Schaakstrategie overzicht
Chess Strategy for Clubplayers
Lees meer >In deze aflevering een paar passages uit
Dit is al weer de laatste aflevering van deze serie over Schaakstrategie. We hopen dat u de fragmenten uit alle hoofdstukken van Chess Strategy for Clubplayers met plezier heeft bekeken.
In dit boek is een poging gedaan om de clubschaker op weg te helpen in zijn zoektocht om zijn spel te verbeteren.
De rode draad door dit boek is de tabel van elementen van Steinitz. In de tabel worden de strategische voordelen, zoals die zich in het middenspel kunnen voordoen, een voor een benoemd. In de voormalige Sovjet-Unie werd deze tabel als ‘kapstok’ gebruikt voor de trainingen die men hield. Het is niet verwonderlijk dat als de schaakstudent met elk thema vele voorbeelden de revue ziet passeren, zijn begripsniveau aanzienlijk toeneemt.
Lees meer >Damegambietstructuren 1
In de vorige aflevering van deze serie hebben we een begin gemaakt met het bekijken van structuren die ontstaan uit het Damegambiet. We beperken ons daarin voornamelijk op stellingen die ontstaan na 1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pc3.
In het vorige artikel zijn we kort ingegaan op de Tarraschverdediging (a), de Noteboomvariant (b) en de Afruilvariant (c). Ditmaal staan het Orthodox Damegambiet (d) en de Anti-afruilvariant (e) op het menu.
(d) Orthodox Damegambiet
De naam zegt in feite genoeg: de manier waarop zwart zich verdedigt is een van de meest klassieke speelwijzen. Hij kiest voor de normale logische opbouw: pion (d5) in het centrum, een opstelling met … e7-e6, de stukken worden ontwikkeld naar logische velden. Het koningspaard naar f6, loper naar e7 en korte rokade. Daarna dient het probleem van de dameloper opgelost te worden. Die gaat meestal naar b7, maar onder omstandigheden (als wit c4xd5 e6xd5 heeft ingelast) kan hij ook op de andere diagonaal ontwikkeld worden. Het damepaard staat het best op d7, waar het de c-pion niet in de weg staat, zodat zwart met … c7-c5 ooit het witte centrum op de korrel kan nemen.
3… Pf6 4. Lg5
Door de dameloper naar dit veld te ontwikkelen zet wit druk op de zwarte stelling. Daarmee bereidt hij ook e2-e3 voor, zodat ook de koningsloper in het spel gebracht kan worden. Wit kan het spel een andere wending geven door op 3. … Pf6 het neutrale 4. Pf3 te spelen.
Lees meer >
Damegambietstructuren 1
Vaak wordt gesproken over spelers met een ‘klassieke’ achtergrond. Men heeft dan bijvoorbeeld toppers als Karpov, Kramnik en Leko in het achterhoofd. Allemaal spelers met een superieur strategisch inzicht die hun speltype hebben afgestemd op hun goede techniek. Om te zien hoe zij spelen en om middenspelstrategieën goed te gaan begrijpen is de bestudering van het orthodox Damegambiet een mooi middel. Vrijwel alle wereldtoppers hebben zich zowel met wit als met zwart wel eens ingelaten op deze opening.
Lees meer >Chess Strategy for Clubplayers
Lees meer >In deze aflevering een paar passages uit
Nog eenmaal gaan we stoeien met één van de elementen van Steinitz. In dit hoofdstuk staat het thema “ruimtevoordeel” centraal. Hieronder treft u een fragment aan van een prachtige partij van ex-wereldkampioen Smyslov. De wijze waarop hij schaakte werd als ‘lichtvoetig’ beschreven. Daar is deze partij een aardig voorbeeld van. Bedenk goed waar u op moet letten, als u eenmaal dit voordeel verworven heeft.
Smyslov – Gudmundsson, Reykjavik 1974.
De zwarte koningsstelling heeft een beetje te lijden van ‘betonrot’ en de vraag is nu hoe wit daar op een handige manier op kan gaan spelen.
Lees meer >Engelse aanval met 6. Le3 en een opstelling met … e6
We vervolgen onze zoektocht over de geheimen van de Scheveningervariant. Dit is alweer de derde aflevering waarin we deze keer ingaan op 6. Le3, de zogenaamde Engelse aanval. Die is eerder ook al aan bod gekomen in de aflevering (Najdorf 3), maar daar heb ik uitsluitend de “typische Najdorfreactie” met … e7-e5 behandeld. In deze rubriek kijken we uitsluitend naar stellingen waarin zwart kiest voor een opstelling met … e7-e6. De stelling die we gaan bespreken, komt vanuit de beginstelling als volgt op het bord:
1. e4 c5 2. Pf3 e6
In de Scheveningervariant blijkt dat de meeste zetverwisselingen toch leiden tot dezelfde stellingen. Die zullen we dus als uitgangspunt nemen.
Lees meer >Inzendingen van lezers zijn altijd welkom. Zo kreeg ik een tijd geleden naar aanleiding van mijn rubriek “Begrijp wat u doet” uit Schaakmagazine een vraag binnen of het ook mogelijk was om het Frans te bestrijden met f2-f4. De schrijver, de heer Harry Sistermans, kreeg van mij een keurig antwoord. Hij noemde zichzelf een ‘herintreder’ omdat hij lange tijd niet geschaakt had maar nu – mede door het feit dat zijn dochter schaakte – opnieuw aan ons edele spel verknocht was geraakt. Die Franse opening lag hem kennelijk niet zo, vandaar dat hij zocht naar een alternatieve speelwijze.
Lees meer >Het systeem met Le3
De f2-f4-variant
Dit is het tweede deel van een verhandeling over de Scheveningervariant van het Siciliaans, waarin het accent komt te liggen op het zogenaamde “f4-systeem”. De Scheveninger kan via diverse zetvolgordes ontstaan, een van de meest gehanteerde is de volgende:
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6
In deze stelling hadden we vorige keer geconstateerd dat er vier belangrijke varianten zijn:
A) 6. Le2
B) 6. g4
C) 6. f4
D) 6. Le3
De varianten onder A) en B) kwamen de vorige maal aan bod, tijd om nu de varianten onder C) bij de kop te nemen.
Lees meer >