Het wegzetten van een stuk met tempowinst wordt ‘ruiming’ genoemd. En in het hieronder genoemde eerste voorbeeld spreken van een ’veldruiming.

Lees meer >

Leren combineren 4

 

 

Deze nieuwe rubriek is primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, waarin de beginselen van het combinatiespel centraal wordt gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

 

 

Inleiding

 

Het geheim van de sterkere speler is dat hij zich uitstekend weet te oriënteren op de stelling. Door te weten in welke richting je moet zoeken, brengen we die oriëntatie aan. De terminologie die hieronder wordt gehanteerd, is nodig om de begripsvorming te verbeteren.

Bij het uitschakelen van de verdediging gaan we op zoek naar stukken met een verdedigende functie. In het volgende diagram zien we dat het paard op c6 de loper op d4 dekt.

Instructievoorbeeld 1

In dit diagram zien we dat het paard op c6 de loper op d4 dekt. De toren op d1 kan dus nog niet direct in actie komen. Er zijn echter twee methoden om materiaal (‘hout’) te winnen.

A) 1. Lxc6 bxc6 2. Txd4 1-0

Bij deze methode wordt het verdedigende stuk geslagen (afgeruild) waarna het andere stuk van zijn dekking beroofd wordt. We noemen dit “Uitschakelen verdediging slaan + hout”.

B) 1. b5

Bij deze methode wordt de verdediger weggejaagd of weggelokt. We noemen dit “Uitschakelen verdediging weg + hout”. Door de verdediger weg te jagen winnen we wederom ‘hout’.

1…Pa5 2. Txd4

1-0

Lees meer >

Leren combineren 3

 

 

Deze nieuwe rubriek is primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, waarin de beginselen van het combinatiespel centraal worden gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

 

 

Inleiding

Wat is een penning? Het woord zegt het eigenlijk al; het komt van vastpennen (vastpinnen). Een vijandelijk stuk wordt als het ware vastgepind op zijn plek. Het stuk dat gepend is, mag (in principe) niet spelen.

Laten we nu eens kijken naar het volgende diagram, waarin we op drie verschillende manieren een stuk kunnen pennen.

Lees meer >

Leren combineren 2

Deze nieuwe rubriek is primair geschreven voor minder geoefende clubschakers, waarin de beginselen van het combinatiespel centraal worden gezet. Aan de hand van enkele instructieve voorbeelden wordt benoemd waar men op kan letten tijdens een partij. Dit alles met een knipoog naar de Stappenmethode, waar grotendeels de terminologie en andere aspecten aan ontleend zijn. En uiteraard kan men meteen wat gaan oefenen. Veel plezier!

Inleiding

In de vorige rubriek is een begin gemaakt met twee vormen van de dubbele aanval. We borduren nog even hierop voort, vooral omdat een schaker met een dubbele aanval snel succes kan hebben. Deze aanvalswending komt veelvuldig voor in partijen, vandaar dat we de clubschaker leren zoeken naar de aanvalsdoelen, zoals we die de vorige keer hebben geformuleerd. Nog even ter herhaling:

  • De vijandelijke koning (schaak!)
  • Een ongedekt of onvoldoende gedekt stuk
  • Een (mat)veld

Laten we aan de hand van het volgende voorbeeld maar eens kijken op welke wijze we een punt kunnen scoren met een dubbele aanval met de dame.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Gambiet 4: Het Albin’s Tegengambiet

Gambiet 4: Het Albin’s Tegengambiet

We weten allemaal dat we op 1. d2-d4 een goed antwoord op ons repertoire moeten hebben staan. In deze serie hebben we redelijk wat systemen tegen deze witte openingszet aangeboden. Het nadeel van de gebruikelijke openingen is altijd de witspelers daarop voorbereid zijn. Vandaar dat we opnieuw een verrassingswapen in de etalage zetten. Het gaat om het Albin’s Tegengambiet dat geen goede reputatie heeft. Maar omdat topspelers als Alexander Morozevich en Hikaru Nakamura er heil in zien om het systeem in de praktijk succesvol toe te passen, zal het toch niet zo heel slecht zijn.

Alexander Morozevich (foto Jos Sutmuller)
Hikaru Nakamura (foto Frans Peeters)

Het gambiet is genoemd naar Adolf Albin (1848-1920). Hij was een Roemeen die op relatief late leeftijd leerde schaken, en die het systeem uitgebreid bestudeerde. Laten we maar eens kijken wat de merites van dit relatief onbekende gambiet zijn.

Lees meer >