UIT OPTEKENINGEN 8
Het begin van de zestiger jaren luidde als het ware het einde in van het actiefste deel van mijn schaakleven. Niet dat ik helemaal van het spelletje verstoken bleef, want in de eerste vijf jaren produceerde ik nog 90 partijen, waarvan er 47 in winst werden omgezet, 30 eindigden in remise en 13 keer moest ik de koning omleggen. Toch nog zo’n 69%.
Bij PTT was ik na een aantal jaar loketdienst, daarna een aantal jaar telegraafdienst, vervolgens weer diverse jaren loketdienst, maar dan iedere dag ergens anders in het grote Rotterdamse district, nu tewerkgesteld bij de douaneafdeling en dat eiste weer een totale omslag. Het werd hevig en langdurig studeren op de wetgeving rond de invoer en uitvoer van goederen in het internationaal verkeer. Een buitengewoon uitgebreid werkveld, waar zeer veel kennis van letterlijk alle voorkomende zaken voor nodig was. Die kennis ontbrak mij, dus moest die eerst worden aangeleerd en onder de knie gekregen, voor schaken was daarom weinig tijd meer.
Gelijktijdig onderging de werkmaatschappij ook grote veranderingen: er werd overal overgegaan tot avond- en nachtwerk. Daarnaast rukte het fenomeen televisie op in de huiskamers!. Beide “ingrepen” in het menselijk bestaan waren mede oorzaak dat het verenigingsleven steeds vaker klappen op liep. De eerst zo bloeiende schaakafdeling van de Rotterdamse PTT liep veel averij op. Uiteindelijk bleven slechts 11 leden over! In het jaar 1964, werd desondanks nog steeds gespeeld in de Promotieklasse van de RSB en eindigende dat tiental plus 1 reserve op de 2e plaats met slechts een half bordpunt achterstand op de kampioen. Dat halve punt scheidde ons van de titel en het recht promotiewedstrijden te mogen spelen naar de 2e klasse KNSB. Van die 11 zijn nog weinig in het land der levenden, bij mijn weten slechts Kees Sio, nu nog actief in sv Groenoord in Schiedam en uw geheugenopfrisser.
De beginjaren 1960 brachten echter ook nieuwe initiatieven. Zo kwamen de befaamde V&D-séances op gang. Grootmeesters, die hadden deelgenomen aan het Hoogovenstoernooi gaven gezamenlijk grote simultaan-séances . Euwe, Botwinnik, Keres, Olafsson, Flohr en anderen namen dan plaats achter de aaneen geschoven tafels en veegden dan per avond ieder zo’n 30 tegenstanders weg. Slechts weinigen vermochten tegen deze stukkengiganten overeind te blijven of zelfs de man te overwinnen! Ik heb nog foto’s in mijn bezit, die van deze happenings getuigen, foto’s gemaakt door Jan Louwman, die later landelijke bekendheid zou krijgen met zijn rondreizend circus bestaande uit door hem beproefde schaakcomputers. Zelfs heeft er nog eentje in de beginjaren van het oprukkend monster meegedaan aan een Nederlands kampioenschap van onze fine fleur van onze schaakgemeenschap!
Ook in die jaren kwam het Kantoorschaak van de grond. Veel kleine, grotere en heel grote bedrijven telden schaakbeoefenaars onder hun werknemers. Zij gingen met elkaar de strijd aan in competities om de titel Bedrijvenkampioen binnen het grondgebied van de RSB. Honderden schakers bestreden elkander gezamenlijk o.a in het gebouw van de R.V.S. en in later jaren in een van de hoge torens aan het Marconiplein. Nog later in het Shellgebouw in Vlaardingen, maar zowel de séances als de bedrijvenwedstrijden zijn alweer geruime tijd verleden tijd. Jammer, maar helaas.
Het geschetste achteruit boeren van de postale schaakclub was aanleiding contact te zoeken met een vereniging, die volgens de bij ons heersende gevoelens het meest in aanmerking kwam. Dat werd Wilhelm Steinitz, de naar hem vernoemde schaakvereniging dan en net als PTT uitkomend in de Promotieklasse van de RSB. Die vereniging was opgericht in 1929 als scholierenvereniging en had als voorzitter Mr. H.B. Engelsman., later bestuurlijk actief als kamerlid en voorzitter van Rijnmond, maar sportief ook bezig geweest als voetballer van Sparta en cricketer. Voorzitter bleef hij tientallen jaren, ook toen de club allang de status van de korte broeken was ontgroeid. Hij liet in 1932 aan de toen 12 leden weten dat de contributie voor de club ƒ 0,50 per jaar zou bedragen (te voldoen bij de eerste competitiewedstrijd), maar dat de vereniging het lidmaatschap à ƒ 1,25 van de Nederlandse Schaakbond zou betalen. De vereniging was in dit geval de vader van de voorzitter, bij wie aan huis door de vereniging werd geschaakt. In november van dat jaar ’32 waren er nog maar tien leden. Moest er voor het eindexamen worden gestudeerd? Dat leek een logische verklaring, maar afzeggen omdat men verhinderd was aan een competitiewedstrijd deel te nemen was niet nodig, er waren toch geen invallers beschikbaar! De “broekemannen” verstoutten zich om competitie te gaan spelen tegen de eerbiedwaardige schakers op meer gevorderde leeftijd, die – oh schande! – vaak met verpletterende cijfers werden verslagen. In 7 seizoenen werd het eerste tiental van sv Wilhelm Steinitz vijfmaal kampioen, promoveerde viermaal en wist in 1936 het kampioenschap van de RSB te behalen. Dit tiental eindigde in de promotiecompetitie op de tweede plaats, wat volgens de huidige standaard nu zou zijn te vergelijken met het behalen van een kampioenschap in de eerste klasse van de KNSB. De spelers die deze prestatie leverden waren: Mühring, Fontein, Van Dongen, Engelsman, Boersma, De Ronde, Ensing, Böttcher, De Gelder, Kleingeld en Jhr. Van Holthe tot Echten.
Mühring is daarvan de meest bekende geworden, maar ook Chris de Ronde heeft het ver gebracht. In het Olympiadeteam dat in 1940 afreisde naar Argentinië, behoorde hij tot het viertal dat Nederland vertegenwoordigde.
In het genoemde jaar 1964 dan, besloten de 11 overgebleven schakers van PTT Rotterdam “en bloc” over te stappen naar die vereniging. Een fusie was namelijk niet mogelijk, want de schaakafdeling van de Rotterdamse Spel en Ontspanningsvereniging (RS&OV) PTT, maakte deel uit van een omni vereniging en die werd niet opgeheven! De schaakafdeling bestaat – het is mij na die vele jaren onbekend, hoewel ik nog steeds algemeen lid ben! – op papier misschien nog steeds, maar kent in die sectie beslist geen leden…
en
Uit de RSB-competite van 1960:
PTT 1 – Het Zuiden 1
A. de Jong – J.J. Sterk
Bord 2, 14 oktober
1. c4 Pf6 2. Pc3 g6 3. g3 Lg7 4. Lg2 O-O 5. d4 d6 6. Pf3 Pbd7 7. O-O e5 8. e4 c6 9. h3 a6 10. Le3 Da5 11. a3 Dc7 12. Tc1 Te8 Euwe hield ons altijd voor die toren op f8 te houden voor ondersteuning van f7-f5 13. Dc2 Pb6 14. b3 a5 15. c5 Pbd7 16. Tfd1 exd4 17. cxd6 Dxd6 18. Pxd4 Dxa3
19. Pdb5! cxb5 20. Pxb5 Db4 Misschien niet de beste keuze, meer voor de hand lag 20… De7 21. Pc7 a4 22. Pxa8 axb3 23. Dc4 Dxc4 24. Txc4 Pe5 25. Tb4 Le6 26. Pc7
26… Pc6 Zwart verlaat zich hier op zijn loperpaar, dat pion b3 tot een wapen maakt 27. Txb7 Pa5 28. Tb5 Lc4 Dit is teveel van het goede. 29. Txa5 Tc8 30. Ta8! Txa8 31. Pxa8 b2 32. Td8+ Zwart geeft op ( 32… Lf8 33. Tb8! En niet 33. Lh6, Pd7! en Zwart lacht alsnog). 1-0
Dat jaar ook tegen Het Westen Regina 1, tegenstander Andries Offerman, een man die ook jarenlang aan Caïssa geofferd heeft. Maar hij had daarvoor natuurlijk wel zijn naam mee! Deze Offerman was een meer dan gemiddeld speler, die heel wat slachtoffers heeft gemaakt. Ook ik moest heel lang in de verdediging, nadat ik ten onrechte de dames had geruild. Het eindspel was lekker spannend met overwicht aan mijn kant. Door een betere koningsstand kwam ik – op leuke wijze – tot winst.
Na 42 zetten ontstond deze stelling:
Andries Offerman – A. de Jong
Hier ligt voor Zwart de winst in het verschiet. 1… Txa3 2. Txg7 Ta2+ 3. Kh1 a4 4. Td7+ Ke4 5. Lc4 Tf2 6. Td5 Ld4 7. Ta5 Tc2 8. Txa4 Kf3! 9. Ta3+ Kf2! 10. Ta2 Andries dacht hier het schaapje op het droge te hebben, helaas…
10… Lb2!! Er restte voor Wit slechts opgeven. 0-1
Tegen Charlois 1, toen ook nog Promotieklasser RSB, kreeg ik te maken met een opponent, die in de Gesloten Siciliaan van wanten wist. De enige die zijn strategisch doel wist te bereiken was hij en zelf kwam ik praktisch niet aan bod. Van zulke partijen leer je wat, bij voorbeeld dat er meer vaardigheid van je wordt verlangd, wil je in dit spelsysteem succes hebben.
17 februar1 1961
A. de Jong – B. v.d. Graaf
Charlois 1 – PTT Rotterdam 1
Bord 2
1. e4 c5 2. Pc3 d6 3. g3 g6 4. Lg2 Lg7 5. d3 Pc6 6. Le3 e6 7. Dd2 Da5 8. Pge2 Pd4 9. O-O Tb8 10. Lf4 e5 11. Le3 Le6 12. a4 a6 13. Tfe1 Pe7 14. Tac1 O-O
15. Pd5 Het bekende grapje. 15… Dd8 16. Pxe7+ Dxe7 17. Pc3 Dd7 18. b3 b5 19. axb5 axb5 20. Ta1 Ta8 21. Pd5 Lxd5 22. exd5 b4 Zwart heeft nu de beheersing over de belangrijke velden op de damevleugel, ook de a-lijn is in feite in zijn bezit. 23. h3 Pb5 24. Kh2 Ta7 25. Lh6 Tfa8 26. Tac1 Ta2 27. Lxg7 Kxg7 28. Dd1 f5 29. f4 exf4 30. gxf4 Te8 31. Kg3 Pd4
Wit geeft op, materiaalverlies in niet te vermijden. 0-1
(wordt vervolgd)
De vorige afleveringen treft u hieronder aan: